Hoofdstuk 2. Het begin van Damian's verhaal.

326 7 1
                                    

**A/N: Tadaaaaaaa! Hoofdstuk 2! Dit hoofdstuk is ge-edit! Ik zou zeggen: lees snel verder en geniet!! -xoxo- LadyZoe**


Foto van Lorraine aan de zijkant!!!! -------------------------------------------->>

Het is 7 uur s'ochtends. Lorraine wordt wakker nog voor haar wekker gaat en zet hem uit. Ze gaat rechtop in bed zitten en rekt zich gapend uit. Ze dacht aan haar droom van die nacht over wat er eerder die nacht gebeurd was. Ze had vooral veel van Damian gedroomd. Als ze aan hem dacht kreeg ze vlinders in haar buik. Hij was zo mooi! dacht ze. Damian was een jongen van 1.85 meter lang en hij was gespierd. Breed, maar niet zo breed dat je niet om hem heen kon kijken. Hij had donkerbruin haar dat tussen kort en lang zijn in zat en dat in een wild model was geknipt. Alsof hij net uit bed was gestapt maar dan op een mooie manier. En dan zijn ogen! Ze stonden perfect in het midden van zijn gezicht. Ze waren donkergroen van kleur, als smaragden en amandelvormig. Hij had lange, mooi krullende wimpers en zijn wenkbrauwen stonden in een mooie boog. Zijn mond was mooi gevormd en had volle lippen. Lorraine dacht aan hoe het zou zijn om die volle lippen aan te raken. Hoe zou het zijn om er een kusje op te geven? Ze moest blozen bij die gedachte en zuchtte diep. Ze klom uit bed en ging zich klaarmaken om naar school te gaan. Ze nam een douche en kleedde zich aan. Ze trok een witte, nauwsluitende driekwart capri spijkerbroek aan met erboven een wit hemdje met spaghettibandjes en daaroverheen een fuchsia shirttop met een diepe decolleté (vandaar het hemdje) en onder de borst was het shirtje versierd met studs. Ze trok fuchsiakleurige pumps met een hoge hak aan, die perfect pasten bij haar shirtje. Ze deed een setje zilveren oorhangers in, die bewerkt waren met donkerroze steentjes. Alles matchte. Ze borstelde haar lange, honingblonde haar en stak het op in een knotje waar aan de achterkant nog plukjes uitvielen. Ze liet een lok van haar pony uit de knot, zodat die langs haar gezicht viel. Toen maakte ze zich op met rustige kleuren die haar kleding accentueerden. Lorraine was een slank gebouwd meisje van 17 met een mooi, symmetrisch gezicht. Ze had felblauwe ogen, haast onnatuurlijk blauw. Haar ogen waren amandelvormig. Ze was welgevormd, het type meisje dat bijna elke jongen nakeek. Alles was goed in verhouding. 

Lorraine keek op de klok en schrok zich een hoedje. Het was al 10 voor 8! Ze begon om half 9 en ze moest nog ontbijten en haar taxi bestellen. Ja, je leest het goed. Lorraine ging per taxi naar school. Ze had stinkend rijke ouders die beide eigen bedrijven hadden. Haar moeder was de eigenaresse van een grote warenhuizenketen. Een soort De Bijenkorf. Haar vader had diverse electronica warenhuizenketens in zijn bezit. Er was dus genoeg geld, zoveel dat Lorraine het nooit van haar leven op zou kunnen maken. En ja, wat moest je anders met zoveel geld? Lorraine liep naar haar draadloze huistelefoon en bestelde een taxi. De taxi zou om 10 over 8 komen. Dat betekende dat ze nog een kleine twintig minuten had om te ontbijten en haar tas in te pakken. Ze pakte gauw haar tas in. Toen ging ze naar beneden en werkte snel een kom Frosted Flakes met melk naar binnen. Ze liep door de keuken en stelde haar lunchpakket samen: Een flesje Vittel, een appel, een pakje Milk-Break koekjes en 2 muesli-repen. Toen rende ze nog even gauw naar boven om een wit vest te pakken. Al lopend trok ze het vest aan. "Oh, Lorraine, wat doe je jezelf aan? Je weet niet eens of hij je ziet staan en dan loop je je nu al zo uit te sloven. Hou je hoofd koel! Dat jij hem al eeuwen leuk vindt wil niet zeggen dat hij jou ook maar een blik waardig zal keuren." dacht ze bij zichzelf. Beneden aangekomen pakte ze haar tas en op dat moment toeterde er een auto. De taxi was er. Lorraine checkte snel of ze alles had en toen haastte ze zich naar buiten.

