Hoofdstuk 17

86 6 0
                                    

Toen ik mijn ogen opende, zag ik dat ik me weer in een bos bevond. Caine had zijn armen nog steeds om me heen.

'Lea! Je bent wakker. Hoe voel je je?' vroeg hij.

'Het valt wel mee. Ik had net een vreemde droom,' antwoordde ik.

Hij hielp me wat overeind en ik keek om me heen.

'Caine, waar is Mason?'

'Mason? Die was hier nooit.'

'Hoe bedoel je: Mason was hier nooit?'

'We hebben hem al lang niet meer gezien en jij leek hem vergeten te zijn.'

'Waarom zou ik hem vergeten? Je doet raar, Caine.'

'Nee, Lea. Ik ben niet diegene die raar doet. Mason is al lang dood.'

Geïrriteerd stond ik op. Dit leek wel erg op de droom die ik net had, maar toen zei Mason dat we Caine al lang niet meer gezien hadden en ik hem vergeten was.

'Hoe bedoel je: Mason is dood?'

'Toen we Theodor gevonden hadden, koos je voor mij, waardoor Mason stierf. Je was hem snel nadien vergeten, dus het is nu even vreemd dat je weer over hem begint.'

'Hoe bedoel je: nadat we Theodor hadden gevonden? We hebben Theodor nog niet gevonden, daarom zijn we in dit bos. We zijn nu op weg naar hem.'

'Lea, wat is er met je? Ben je alles vergeten?'

'Blijkbaar, geef eens een korte beschrijving van wat er allemaal gebeurd is. Misschien komt dan alles weer terug.'

'Oké, goed idee. Toen we Theodor gevonden hadden, koos je voor mij. Hierdoor stierf Mason en ben je hem vergeten. Niet lang na zijn dood, vielen de engelen ons aan en vermoordden ze mijn ouders, waardoor wij nu de heersers zijn van het demonenrijk. We zijn ook getrouwd, anders was je niet de wettige koningin van de demonen.'

'Waarom zijn we dan in het bos en lag ik in jouw armen?'

'We hadden even vrij genomen van onze taken. Momenteel heeft Jack even onze taken overgenomen tot we terug zijn. We maakten een boswandeling, tot je ineens flauwviel.'

'Hoelang was ik bewusteloos?'

'Een uurtje.'

Ik knikte.

'Misschien moeten we maar eens terug gaan naar het demonenrijk. We zijn nu een week weg en Jack zal de verantwoordelijkheden wel al beu zijn.'

Ik lachte en knikte. Ik wou eigenlijk wel zien hoeveel Jack veranderd was. Misschien was hij nog juist hetzelfde als de laatste keer dat ik hem zag.

Caine pakte mijn hand en samen wandelden we door het bos, op weg naar een uitgang.

Na een tijdje waren we uit het bos. Caine hield een taxi tegen en we stapten in. Enkele uren later kwamen we aan bij het parkje, waar onze eerste date was en we de poort naar het demonenrijk zouden vinden.

We stapten uit de auto en Caine betaalde de chauffeur. Daarna begeleidde hij me, met zijn arm om me heen, naar de vijver.

Toen we bij het water waren aangekomen, lieten we onze vleugels tevoorschijn komen. In plaats van een zwarte en witte vleugel te hebben, heb ik nu twee zwarte vleugels. Ben ik dan ook in een volbloed demon veranderd toen ik voor Caine koos?

We wandelden naar het midden van de vijver tot we door het water zakten en we onze vleugels uitsloegen.

'Wie het eerste bij het paleis is?' vroeg Caine.

'Ik maak je in,' antwoordde ik.

'Dat zullen we wel nog zien.'

Snel sloeg ik mijn vleugels om me heen, zodat ik, met een hoge snelheid, een duikvlucht naar beneden maakte. Toen ik op de goede hoogte was, sloeg ik ze weer open en liet me meevoeren door de wind. Dankzij een stroming, waarin ik beland was, ging ik zeer snel vooruit zonder al te veel moeite doen. Boven me vloog Caine die iets meer moeite moest doen om me bij te houden. Glimlachend keek en zwaaide hij naar me.

De zielenstrijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu