Forever and Always (Dutch tee...

Por ShyLittleGirl

1.8K 121 40

Haar naam was Lynn, de zijne Elijah. Ze waren nog jong geweest, zij 15, hij 17. Het perfecte stel, een match... Más

Forever and Always (Dutch teenfiction)
~'~ Proloog ~'~
~'~ Hoofdstuk 1: Een ongenodigde gast ~'~
~'~ Hoofdstuk 2: Wanneer woorden pijn doen ~'~
~'~ Hoofdstuk 3: Vervlogen tijden ~'~
~'~ Hoofdstuk 4: Dromen zijn illusies en illusies zijn bedrog ~'~

~'~ Hoofdstuk 5: Rozen verwelken, schepen vergaan ~'~

116 17 7
Por ShyLittleGirl

~'~

Hoofdstuk 5.

Rozen verwelken, schepen vergaan.

Het leek wel gisteren toen ik mezelf die belofte had gemaakt, maar intussen waren er al weer twee weken verstreken. Het was nu vrijdag, de tijd vloog. En ook de dag was voorbij gevlogen. Zo zat ik nog op school, was ik bij mijn vrienden, terwijl het nu al tegen tien uur aanliep en ik op weg naar huis was. Neuriënd fietste ik door de straten, starend naar de lucht die de kleuren oranje, rood en roze had, de zon ging langzaam onder. Ik hield van zonsondergangen en hoopte net als ieder ander romantisch tienermeisje dat ik er eens een zou bekijken met degene waarvan ik hield, wandelend over het strand, alleen, met z'n tweeën. Zuchtend trapte ik harder op de pedalen, waardoor mijn adem gehaaster ging, een waas van tranen voor mijn ogen verscheen door de wind en adrenaline door mijn lichaam pompte. Het was alsof ik voor mijn gedachten, mijn herinneringen, mijn wensen, mijn verleden probeerde te vluchten, terwijl ik wist hoe onmogelijk dat was, dat ik vroeg of laat ingehaald zou worden. Ik klemde mijn kaken op elkaar en was zo in mijn eigen spel opgegaan dat ik de naderende auto niet zag, totdat de automobilist de claxon herhaaldelijk indrukte en ik wakker schrok. Een paar felle koplampen zorgden ervoor dat ik mijn zicht verloor en in paniek gooide ik mijn stuur naar rechts, in de hoop ergens terecht te komen wat niet de hemel of de hel zou zijn. De piepende banden duidden erop dat de automobilist uit alle macht zijn voertuig tot stilstand probeerde te brengen, terwijl ik voelde hoe mijn stuur dubbel klapte en mijn achterwiel met kracht onder me vandaan geduwd werd. Ik wilde gillen, maar mijn keel weigerde dienst. In plaats daarvan sloot ik mijn ogen en liet ik het maar gebeuren, wat er ook gebeuren zou.

Na een tijdje vertrouwde ik mezelf mijn ogen weer te openen om te aanschouwen wat ik had aangericht. Mijn fiets lag op de stoep en de auto waardoor ik bijna was doodgereden, stond ernaast, terwijl ikzelf, ik keek even om me heen, in een heg beland was. Ik grinnikte zowaar, opgelucht dat ik nergens pijn had en nog steeds leefde. De wonderen waren de wereld nog niet uit, dacht ik, waarna ik mezelf bevrijdde uit de heg, waarin nu een groot gapend gat zat. Mijn mondhoeken krulden opnieuw om en ik vroeg me af hoelang het zou duren voordat het gat niet meer zichtbaar zou zijn, of de heg ooit weer helemaal zo zou zijn als het eerst was geweest. Mijn glimlach viel en ik realiseerde me dat sommige mensen net als deze heg waren. Door een gebeurtenis werd er een gat in geslagen, werd er een deel weggerukt, een leegte gemaakt, die ooit misschien zou verdwijnen voor de 'toeschouwers' alsof het er nooit was geweest, alsof alles weer oké was, terwijl degene waarbij dit was aangericht het zich altijd zou blijven herinneren. Niet alle littekens waren zichtbaar, sommige droeg je met me je mee op je hart. Van buiten kon het lijken alsof alles weer hetzelfde was, terwijl het van binnen nooit meer hetzelfde zou zijn. En op dat moment realiseerde ik me dat ik het over mezelf had..