Op school kon Lorraine haast niet wachten tot de lunchpauze aanbrak. Ze kon zich amper concentreren in de lessen. Haar gedachten waren gevuld met Damian en de vragen die ze hem straks zou stellen. Lekker handig, zo vlak voor de eindexamens....niet dus! Toen de bel dan eindelijk ging, verliet Lorraine zo snel ze kon het lokaal. Ze wimpelde haar vriendinnen af met een slappe smoes en haastte zich naar de nooduitgang van de aula. Na 5 minuten te hebben gewacht zag ze Damian de trap af komen. "Hoi" zei ze en ze liep naar hem toe. Hij zag er anders uit. Vannacht had hij rode randjes om zijn ogen gehad, rood als bloed. Dat was nu weg. En zijn gezicht stond veel zachter. "Hey" zei Damian. "Laten we gaan, we hebben niet veel tijd." De lunchpauze duurde drie kwartier. Zijn stem klonk ook anders. Het rauwe, hese randje was eraf en er was een diepe, warme stem voor in de plaats gekomen. Dit alles viel Lorraine op, maar ze besloot vooralsnog te doen alsof ze niks doorhad. Ze zou hem zometeen wel confronteren. "Oké" zei Lorraine, alsof ze niks had gemerkt en ze volgde hem de nooduidgang door, de brandtrap af en over het schoolplein. Ze liepen om het gebouw heen. "Waar gaan we heen?" vroeg Lorraine. "Kom nou maar gewoon mee, ik weet een plek waar we rustig kunnen praten zonder gestoord te worden" antwoordde Damian en hij liep verder. Ze lieten het schoolgebouw achter zich en liepen richting een afgezonderd gebouw, Dit was het 'verboden terrein', een grote keet die door studenten werd gebruikt om 's nachts fikkie te steken en andere streken uit te halen, wat natuurlijk verboden was. Het gebouw, dat vroeger als magazijn was gebruikt, had eens vlam gevat. Het gebouw had niet al te veel schade, maar genoeg om vanaf dat moment tot strikt verboden terrein voor studenten te worden verklaard. Het gebouw was een beetje in verval geraakt en was vies en stoffig geworden. Toen Lorraine doorhad waar ze heen liepen, bleef ze abrupt stilstaan. "We gaan toch niet naar die vieze, ouwe keet he?" vroeg ze aan Damian. "Goed geraden" zei Damian en hij liep gewoon door, alsof er helemaal niks aan de hand was. "Wacht!" riep Lorraine, die nog steeds was blijven staan. Damian stopte en draaide zich om. Lorraine liep naar hem toe. "Je denkt toch niet dat ik daar naar binnen ga, he?" vroeg ze aan hem. Ze praatte verder zonder hem de kans te geven om te antwoorden, "Ik bedoel, het is daar VIES! Is het je soms niet opgevallen dat ik een meisje ben? Ik ben een schoon en net meisje. Schone nette meisjes gaan niet in oude,vieze opslagplaatsen zitten!! Iew!" Lorraine trok haar neus op alsof ze iet heel smerigs rook. Haar blik ging naar de oude opslagplaats en toen naar Damian. Ze keek hem lief aan. "Kunnen we niet ergens anders heen gaan? Ergens waar het schoner is?Alsjeblieft?" smeekte ze met haar liefste stemmetje en mooiste glimlach en een overredende blik in haar ogen. Damian keek naar haar alsof hij medelijden met haar had. Toen zei hij, glimlachend: "Nee." De mooie lach die Lorraine Damian had geschonken in de veronderstelling dat hij zou zwichten --dat deden alle jongens immers, tenminste, tot nu toe dan-- verdween als sneeuw voor de zon. De