Deel 1: "Blijven we bij elkaar?"

93 2 15
                                    

Samen lopen de Nachtwachters de deur van hun privé vertrek uit. Ze zijn boos en verdrietig tegelijk, want waarom kan Vega niets meer voor hen doen en het is toch niet hun eigen schuld dat ze hun krachten verloren zijn? Er is niemand in de herberg dus dat scheelt wel met het verbergen van hun emoties.

Ze lopen de trap op naar hun kamer. Bij Wilko is er meteen een harde klap van een deur te horen. Hij is zo boos dat hij alles wel kort en klein zou kunnen slaan. Hij gooit dan ook een stapeltje boeken op de grond die op een tafeltje in zijn kamer stonden. Vladimir staat versuft in zijn kamer. Hij weet niet zo goed wat hij van deze hele situatie moet vinden. Keelin is in huilen uitgebarsten en zit nu op haar bed.

Hoewel Wilko erg boos is kan hij met zijn goede oren, ondanks dat hij zijn weerwolven gehoor kwijt is, wel horen dat Keelin aan het huilen is. Hij besluit om naar haar toe te gaan. Onderweg passeert hij de kamer van Vladimir. Ze wisselen een blik en gaan dan beide naar de kamer van Keelin. Wilko klopt zachtjes op haar deur om haar niet te laten schrikken. Zijn woede probeert hij zo goed mogelijk te verbergen om Keelin niet nog meer van streek te maken dat dat ze nu al is. Hij gaat naast haar op het bed zitten en slaat een arm om haar heen. Gelijk omhelst ze hem. Vlad legt gaat ook op het bed zitten en legt een hand op haar rug. "Blijven we wel bij elkaar als we hier weg moeten?" vraagt Keelin zachtjes. "Tuurlijk, ik laat jullie niet in de steek" zegt Wilko. "Ja ik jullie ook niet" zegt Vladimir. Keelin lost zich uit de omhelzing en kijkt de jongens dan een voor een aan. "Ik houd van jullie, ongeacht of we nu wezens of mensen zijn. Dat moeten jullie nooit vergeten." "Maar Keelin we houden ook van jou, met heel ons hart. Dat we nu mensen zijn veranderd daar niks aan hoor, mensen hebben ook gevoel" zegt Wilko heel lief. Vladimir knikt instemmend.

"Mens zijn heeft soms ook meer voordelen. We hoeven bijvoorbeeld niet meer te liegen tegen iedereen als we er soms tussenuit knijpen." "Ben jij niet boos of verdrietig Vlad" vraagt Keelin. "Ik weet het niet zo goed. Ik ben best blij met het feit dat ik een mens ben, maar de manier waarop we uit de Nachtwacht zijn gezet door Vega vind ik niet zo gepast. Ik bedoel we hebben al die jaren wel trouw voor hem gewerkt en een bedankje kan er niet eens vanaf." "Maar waarom zou je een mens willen zijn? Een vampier zijn is toch geweldig? Ik zou ook wel zo snel kunnen rennen als dat jij kan, of nou ja kon." Vlad lacht eventjes. "Wat is daar zo grappig aan?" vraagt ze. "Jij lijkt echt op Wilko die stelde me vanmiddag precies dezelfde vraag. Ik heb in mijn leven al veel te veel mensen verloren die mij dierbaar waren en soms zit ik daar heel erg mee in. Ik kon soms ook best somber worden over het feit dat ik jullie ook op een dag kwijt raak en dat wil ik niet. Nu is het anders. Het kan natuurlijk nog steeds zo zijn dat jullie eerder komen te overlijden dan ik, maar ik zal nu dus ook ooit sterven en jullie niet meer dan driehonderd jaar moeten missen."

Keelin geeft na deze woorden ook Vlad een knuffel. Wilko kijkt naar zijn twee vrienden. Hij is erg blij dat hij ze heeft en zeker in moeilijke tijden zoals dit. Wat Vladimir zojuist had verteld had hij nog niet tegen hem verteld. Nou ja wel zo'n beetje, maar meer in het algemeen. Niet dat hij bang was om hen ook kwijt te raken. "Dus eigenlijk heb je een beetje dezelfde angst als dat ik heb?" "Hoe bedoel je Fifi?" "Ik denk dat we allemaal wel bang zijn om elkaar te verliezen" zegt Keelin die Vlad intussen weer heeft losgelaten en het wel al snapte. Ze is immers achter zijn angst gekomen door het bezoekje van de Domevoj aan Schemermeer. Wilko knikt. "Ik denk dat we elkaar soms de huid wel kunnen vol schelden als we iets doen wat de ander niet zo leuk vindt, maar we zullen altijd van elkaar blijven houden en elkaar daarom niet kwijt willen" zegt hij. "Dus mijn twee heel vaak ruziënde jongens kunnen elkaar toch niet missen?" zegt Keelin met een klein lachje op haar gezicht door de tranen heen. "Nee denk het niet, maar soms kan ik Wilko wel wat aan doen met zijn roekeloze gedrag." "O ja? En jij dan? Jij moet altijd eerst meer dan tien minuten wachten om een goed plan te bedenken, maar intussen is het kwaad al geschied."

"Zeg jongens, het was maar als grapje bedoelt met een kern van waarheid erin. Het is niet de bedoeling dat jullie weer een nieuwe ruzie ontketenen. Dat kunnen we bovendien er nu ook niet echt bij hebben" mengt Keelin zich in het uit de hand lopende gesprek. "Je zei het net zelf, diep van binnen kunnen we elkaar niet missen" zegt Vladimir. "Ja, maar wel heel erg diep hoor" lacht Wilko. "Nee grapje, best ondiep." De rest moet er ook om lachen.

Als ze uitgelachen zijn zegt Keelin: "Wat gaan we nu eigenlijk doen? Hier kunnen we niet blijven en ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik kan niet meer naar huis. Als ze daar horen dat ik geen elf meer ben, maar wel een gewoon mens dan wordt ik daar echt ten schande gemaakt en ontzeggen ze mijn toegang tot de elfenwereld. Bovendien kan ik nu niet eens meer een spreuk uitspreken dus sowieso binnen geraken is al een hele opgave." "Tja daar zeg je zo wat, ik kan ook niet meer terug als gewoon mens. Het zal ook een schande zijn als ze daar horen dat mijn krachten afgepakt zijn door een of ander dom wezen uit de onderwereld wat wij niet hebben kunnen verslaan" zegt Wilko.

Nachtwacht: Verder Als Mens? Where stories live. Discover now