Ik hoorde hoe het portier achter me opende, terwijl ik alleen maar naar het gat kon staren, overspoeld door emoties, die ik de afgelopen weken had verdrongen. Zo hard had ik mijn best gedaan om te zijn wie iedereen wilde dat ik was, maar het leek nooit genoeg te zijn. Want wat was er nou echt veranderd? Juist, niks. Iedereen gedroeg zich nog precies hetzelfde, het was alsof het niet uitmaakte wat ik deed, iedereen ging verder met zijn leven, daar had ik geen invloed op. Ze wilden gewoon dat ik ook verder zou gaan met mijn leven, anderen daar geen invloed op zou laten hebben, zodat ik gelukkig zou worden, maar in plaats daarvan probeerde ik het iedereen naar zijn zin te maken door de te gedragen als een of andere vrolijke trien die dacht dat iedereen dat van haar verwachtte, terwijl ze in werkelijkheid gewoon wilden dat het goed met me ging, dat ik inzag dat ik verder moest gaan met mijn leven net zoals iedereen dat deed..

''Kun jij godverdomme niet uit je doppen kijken?!'' hoorde ik iemand achter me schreeuwen.

''Als jij met die godverdomde koplampen in mijn ogen schijnt niet, hè?!'' antwoordde ik sarcastisch, terwijl ik me langzaam omdraaide. Tuurlijk, wat er was gebeurd, was zeker gedeeltelijk mijn fout, maar niet helemaal en ik liet me hier niet afzeiken door een of andere lul die zelf geen verantwoordelijkheid voor zijn daden wilde nemen.

''En waar zat mevrouw Bijdehand dan wel met haar gedachten?! Op aarde in ieder geval niet, hè?!'' gromde de man, ik bedoel jongen. Hij boorde zijn bijna zwarte ogen in de mijne, terwijl ik hem van top tot teen bekeek. Ik schatte hem rond de 19 en.. Met een ruk schoot mijn blik terug naar zijn gezicht en mijn hart begon sneller te kloppen in mijn borstkas, dit kon niet waar zijn, het kon hém niet zijn. Ik schudde mijn hoofd en probeerde helder te denken. Wat deed hij hier? Maanden had hij zich niet vertoond en nu stond ik oog in oog met degene die mij beschuldigde van wat er was gebeurd, en hij herkende me niet eens!

''Misschien zat ik met mijn gedachten wel bij je broertje in de hemel'' zei ik met opeengeklemde kaken, terwijl ik zijn blik zag veranderen.

''Lynn..''

''Castiel..''

''Elijah hierin betrekken is gewoon laag'' siste hij en woede borrelde in me op, zoals de laatste tijd wel vaker gebeurde. De muren die ik er omheen had gebouwd, begonnen te scheuren, ze brokkelden langzaam af, waardoor ik steeds minder goed in staat was mijn emoties te controleren.

''Oh, omdat ik het doe is het laag? Nu begin je te zeiken? Heb jij mij ooit een kik horen geven toen jij míj beschuldigde van Elijahs dood?!''

''Tssss, kinderachtig hoor, dat je nog steeds geloofd dat jij onschuldig bent'' antwoordde hij spottend.

''Kinderachtig hoor, dat je niet eens naar zijn begrafenis wilde komen. Kinderachtig hoor, dat je mij de schuld wilt geven, omdat je altijd al opzoek was naar een reden om mij te haten. Kinderachtig hoor, dat je er nog steeds mee zit dat ik voor Elijah koos en niet voor jou!'' kaatste ik terug en ik zag dat het hem raakte. Zijn pantser viel, maar hij raapte het snel op en trok het weer aan. Castiel was altijd al laf geweest en er was een tijd dat ik me tot het diepst van mijn ziel geraakt voelde door de beschuldigingen die hij me maakte, de littekens waren er het bewijs voor, maar toen was ik gaan inzien hoe het echt zat.

''Jij..bent echt..een klein kind zeg. Wordt eens volwassen en wees niet zo gevoel- en emotieloos!''

''Waag het niet me zo te noemen! Jij hebt geen idee wat ik heb moeten doormaken!'' siste ik, voordat mijn woede overging ik verdriet.

''Ik kan je alles noemen wat ik wil, zoals ik altijd al deed'' zei hij arrogant en ik deed een stap in zijn richting, terwijl ik de tranen van frustratie achter mijn oogleden voelde prikken.

''Trut, bitch, harteloos wijf..'' begon ik, nadat ik de rand van mijn broek naar beneden had getrokken en de wind mijn littekens streelde. Bij elk woord dat ik uitsprak, wees ik het litteken aan dat ik daarvoor had gemaakt en ik hoorde hoe hij zijn adem inhield, waarna ik mijn ogen opsloeg.

''MOET IK DOORGAAN?!'' schreeuwde ik, maar hij schudde zijn hoofd.

''Nee, ik weet genoeg'' zei hij met een stem die zachter klonk dan eerst.

''Waarom heb je me niet gewoon doodgereden?!'' vroeg ik, waarna ik mijn handen voor mijn mond sloeg. Die vraag was eruit, voordat ik het wist en ik wist niet of ik het antwoord wel wilde weten.

''Tsja, dat pleziertje gunde de maatschappij me niet. Ik wilde het wel, maar voor moord ga je tegenwoordig naar de gevangenis. Wel jammer, want daarmee had ik mezelf écht een plezier gedaan'' zei hij en ik wist niet of het sarcastisch was bedoeld of juist heel erg bedroefd, teleurgesteld. Hij keek me aan en ik beet op mijn lip, voordat ik me met een ruk omdraaide en mijn fiets oppakte, erop sprong en over mijn schouder keek.

''Nee, Castiel. Daarmee had je míj een plezier gedaan!'' riep ik, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden en ik de zonsondergang tegemoet fietste.

Lynns moeders POV

Ik sloot mijn ogen en genoot van de laatste zonnestralen op mijn gezicht. Het was de afgelopen dagen mooi weer geweest, de eerste mooie dagen van het jaar en ik hoopte dat iedereen er net als ik vrolijker van werd, vooral Lynn. Ik zuchtte even bij de gedachte aan mijn jongste dochter, me afvragend wat er de laatste tijd toch in haar omging. Natuurlijk was ik blij met haar verandering, de meer positieve kijk op het leven, maar toch had ik het gevoel dat er iets niet klopte. Iets binnenin me zei dat wat er aan de hand was verre van goed was en ik wilde ontdekken wat er mis was, maar was tegelijkertijd een beetje bang voor het antwoord. Als psychologe kwam ik dagelijks in aanraking met gevoelens, herinneringen en problemen van mensen, maar dat was anders, dat was mijn werk. Bovendien kende ik die mensen vaak niet persoonlijk, dus was ik in staat me al het erge minder aan te trekken. Ik was bang dat als ik Lynn ging 'onderzoeken', ik dan wel eens dingen zou kunnen ontdekken die ik misschien liever nooit had willen weten, die niet alleen haar, maar ook mij, ons, pijn zouden doen.

Terwijl ik zo zat te piekeren, viel er een schaduw over me en toen ik mijn ogen opende, keek ik in de lachende donkere ogen van mijn man. Opnieuw verliet een zucht mijn lippen en hij kuste me teder, voordat hij me in mijn oor fluisterde dat alles geregeld was, maar dat er nu telefoon voor mij was. Ik knikte, glimlachte even en nam toen de draadloze telefoon van hem aan.

''Met Jessica.''

''Ja, jou moest ik hebben. Hoe gaat het, schat?''

''Oh, hey mam. Met mij gaat alles prima. Waar bel je voor?'' vroeg ik mijn moeder, die nooit zonder reden belde.

''Ik wilde gewoon even horen hoe het met je ging en wat de plannen voor de vakantie zijn'' antwoordde mijn moeder opgewekt, waardoor ik even glimlachte.

''Nou het gedoe rondom Lynn is geregeld en ik zal blij zijn als ze even de deur uit is'' zei ik, waarop mijn moeder zuchtte.

''Dat snap ik, maar hoe gaat het nu eigenlijk met haar?''

''Ach, je weet hoe ze er de laatste keer uit zag en sindsdien is er niet veel veranderd. Ik zie wel dat ze heel erg haar best doet om te veranderen, maar het lijkt haar gewoon niet te lukken. Wie weet wat er allemaal door dat hoofd rondspookt..'' zei ik een beetje hopeloos, terwijl ik een haarlok achter mijn oor streek en vanuit mijn ooghoek naar Geoff keek, die peinzend naar de rozenstruik staarde.

''Misschien moet je dat meisje een keer naar een therapeut sturen, misschien dat dat haar helpt, want zo kan het gewoon niet doorgaan.''

''Nee, daar ben ik het mee eens. Nu Devon straks de deur uitgaat en Ayanna ook steeds vaker weg is, ben ik bang dat het alleen maar bergafwaarts zal gaan. Om een of andere reden heb ik gewoon het idee dat Lynn zich álles verschrikkelijk aantrekt en niet vecht voor wat ze écht wil bereiken. Het lijkt bijna wel of het haar allemaal gewoon niks meer kan schelen, alsof wij haar ook niks meer kunnen schelen. Ik word er soms gewoon een beetje moedeloos van.''

''Tsja, schat ik weet het ook niet, maar je vindt vast wel een oplossing. Laten we maar hopen op een wonder en dan zal ik er nu een eind aan breien. Geoff zei dat je moe was. Ik spreek je snel weer'' en met die woorden hing ze op, mij achterlatend met meer vragen dan antwoorden. Wat moest ik nou?

De stilte die tussen mij en Geoff hing, hield zoveel onuitgesproken woorden dat het pijnlijk werd. Het sneed, de sfeer was drukkend, of kwam dit gevoel alleen maar door het benauwde weer? Hulpzoekend, zocht ik naar zijn ogen, maar die leken zich door alle bochten te wringen om de mijne niet te ontmoeten. Het was alsof hij me niet wilde aankijken. Ik hoopte dat hij iets zou zeggen, misschien hoopte ik dat hij me zou vertellen dat alles wel goed zou komen met Lynn, maar dat deed hij niet. Je kon zeggen wat je wilde, maar Geoff gaf je nooit valse hoop, hij zei altijd waar het op stond. Zijn eerlijkheid was iets waarvoor ik was gevallen, bij hem wist je meteen waar je aan toe was, maar tegelijkertijd was hij soms té eerlijk. Er waren veel mensen die liever een leugen hoorden dan de waarheid en ik was er op dit moment een van. Natuurlijk, het was niet goed om dat te willen, maar toch. Ik wilde de hoop op een betere toekomst voor Lynn niet verliezen, iets wat ik nu wel aan het doen was. Ze leefde in het verleden, hield vast aan herinneringen en dingen die nooit terug zouden komen, hoeveel tranen ze er ook om zou huilen. Ik wist dat Lynn zich dit realiseerde, ze was een slimme meid, maar toch leek het alsof er nog altijd hoop in haar leefde, al was het maar een sprankje. Soms wilde ik dat ze dit losliet en inzag dat hij écht nooit meer terug zou komen, maar dan bekroop me het angstige gevoel dat die hoop ook wel eens het laatste zou kunnen zijn waaraan zij vasthield, wat haar hier bij ons hield. Toch wist ik mezelf er altijd van te overtuigen dat Lynn er wel bovenop zou komen. Ze was sterk, een vechter, geen opgever. Ze was het meisje dat om iedereen gaf en niemand pijn wilde doen, dat wist ik en toch had ik me afgevraagd of ze misschien suïcidaal was. Ja, dat had ik gedaan tijdens de diepte punten van de donkerste periode in haar leven. Tijdens de dagen en nachten, die ze vulde met hartverscheurende snikken en zeeën van tranen. Tijdens de weken die ze alleen doorbracht, waarin ze vervreemde van ons, van haar vrienden en de buitenwereld. Zelfs toen we allemaal merkten dat het weer iets beter met haar ging, had ik het me afgevraagd, was ik bang geweest dat ze van het punt waar ze toen was weer terug zou vallen naar beneden, nog harder dan eerst, maar dat was nooit gebeurd. Ze was nog steeds bij ons en de wilskracht in haar ogen had me ervan overtuigd dat ze het wel aankon, ze had gewoon tijd nodig.

''...Nee, ik word gewoon strontmisselijk van dat depressieve gedoe van haar. Ayanna en Devon zijn nooit zo geweest, dus waarom zij wel?!'' Geoff keek me gefrustreerd aan en ik haalde een hand door mijn haar.

''Je moet niet vergeten wat ze heeft meegemaakt op deze leeftijd, zoiets doet wat met je'' verdedigde ik Lynn, maar hij schudde zijn hoofd.

''Dat kan wel wezen, maar dan hoeft ze nog niet zo te overdrijven! Net alsof maanden depressief zijn een dooie weer tot leven wekt! NIET DUS!''

Ik sloot mijn ogen, plotseling moe van dit geruzie. Ik snapte Geoffs frustratie en deelde het misschien zelfs wel, maar alsnog, ik kon niet volmondig instemmen met zijn woorden. Zoiets deed je als moeder niet. Je roddelde niet over je kinderen met hun vader. Dat was gewoon fout.

''Geoff..'' begon ik, maar een stem onderbrak mij en mengde zich in ons gesprek.

''Nee, mama. Je hoeft me niet te verdedigen.''

Mijn ogen schoten in de richting van haar stem en net om de hoek stond ze, Lynn. Haar ogen waren rood, haar wangen nat van tranen en haar armen hingen slap naast haar lichaam, ze trilde. Stap voor stap, voetje voor voetje kwam ze dichterbij, totdat de afstand van een paar meter overbrugt was en ze voor ons stond. De schrik was me om het hart geslagen en pijn drong binnen toen ik haar zo zag, maar ze zag het niet, ze hield haar blik gevestigd op Geoff. Ik keek naar haar ogen in de hoop ze te kunnen lezen, in de hoop dat het waar was wat ze zeiden, dat de ogen de spiegel van de ziel waren. Ik hoopte dat ik zou zien wat er in haar omging, wat ze voelde, maar haar ogen waren leeg, er was niets.

''Papa, weet je wat er met een roos gebeurd als de tijd verstrijkt?'' vroeg ze, haar stem trillend, maar toch vastberaden en sterk.

''Dan verwelkt hij.''

''Dat klopt, maar wat gebeurd er als eerst?'' Lynn had haar blik strak gericht op Geoffs ogen en ik hield mijn adem in, niet wetend waar dit toe zou leiden.

''Eerst veranderen de blaadjes van kleuren en dan vallen ze eraf'' antwoordde hij lichtelijk geïrriteerd.

''Precies. En wat blijft er dan over?''

''De doornen en de steel.''

''Juist ja, de doornen en de steel. En wat nou als de doornen eraf gerukt worden? Wat blijft er dan nog over?''

''Alleen de steel.. Lynn wat wil je hier mee bereiken?!''

''Inderdaad, alleen de steel. Maar wat nou als die steel gebroken wordt? Wat heb je dan?'' vroeg Lynn, haar vaders woorden negerend.

''Dan heb je een gebroken steel!''

Lynn knikte en wendde zich vervolgens langzaam naar mij, haar ogen nog leger dan eerst, haar handen tot vuisten gebald alsof ze elk moment uit kon halen en iets kapot zou slaan.

''Stel nou hè, mama. Stel nou dat je op een schip woonde met papa, altijd al. Een heel groot schip, met een zwembad waar jullie samen zwommen, een tennisbaan waar jullie samen tennisten, een kamer waar jullie samen sliepen, een keuken waar jullie samen aten, een dek waar jullie samen lagen om naar de sterren te kijken, om je samen klein te voelen. Maar dan komt er een dag dat papa over boord valt en verdrinkt, terwijl jij toekijkt en niks kunt doen. Hoe zou jij je voelen?''

Ze keek me doordringend aan en ik had moeite met het wegslikken van de brok die zich in mijn keel had gevormd. Haar vraag had me overrompeld en ik wilde geen antwoord geven, maar haar blik dwong me, daar kon ik niet omheen.

''Dan zou ik me vreselijk voelen..''

''Ja, dan zou je je vreselijk voelen. En waar zou je aan denken als je weer bij de tennisbaan kwam? Of bij het zwembad of in jullie kamer?''

''Dan zou ik aan je vader denken..''

''En je zou hem missen toch? Je zou willen dat hij er nog was, omdat je van hem hield?'' ze wendde haar blik even af en ik zag dat ze haar tranen wegslikte, voordat ze me weer aankeek, mijn antwoord afwachtend.

''Ja, ik zou hem heel erg missen.''

''Hoe erg precies?''

''Dat weet ik niet..'' antwoordde ik voorzichtig en ik zag Lynn knikken.

''Nee, dat weet je niet, dat kun je je niet voorstellen. Maar wat nou, hè, als dat schip een gat in de onderkant had en het langzaam zonk. Waar zou je dan het bangst voor zijn?'' vroeg ze en ik dacht even na.

''Ik zou het bangst zijn voor de gedachte dat ik zou verdrinken'' antwoordde ik toen en Lynn zweeg even, opende haar mond en sloot hem weer. Ze zocht naar woorden, woorden die dit raadsel nog groter konden maken.

''Verdrinken in het water of verdrinken in het verdriet en de tranen die je zou huilen, omdat niet alleen het schip zou zinken, maar daarmee ook alle herinneringen aan papa?''

''Ik denk, verdrinken in het water'' zei ik, terwijl ik haar aankeek.

''Dat is wel het meest logische, hè? Was het in werkelijkheid ook maar zo, want dat is het niet, mama. Dat is het niet..'' Ze keek naar me en er rolde een eenzame traan over haar wang. Ze leek zo verloren en haar aanblik maakte dat ik medelijden met haar had, wat ze zag het. Ik wist dat ze het zag.

''Ik weet dat ik jullie heb weggeduwd, dat ik jullie nergens in betrokken heb, dat ik steeds alleen wilde zijn en dat jullie mij de schuld geven van hoe alles is gelopen en hoe het nu is. Dat is makkelijk, hè? Mij de schuld van alles geven, van de fouten die jullie hebben gemaakt, maar het is niet eerlijk! Het is gewoon niet eerlijk! Jullie hebben nooit, maar dan ook echt nóóit geprobeerd verandering te brengen in hoe het was. Van jou, papa, verbaasd het me niks, want het kan je toch geen reet schelen, maar van jou,'' ze stopte even en keek me aan met een verraden blik,'', van jou had ik toch op z'n minst iets verwacht, wat dan ook. Ik weet dat je me 's nachts hebt horen huilen, ik hoorde je voetstappen op de overloop en elke keer hoopte ik dat je binnen zou komen om me te troosten, maar je deed het nooit! Waarom niet?! Dat is toch wat moeders horen te doen?! Ach, het maakt ook niet uit, niet meer. Je hebt alleen maar medelijden met me en papa haat me. Jullie hebben er geen vertrouwen meer in dat het ooit nog goed zal komen met mij, maar gefeliciteerd, jullie zijn niet de enigen!'' riep ze, waarna ze zich abrupt omdraaide en het huis binnenrende, terwijl ik mijn gezicht in mijn handen begroef. Alles wat ze zei was waar, ze had gelijk en ik voelde me vreselijk.

