Hoofdstuk I: Ongelukken

433 19 1
                                    

Will was bezig aan zijn derde en laatste kopje koffie die avond terwijl hij voorover gebogen naar een stapel perkamentvellen zat te kijken. Hij zuchtte even, administratief werk was niet aan hem besteed.

Het hielp ook niet dat, naarmate de avond steeds later werd, de lettertjes steeds onduidelijker te lezen waren, waardoor de Jager zich nog meer begon te vermoeien en vervelen.Will zelf kon niet vertellen of dit door hemzelf of door het weinige licht kwam. Hij legde de stapel aan de kant van zijn houten tafel, dat als bureau moest dienen en stond op.

Hij liep naar de keuken en zette zijn koffiemok op het aanrecht toen er plots ruw en snel op de deur werd geklopt, alsof de persoon die aan de andere kant stond gehaast was. Hij zuchtte nog een tweede keer en liep naar de deur. Met een ruwe zwaai trok hij deze open, waardoor er een jonge knul in zijn zicht kwam te staan.

Will herkende hem als één van de personeelsleden vanop Redmont door de kleine speld die bovenaan zijn kleren hing. 'Wat nu weer?' vroeg de Jager geïrriteerd en vermoeid. Hij wreef even in zijn ogen en keek de jongen toen doordringend aan.

De bediende, die zo'n botte reactie niet had verwacht, waggelde zacht heen en weer terwijl hij probeerde op zijn woorden te komen. 'Nou, eh... Ehm... Eh...' Hij had even een korte black-out, totdat hij Will's ene wenkbrauw zag, die merkwaardig hoger hing dan de andere. Hoe doen die Jagers dat toch? Dat met die wenkbrauw?

Hij besefte dat hij stond te staren en keek snel weg, in de hoop dat de oude Jager niets had gemerkt. Na een tijdje denken wist hij zijn boodschap weer. 'Heer Will, de majordomus van kasteel Redmont wil dat u zich bij hem meldt, hij heeft dringend uw hulp nodig!'  Will trok een zure blik toen hij het woordje 'heer' noemde.

Een Grijze Jager hoefde echter nooit met een officiële titel aangesproken te worden, zo waren ze nu eenmaal. Hij fronste even toen hij de woorden van de bediende herhaalde in zich gedachten. 'Hulp nodig? Waarom dan?' De bediende haalde zijn schouders op.

'Er zijn blijkbaar nogal wat ongelukjes geweest op het kasteel de laatste tijd, Heer,' - Will trok opnieuw een zuur gezicht -, 'waardoor dat de majordomus denkt dat er kwaad opzet in het spel zit!'

De oude Jager knikte langzaam, dat klonk inderdaad verdacht. Een heleboel ongelukken in een korte tijd... Het deed hem een beetje denken aan het voorval dat hij had gehad tijdens het huwelijk van zijn twee beste vrienden, Arnaut en Evanlyn.

Die bewuste dag hadden sluwe sluipmoordenaars, Genovezen, verschillende keren geprobeerd een aanslag te plegen op de kroonprinses, ook onder de mom van allerlei 'ongelukken.'

Hij werd uit zijn gedachten gewekt door de bediende die zacht tegen zijn schouder tikte. 'Komt u mee, Jager?' Will besefte net dat de jongen eindelijk de juiste benaming had gebruikt. Hij knikte.

Het duurde nog geen kwartier om van Will's huisje in het bos naar het kasteel bovenop de heuvel te rennen. De Jager liep meteen naar binnen in de donjon, recht naar het kantoor van de majordomus, Kevin.

'Een goede avond, Kevin. Wat is het probleem?' vroeg de Jager recht voor de raap. De jonge majordomus keek op van zijn papierwerk toen hij de stem hoorde en stond op. 'Ach, het is om gek van te worden,  Jager Will! Al die ongelukken! Ik word er gek van!'

Will knikte langzaam en bekeek de man aandachtig. Hij had duidelijke wallen onder zijn ogen en een redelijk bleke huid. Will concludeerde dat beide symptomen hoorden bij de stress van de voorbije weken.

'Wat voor ongelukken zijn het dan?' vroeg Will toen de majordomus eindelijk weer ging zitten. Die haalde zijn schouders op. 'Nou, qua ernst zijn ze niet zo erg.  Maar ze volgen elkaar wel steeds sneller op en kunnen ook steeds verkeerd aflopen.

Vorige week bijvoorbeeld kwam één van de pilaren van de balustrade in de galerij naar beneden gedonderd, godzijdank was het donker, waardoor er niemand aanwezig was in de zaal.'

Will fronste. 'Maar kon die dan niet van ouderdom in elkaar gezakt zijn?' De majordomus schudde zijn hoofd. 'Ze waren vorig jaar nog maar vernieuwd! Het zal de baron weer een ferme duit kosten om het te laten repareren!'

Will knikte toen hij deze informatie verwerkte. 'Nog andere ongelukken de laatste tijd?' vroeg hij toen plots. Kevin knikte opnieuw. 'Ja, eergisteren vatte een baal hooi in de stallen vuur, ook zonder enige reden. De stalknechten hebben wel een vuursteen gevonden op de binnenplaats, waardoor ze ervan uitgaan dat we met een saboteur te maken hebben.'

De oude Jager hield zijn hand voor zijn mond en dacht diep na. Hij overliep de informatie die hij nu had verworven en besloot dat die nog niet uitgebreid genoeg was. 'Goed,' zei hij na een tijd nadenken, 'ik zal het morgen onderzoeken, maak je geen zorgen.'

Het vermoeide gezicht van de majordomus klaarde op en hij glimlachte. 'Dank u, Jager. Ik ga meteen verslag uitbrengen bij de baron!' Will knikte hem gedag toen Kevin hem passeerde en het kantoor uitliep. 'Doe hem de groeten.' riep de Jager hem achterna.









De Grijze Jager: De Legenden van AraluenWhere stories live. Discover now