Achter Gesloten Deuren (11)

525 14 5
                                    

11. Ommekeer

‘Volgens mij is er niemand in de buurt,’ zei Austin zachtjes Ik giechelde zenuwachtig. Het was slechts één van de vele bijwerkingen van verliefd zijn; het veranderde je in een stereotype schoolmeisje, inclusief het gegiechel. Ik zoende Austin nog een keer vol overgave, maar beheerste me toen en opende de deur naar buiten. Ik ging op weg naar onze algemene eetkamer. Het was negen uur, wat betekende dat het tijd was voor ons ontbijt. Vandaag hadden we een Engels ontbijt; een zware maaltijd dus. Ik nam alleen een schepje roerei en slechts eén plakje bacon, terwijl mijn vader zijn bord flink vol schepte. Tot mijn ongenoegen schepte Margeret nog een schepje bonen op. ‘Je moet goed eten Saphó.’ Toen liep ze weg, waarschijnlijk om met de andere dienstmeiden te gaan eten.

Ik had geen honger, en het ontbijt smaakte me dus niet. De waarheid was dat ik bij Austin al toast met boter had gegeten. Hij had een klein keukentje waar we de boel samen klaar hadden gemaakt, om het vervolgens op de bank samen op te eten. Het liefst zou ik nu van tafel lopen om terug te gaan naar zijn huisje, maar we moesten voorzichtig zijn. Als we betrapt werden, zouden mijn ouders woedend zijn. De hele high society zou er nog lang over praten, en het ergste van alles was dat Austin meteen zijn spullen zou moeten pakken. Austin vond dat ik overdreef, maar ik was er behoorlijk zeker van. Als ik gehecht raakte aan mensen die “beneden mijn stand waren”, dan werden die uit mijn leven verwijderd. Hadden ze dat niet ook met mijn ‘moeder’ Ginger gedaan?

‘Wat deed je zo vroeg bij die terreinknecht?’ vroeg Alexandra plots. Ik had net een hap roerei in mijn mond en beet van schrik hard op mijn tong. Een snijdende pijn schoot door mijn tong, maar ik verbeet de pijn en deed alsof er niks aan de hand was. ‘Toen ik vanochtend door de tuin liep, zag ik een heggenschaar liggen. De tuinman deed niet open toen ik bij zijn huis aankwam, dus besloot ik naar hem te gaan.’

‘Vreemd, ik zag je alleen vertrekken. Ik heb je niet binnen zien komen. Zo lang heb je toch niet nodig om iets simpels als een heggenschaar terug te brengen?’

‘Wie ben jij, mijn persoonlijke stalker?’ Deze situatie werd met de seconde benauwender. Zou er na een maand al een eind komen aan de relatie van mij en Austin?

‘Doe niet zo belachelijk Alexandra, misschien hebben ze gewoon even een praatje gemaakt. Je weet dat Saphó graag rondhangt met mensen van lagere standen,’ zei Lea poeslief. Aan de ene kant was ik haar dankbaar dat ze een einde maakte aan dit gesprek, maar aan de andere kant was ik ook beledigd. Ze had het zo zoetjes gezegd, dat het sarcasme en de minachting ervan af dropen.

‘Had je die kleren gisteren niet ook al aan?’ Blijkbaar vond Alex dat we de conversatie nog wel even konden voortzetten.

Ik bedacht in een fractie van een seconden een volgende leugen. ‘Ik doe zo iets anders aan. Omdat ik nog even door de tuin wilde lopen, besloot ik iets aan te trekken wat toch al in de was moest.’ Het verbaasde me hoe makkelijk het liegen me afging. De smoesjes zelf waren ronduit triest, maar ik wist ze met zoveel overtuiging te brengen, dat ze als de gewoonste zaak van de wereld begonnen te klinken.

‘Sinds wanneer maakt het jou uit dat je kleren vies worden?’

‘Stoppen Alexandra, waarschijnlijk had Margeret haar al verteld dat we vandaag gasten zouden krijgen. Je hebt het misschien niet door, maar de laatste paar dagen heeft Saphó zich erg goed gedragen,’ zei Lea. Ook al klonk het alsof Lea tegen een kleuter praatte, toch was ik blij dat mijn verbeterde houding niet onopgemerkt bleef. Voor haar doen was dit een compliment, en Lea’s complimentjes waren zeldzaam.

‘Margeret had alleen nog niet verteld wie er kwamen. Wie zijn het?’ vroeg ik. Ik wist nog helemaal niks van gasten die ons een bezoekje zouden schenken, maar anders dan normaal was ik wel nieuwsgierig.

Achter Gesloten DeurenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu