deel 4

8 0 0
                                    

Ganda op:

Ganda staat rond te lopen rond de tafel, ze kijkt enorm zenuwachtig.

Susanne kom op

Susanne: Mama wat scheelt er nu weer? Je loopt er bij als een kieken.

Ganda: Ik weet het niet meer Susanne, Jasmin had al lang terug moeten zijn. Mijn vingers hebben bijna geen nagels meer. Waar zit dat kind toch

Susanne: Maak jezelf niet zo druk, als ze zegt dat ze terug komt dan komt ze terug. Geloof me maar. Ik vertrouw erop dat ze aan haar belofte houd.

Ganda: Ja maar toch, ik vertrouw dit niet allemaal. Iets in mij verteld me dat er iets niet klopt

Susanne: Weet je nog hoelang het geleden is dat je ze hebt gehoord?

Ganda: Deze morgen rond vijf uur. Ik probeerde haar over te halen om vroeger te komen maar ze werd gestoord.

Susanne: Hoe bedoel je met gestoord?

Ganda: Ze was in gesprek met een man, ze wilde er niets over zeggen. Daarom dat ik me er niet goed bij voel, ik vertrouw dit echt niet.

Susanne: Maak je niet druk. Je kent haar toch? Ze is een taaie! Ze kan haar mannetje wel staan. Ik geloof in haar.

Er word hevig op de deur geklopt. Ganda blijft aan de deur en doet niet open.

Susanne: Zeg ma, ben je versteend ofzo? Ik praat niet tegen de muur. Hallo, moet ik het nog is zeggen, ik praat niet tegen de muur he!!!!!

Pieter komt op: hij gaat gewoon binnen en duwt Ganda bijna omver.

Pieter: hoi, ik ben Pieter, zou Jasmin al thuis zijn. Ik heb haar al proberen te bellen maar neemt niet op.

Susanne: ja met zo'n lelijke beest is dat te begrijpen. En met welke Pieter hebben we te maken?

Pieter: Pieter Dewolf

Susanne: nooit van gehoord. praat tegen zichzelf : wel verstaanbaar!

Pieter: wat zei je?

Susanne: nee niets hoor. Jasmin zei je, die is niet thuis. Noem me toch Susanne. De nicht pardon de zus van Jasmin.

Pieter: Doe geen moeite ik weet al lang wie je bent. Ik zei dat ik voor Jasmin kom maar ze is dus niet thuis wat natuurlijk geen probleem is. Ganda, Pieter kijkt naar Ganda en doet teken om te komen, maar ze blijft zonder woorden kijken naar de deur. jij ben toch Ganda? kan ik je even spreken onder onze vier ogen ? Ganda blijft naar de deur staren.

Pieter kijkt terug naar Susanne: Wat heeft zei! is die versteend? Of kan ze mijn schoonheid niet aan?

Susanne: zeg maar meer het beest, ik weet ook niet wat ze heeft, zal ik een dokter bellen?

Ganda: Ja geen probleem, zeg maar Ganda.

Pieter: Haar reactie komt ook een stuk later. Kijkt naar Susanne heeft ze een paar vijzen los?

Susanne: mijn ma niet maar ik wil gerust een paar vijzen tegen uwe kop slaan als je nog een woord zegt.

Pieter: Moet ik bang zijn?

Ganda: zwijg jullie allemaal! Susanne, breng jij een bezoekje aan je vader. Die arme schat zal nood hebben aan een bezoekje.

Susanne: Pardon! Waarom zou ik moeten gaan, om verwijten achter mijne kop te krijgen? Ik heb daar geen zin in.

Ganda: Je hebt geen keus, je vader heeft propere kleren en zeker gewassen ondergoed nodig. En verder wil ik er niets over horen.

Susanne: Pieter had toch gelijk, je bent hier en daar een vijs kwijt. Maar ik stoor toch. Ben al weg. Gaat af.

zot in kopWhere stories live. Discover now