hoofdstuk 7

2.8K 34 7
                                    

Wat vooraf ging:

Geschrokken laat ik mijn stok vallen en sla mijn handen voor mijn mond. Ik zak op de grond en kijk naar de man die ik zonet in elkaar heb geslagen. Zijn ogen staan open en kijken in het niets. Ook zie ik zijn borst niet op en neer gaan. Mijn tanden beginnen te klapperen.

'Had ik niet gezegt dat je daar moest blijven?!' valt Sam woedend tegen me uit. Ik ben niet in staat te antwoorden of hem zelfs maar aan te kijken. Ik kijk naar het levenloze lichaam voor me.

'Hij is dood' fluister ik.

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Ik voel hoe het gal naar boven komt en ik begin te kokhalzen.

'Kom, Alison, we moeten gaan.' Zegt Sam, er is niks van medeleven in zijn stem alleen haast. Ik ben niet in staat hem een dodende blik toe te werpen, zelfs geen gewone blik. Hij pakt me ruw bij de arm en trekt me mee naar de auto, eigenlijk meer sleuren, want lopen lijkt me nu iets onmogellijks.

In mijn hoofd blijft de doffe plof zich keer op keer herhalen. Dat maakt dat ik opnieuw door mijn knieën zak.

'Ik ben een moordenaar.' fluister ik en ik begin weer te kokhalsen.

'Kom Alison, we moeten nu echt even doorlopen, straks kan je huilen.' zegt Sam bitter en trekt me weer omhoog. Dit keer zak ik niet terug en op de een of andere manier krijg ik het voor elkaar Sam aan te kijken. Het lukt me zelfs boos te kijken.

'Pardon?!' vraag ik. 

Dom genoeg antwoord Sam 'Gewoon naar de limo, en dan gaat het over.' Opeens keert alle energie terug in mijn lichaam en ik kijk Sam woedend aan. Of eigenlijk vernietigend, aan Sams blik te zien. Ik trek mijn arm uit zijn hand.

'Sorry hoor, maar volgens mij heb ik hier wel het recht om even te janken of zelfs te kotsen. Ik ga gewoon even een stukje rennen om aan een zekere Cooper te ontsnappen, word ik berooft en bijna verkracht.' Ik probeer alles niet schreeuwend en duidelijk uit te spreken. 'Dan komt mijn geweldige held die probeert me te redden, waarna ik hèm moet redden door iemand te vermoorden!' Oke, dat schreeuwde ik een beetje.

In plaats van terug te schelden of iets anders hatelijks te doen, trekt hij een schuldbewust gezicht. Voordat ik erop heb kunnen reageren, strekt hij zijn armen en trekt me dicht tegen zich aan. Hij wrijft me over mijn rug en fluistert: 'Het komt wel weer goed.' Uit het niets beginnen de tranen uit mijn ogen te stromen. Ik probeer ze te stoppen, maar op een of andere manier blijven ze maar stromen.

'Stttt, stil maar.' fluistert hij en drukt me nog iets harder tegen me aan. Ik weet niet wat me overkomt en sla opeens mijn armen om zijn nek en ik begin nog harder te huilen.

'Sttt.' fluistert hij weer. Ash stapt uit de auto en doet zijn mond open om iets te zeggen, maar als hij Sam en mij ziet staan valt hij stil. Dan pas dringt het tot me door dat ik huilen met Sam Dylan Cooper sta te knuffelen. 

Voorzichtig duw ik hem van me af en veeg ik mijn tranen van mijn gezicht. Gosh, waar is mijn gevoel voor eigenwaarde gebleven?!

Dan pas ziet Sam Ash. Ash geeft hem een betekenisvolle blik (weet ik veel wat het betekend) en vraagt dan lief aan mij:'Zullen we je thuis brengen?'

'Ehm, ja, graag' hakkel ik en ik stap de limo in. Teminste, dat probeer ik. Mijn voet blijft buiten de auto haken en en val voorover in de limo, plat op mijn buik.

Met een rood hoofd probeer ik nog een beetje waardig rechtop te gaan zitten, wat nog niet zo makkelijk gaat en je voet buiten de auto, misschien had ik hem toch maar eerst naar binnen moeten halen.

I Hate That I Love YouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu