Epiloog

176 10 3
                                    

Er werd aangebeld. Jyt rende direct de trap af. Nog voor haar ouders in de gang stonden, trok ze de deur hardhandig open.

Ze hapte even naar adem toen ze hem zag. Hij was zo mooi, zo knap, veel beter dan op tv.

"Jyt?"

"Domingo?"

Er sprongen tranen in haar ogen en ze vloog in zijn armen. Zijn stevige armen omklemden haar tengere lichaam. Haar armen waren om zijn nek geslagen.

"Je leeft echt nog", zei ze met een trillende stem. Ze trok zich een beetje terug uit de omhelzing, maar liet de jongen niet los.

"Ik kan niet dood gaan als jij nog in mijn leven bent, Jyt", hij fluisterde het toen zijn gezicht vlakbij de hare kwam.

Jyt sloot haar ogen en tuitte haar lippen een beetje toen hun lippen in contact kwamen met elkaar.

Lang was de kus niet, want ze werden onderbroken door een stem vanuit het huis.

"Jytthe, kom je nog naar binnen om die leuke jongen aan ons voor te stellen?" Haar moeder stond in de deuropening en had grijnzend haar handen in haar zij gezet.

Domingo keek verbaasd naar Jytthe alsof hij wilde vragen 'heb je het ze al verteld?'

Jyt knikte en wendde zich tot haar moeder, "Nee mam, ik wil eerst naar mijn eigen kamer en Domingo goed leren kennen."

"Is goed schat, maar daarna gaan we taart eten." De moeder van Jyt draaide zich om en liep naar binnen.

"Dus, Jytthe?" Zei Domingo lachend.

Jyt bloosde door die ontzettend aantrekkelijke, ontdeugende lach. "Ja, zo heet ik."

"Heb je je ouders alles al verteld?" Domingo keek iets serieuzer.

"Ja, ik kon niet plotseling zo vreselijk verdrietig zijn. Ik heb toen een goed gesprek met mijn moeder gehad en alles verteld over ons."

Domingo gaf een kus op Jytthe's voorhoofd. "Ik heb al vanaf de eerste week alles tegen mijn ouders gezegd. Ik kan toch op geen enkele mogelijkheid zwijgen over zo'n leuk meisje?"

Voor de zoveelste keer die ochtend werd Jyt rood tot achter haar oren.

"Kom", zei ze en ze trok Domingo mee naar binnen, "trek je schoenen uit. We gaan naar mijn kamer, want we hebben nog heel veel te bespreken."

"Ik zet eerst even mijn fiets op slot, hoor", zei de jongen en hij zwaaide met zijn sleutels.

Jyts ogen vielen bijna uit haar oogkassen, "Woon je zo dichtbij dat je met de fiets gekomen bent?"

"Honey", Jyt zwijmelde weg toen hij het voor het eerst in het echt tegen haar zei, "je weet zo veel nog niet van mij. Kom, dan gaan we elkaar goed leren kennen."

Ze renden als twee kleine kinderen de trap op om er de komende drie uur nog niet vanaf te komen.

THE END

Omdat je antwoorddeWhere stories live. Discover now