pleitende blik veranderde in een van woede en Lorraine vertrok haar gezicht. "WAT?!" zei ze kwaad en op luide toon. "HALLO?! Kan het je dan helemaal NIKS schelen dat mijn kleren smerig worden en gaan stinken? En mijn HAAR!? Weet je wel hoe lang ik erover heb gedaan om er zo goed uit te zien?? Nou???" Boos zette ze haar tirade voort, met een steeds luider wordende stem. "STA ME NIET ZO DOM AAN TE GAPEN! JE LIJKT WEL EEN KOE!" tierde Lorraine. "Nou, geef je me nog antwoord of hoe zit dat?" vroeg ze, lichtelijk buiten adem van haar woede-uitbarsting. "Je bezorgt me nog eens een hartaanval een dezer dagen" mompelde ze. "Wow" zei Damian, die met opgetrokken wenkbrauwen naar Lorraine keek. "Je weet wel hoe je herrie moet schoppen, zeg! Maar, nee, je zal er toch echt heen moeten. Kom nou maar gewoon mee, je zult zien dat het niet zo erg is als je denkt" zei hij en hij liep naar binnen. Na een paar stappen draaide hij zich om en vroeg: "Kom je nog?" "Ja, maar nog één ding: Als ik er niet degelijk uitzie als we hier weer uitkomen, dan ben je nog lang niet jarig!" zei Lorraine. "Wat jij wil", zei Damian onverschillig en hij draaide zich om en liep verder. Verslagen sjokte Lorraine achter hem aan, meerdere malen "iew!" of "iek!" te piepen als ze weer een met haar gezicht door een spinnenweb liep. Ze liepen door een niet al te lange gang, sloegen linksaf en liepen op een doodlopende muur af. Lorraine opende haar mond om Damian van repliek te dienen, maar hij was haar voor. "Wacht even", zei hij. Hij trok bij de rechterkant van de muur een loszittend stuk behang naar achteren, dat niet opviel als je niet wist dat het er zat. Achter het behang zat een knop. Damian drukte de knop in en de muur draaide als een deur linksom open. Ze liepen door en de muur sloot zich weer achter hen. Ze stonden in een grote kamer met een grote bank, een paar stoelen, een comfortabele poef, een koelkast, en een flatscreen-tv aan de muur. Lorraine stond met stomheid geslagen te kijken naar de kamer, met ogen zo groot als kleine schoteltjes en ver opgetrokken wenkbrauwen. Er was zelfs een wc! Het was eigenlijk een mini-appartement. "Wat...hoe..." bracht Lorraine met moeite uit. "Vertel ik je een andere keer wel. Ga maar zitten, We hebben niet veel tijd meer, het is kwart over twaalf." zei Damian. Lorraine nam plaats op de grote bank, die zwart was en heel lekker zat. Damian ging in een comfortabele stoel zitten, niet al te ver bij Lorraine vandaan. Lorraine haalde haar lunch uit haar tas en bood Damian wat aan. "Wil je hier misschien wat van?" vroeg ze. "Nee, dank je, eet jij maar. Ik heb eigenlijk liever dat we beginnen, dan heb ik het maar gehad." zei Damian. "Oke" zei Lorraine en ze pakte alleen haar flesje water. De rest stopte ze weer in haar tas. Ze had nu wel wat anders dan eten aan haar hoofd. Ze nam een klein slokje water. "Nou, wat wil je weten?" vroeg Damian met tegenzin. Lorraine deed alsof ze even nadacht en zei: "Nou, ten eerste: Wat ben jij?" Ze keek hem recht aan. Damian keek zonder aarzelen terug. "Ik ben een vampier. Of eigenlijk, een halfvampier" antwoordde hij.

Het Vampiersverhaal(werktitel)Where stories live. Discover now