hoofdstuk 10

134 6 6
                                    

We waren omsingeld. Van tussen de bomen hoorde ik gegrom. Langzaam kwamen gloeiende gele ogen tevoorschijn en niet veel later hun kop en lichamen. De wolven waren allemaal grijs met bruine en zwarte vlekken, maar dat kwam omdat ze vuil waren, want anders waren ze gewoon grijs. De rogues kwamen op ons af en cirkelden dreigend om ons heen. Caine en Mason hadden hun wapens hand en Caleb was ondertussen getransformeerd in een wolf. Ik zelf besloot om mijn boog als wapen te kiezen in plaats van mijn zwaard. Ik legde een pijl op de pees van mijn boog en trok de pees strak achteruit, terwijl ik richtte op een van de rogues. Ik zou niet als eerste schieten, maar wachten tot ze aanvielen. Daarvoor hoefde ik echter niet lang te wachten. Een rogue sprong op Mason af, maar ik schoot een pijl door zijn hart, waardoor hij in het midden van zijn sprong dood neerviel. Mason keek even dankbaar opzij voor hij zijn blik weer richtte op de andere rogues die onthutst naar hun dode vriend keken en toen luider en dreigender begonnen te grommen. Ik legde weer een pijl op de pees en spande de pees aan. De volgende rogue had het op mij gemunt, maar voor hij me kon bereiken wierp Caleb zich op de rogue en haalde zo de andere wolf uit de lucht. Op dat moment barste de hel los. Alle andere rogues, ze waren in totaal met tien, vielen aan en ik moest de ene pijl na de andere aanleggen en afschieten. Ik concentreerde me op de rogues die de andere aanvielen en op ons afkwamen, terwijl Mason en Caine met hun zwaarden de rogues, die door mijn verdediging waren gebroken, uitschakelden. Caleb viel vooral rogues aan die het op mij gemunt hadden en gaf me zo dekking. De groep rogues was bijna volledig gedood, toen een rogue opeens zijn kop de lucht in stak en begon te huilen. Zijn huil werd beantwoord door rogues in de verte en ik wist gewoon dat hij versterking opriep. Caine en Mason wierpen me een twijfelende blik toe, waarin ik de vraag kon zien die ze ik gedachten hadden: gaan we er vandoor of blijven we hier?

Ik haalde mijn schouders op en besloot te blijven. We konden Caleb niet alleen achterlaten.

Ik had gelijk. Niet veel later kwam er een enorme groep rogues van tussen de bomen tevoorschijn. Meteen vielen de rogues ons aan en begonnen wij de aanval af te slaan. Het waren er te veel. Dit konden we niet halen met z'n vieren.

Ga! Ik hou ze wel tegen! Hoorde ik Caleb ik mijn hoofd.

We kunnen je toch niet alleen achterlaten? Vroeg ik.

Geen zorgen. Mijn roedel is op weg. Ze kunnen hier elk moment zijn. Ik red het wel. Ga!

Ik knikte dankbaar naar hem.

Bedankt voor alles.

Geen probleem. Ga verder naar het westen. Ik heb een goede vriendin van me al laten weten dat jullie eraan komen. Ze wacht jullie op.

Ik knikte en gebaarde naar Caine en Mason dat ze me moesten volgen. We zwaaiden naar Caleb, maar hij zag het niet meer omdat hij de rogues van ons weghield.

Snel sloegen we onze vleugels open en vlogen richting het westen. Als ik het me goed herinner is dat de plek waar de zeemeerminnen en piraten wonen.

Eindelijk vlogen we het bos uit en vreemd genoeg leek het alsof ik ook echt voelde dat we een gebiedsgrens overstaken. Meteen na het bos lagen er steentjes op de grond. Hoe verder je van het bos weg ging, hoe meer zand er kwam tot je uiteindelijk op een strand stond. Het strand strekte zich naar links en rechts kilometers uit een ook rechtdoor was het nog een lange afstand om de zee, die je in de verte zag, te bereiken. Te voet zou zeker drie uur geduurd hebben, maar met vleugels hooguit een uurtje.

We landden op het zand op enkele meters van het water, zodat onze voeten niet meteen nat zouden worden. Het enigste probleem dat we nu hadden, was dat we de vriendin van Caleb moesten vinden. We wisten dat het een meisje was, maar niet of het een piraat of zeemeermin was. Hopelijk zouden we er snel achter komen.
We begonnen langs de rand van het strand te wandelen in de hoop om iemand te zien, maar na een tijdje gewandeld te hebben vonden we nog steeds niemand. Hadden Mason en Caine gelijk over Caleb? Had Caleb ons erin geluisd?

De zielenstrijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu