hs 1. de storm

8 0 0
                                    

het is een zeer onrustige nacht. zowel op het Oppervlak als in het luchtruim. de godin van de vrede, Amoria, is aan het bevallen. ze weten bijna niets over het kind. niet de vader, noch het geslacht, alleen dat de vader een volbloed god moet zijn. de bevalling duurt maar en en dyyrt maar. het Oppervlak krijgt er nu ook last van.

in de hoogste toren van het koninklijk paleis in Denoma, de hoofdstad van Denotria, loopt een knappe, bruin harige jongen met fel blauwe ogen zenuwachtig rond in zijn kamer. de jongen heet Toman. hij is een half-god, verbannen uit het Luchtruim. hij bestudeert de stormen die ontstaan als godinnen bevallen. 'niet goed, helemaal niet goed, niet normaal.' mompelt hij als hij voor de zoveelste keer door zijn telescoop kijkt en door een dik boek bladert. 'regen, hagel, donder, bliksem, zwarte wolken en windkracht 11, nee 12. nee, dat klopt niet.' hij legt het boek met een klap weer op de tafel en kijkt weer door zijn telescoop. dan gaat hij op zijn knieën voor het enige raampje zitten en kijkt naar de wolken. 'oh goden, mijn echte familie, oh vader, geef mij de naam van de moeder, dan kan ik de vader voor jullie vinden en de rust weer herstellen' hij buigt twee keer, staat op en gaat op een krakkemikkige stoel zitten. hij slaat het dikke boek weer open. 'grote, dikke, zwarte wolken, op elkaar ge… geplakt.' de jonge half-god geeuw een paar keer en valt dan in slaap.

het stormkindWhere stories live. Discover now