Lynns POV

Ik deed de deur achter me op slot en ging achter mijn bureau zitten, voordat ik mijn mobiel tevoorschijn haalde en naast mijn laptop neerlegde. Beide schermen waren zwart, maar ik zag het led lichtje van mijn mobiel knipperen, ik had een nieuw bericht. Een beverige zucht ontsnapte mijn lippen en ik legde mijn hoofd op mijn ellebogen, terwijl ik luisterde naar het regelmatige kloppen van mijn hart en ik op mijn lip beet. Ik was er klaar mee, helemaal klaar mee. Ik had er geen zin meer in en niemand had nog zin in mij, dus waarom zou ik nog mijn best doen? Niemand had er vertrouwen in dat het ooit nog goed met mij zou komen, zelfs mijn ouders niet, maar ik was zelf waarschijnlijk degene die daar nog het minste vertrouwen in had. Ik werd stapelgek van mezelf, van mijn gedachten, van mijn gedrag, van de vele gevechten in mijn hoofd, maar vooral van het feit dat ik nooit eens normaal kon zijn, nooit eens iemand liet lachen, zich goed liet voelen. Iedereen die met me omging, werd spontaan depressief, dus ik begreep dat ze liever niet bij me waren. Ik was een vreselijk persoon.

Met een driftig gebaar veegde ik de tranen weg, waarna ik een la opende en er twee vellen papier uithaalde. Ik schoof mijn laptop opzij en sloot hem, voordat ik de vellen papier voor me op het bureau legde en een pen pakte. Mijn handen trilden en het voelde alsof met elk woord dat ik schreef er nog een mes in mijn hart werd gestoken. Het was een gevoel wat je niet kon beschrijven, zoals er wel meer gevoelens waren die je niet in woorden kon uitdrukken. Zo'n gevoel dat je niet begreep, totdat je het zelf gevoeld had. Ik wilde dat mensen me begrepen, maar dat deden ze niet. Ze hadden niet gevoeld wat ik had gevoeld, wat ik nu voelde en misschien was het maar beter zo. Misschien was het voor iedereen het beste dat ik dit nu deed, althans..dat probeerde ik mezelf wijs te maken.

Zodra ik klaar was met schrijven, smeet ik de pen met volle kracht tegen de muur, misschien stiekem hopend dat iemand het zou horen. Dat iemand naar boven zou komen, me zo vond en me stopte, voordat het te laat was. Maar misschien deed ik het ook wel om mijn frustratie kwijt te raken, om het feit dat ik er eindelijk klaar mee was te bezegelen, mezelf te vertellen dat er nu geen weg terug meer was. Ik wist het niet, maar terwijl ik mijn brieven opvouwde en ze in de enveloppen stopte, voelde ik dat het moment gekomen was. Spoedig zou ik vrij zijn. Vrij van mijn verdriet, van mijn herinneringen, vrij van de kwellingen en vrij van alles wat me had gemaakt tot wie ik ooit was geweest, tot wie ik was.

Ik stond op en legde de twee brieven met Mama en Papa erop naast elkaar neer op mijn bed, waarna ik me bukte en de doos onder het bed vandaan haalde. Snel tilde ik het deksel eraf en pakte ik het mes, zijn mes, eruit, voordat ik de doos terug onder mijn bed schoof en weer opstond. Met vastberaden passen liep ik mijn kamer uit, naar de badkamer, waarvan ik de deur op slot draaide. Ik keek naar mezelf in de spiegel. Ik keek in mijn eigen lege ogen, die niets anders dan een gebroken ziel weerspiegelden. Er was niets meer over, mijn blaadjes waren verwelkt, eraf gevallen en de doornen waren eraf gerukt. Ik klemde mijn kaken op elkaar en zag de glinstering van tranen, die ik zoveel haatte, in mijn ogen. Een schreeuw rees op in mijn keel, maar het geluid werd verstomd door het mes dat de spiegel raakte en er een ster in sloeg. Ik balde mijn handen tot vuisten en keek naar het verminkte spiegelbeeld van mezelf, terwijl ik met een vuist tegen de spiegel sloeg en nog een ster maakte. Mijn hand bloedde, maar ik voelde het niet. Ik was verdoofd, terwijl ik met het bloed in grote letters het woord 'SORRY' op de spiegel schreef. Het bloeden stopte daarna niet, zelfs niet toen ik mijn hand langs de witte deur had gehaald en die ook onder het bloed zat, maar dat maakte me niet uit. Van mij hoefde het bloeden niet te stoppen, mocht het net zolang doorgaan tot ik doodgebloed was. Dat was het plan, dat zou er straks gebeuren en ik was de enige die het wist..

Ik schudde mijn hoofd en pakte het mes van de wastafel, waarna ik de badkamerdeur opende en terug naar mijn kamer liep. Het was er donker en ik nam niet de moeite om het licht aan te doen. Op de tast, vond ik mijn mobiel en snel unlockte ik hem, waardoor er bloedvegen op mijn scherm kwamen, maar ik negeerde het en maakte een groepsgesprek aan op What's app. Ik stopte al mijn vrienden erin, ook Everlee, waarna ik snel een bericht typte en het verzond. 

                                      Als jullie dit lezen, is het al te laat.

                                      Niemand kan me nog stoppen,

                                      maar ik wil jullie gewoon even 

                                      zeggen dat jullie gelijk hadden.

                                      Al die tijd ben ik het depressieve

                                     kind geweest, de slechte vriendin.

                                     Jullie waren allemaal geweldig

                                     en ik weet zeker dat jullie prima

                                     zonder mij kunnen leven. Niemand

                                    heeft mij nodig, zelfs ik heb mezelf

                                    niet nodig en daarom ga ik weg.

                                    Kom me niet zoeken, probeer me

                                    niet te stoppen. Ik moet dit doen.

                                    Het spijt me.

Ik beet op mijn lip en klikte What's app weg, waarna ik het liedje Coming Down van Five Finger Death Punch op replay zette en het volume luider zette. Daarna legde ik mijn mobiel weer op het bureau neer en draaide ik me meteen om. Ik wilde niet zien dat ze me berichtjes zouden sturen. Ik wilde niet weten wat het met hun deed. Ik wilde niet dat iemand me zou stoppen en daarom ging ik weg. Mijn voeten leken even te weigeren, maar ik dwong ze de trap af te lopen, te sluipen en voordat ik het wist stond ik beneden in de hal. Ik griste mijn jackje van de kapstok en liep naar de voordeur, wierp nog even een blik over mijn schouder en zag een aan mij geadresseerde brief op het kastje liggen. Even twijfelde ik, maar ik wist dat ik er nu niet meer mee kon stoppen. Ik moest doorgaan, afmaken waar ik aan begonnen was en daarom opende ik de deur en liep ik naar buiten. Het handvat van het mes voelde koud aan in mijn hand en het ijzer glinsterde in de laatste zonnestralen van de dag. Ik haalde diep adem en liep met stevige passen weg. Dat was het dan, mijn afscheid.

~'~

A/N: Nou, dat was hoofdstuk 5 dan eindelijk, zoals ik beloofd had. Ik ben al een paar dagen terug van vakantie, maar had het een beetje druk enzo, dus vandaar. Nu jullie dit hoofdstuk hebben gelezen, ben ik wel benieuwd wat jullie denken dat er gaat volgen en of jullie mening over bepaalde dingen is veranderd. Ook vraag ik me af of jullie snappen wat ik schrijf, want als er dingen onduidelijk zijn, laat het me dan vooral weten! Voor dit hoofdstuk vraag ik minstens 10 votes en 5 comments.

In dit hoofdstuk heb ik het liedje Coming Down - Five Finger Death Punch genoemd. Dit is een nummer wat ik zelf vaak luister als ik down ben of me kut voel en ik vond het wel toepasselijk bij de situatie. Ook hiervoor geldt weer: luisteren MOET niet, het mag :). Ik plaats het daar ----->

Ik heb een paar comments gelezen die zeiden dat dit verhaal hun gevoelens of situatie beschreven en dat heeft mij wel geraakt. Daarom draag ik dit hoofdstuk op aan iedereen die zich zo heeft gevoeld of zich nu nog zo voelt. Weet dat er mensen zijn die om je geven en dat je een toekomst staat te wachten die jij zelf kunt maken. Geef niet op en als je iemand nodig hebt om te praten, inbox me gerust :) . Ik ben er voor jullie.

Seguir leyendo