Hoofdstuk 10

1.9K 121 9
                                    

Hunters p.o.v

Mijn hart stopte toen hij het mes tevoorschijn haalde. Sam keek me nog steeds aan en leek een poos lang niet door te hebben wat er naast haar keel hing, tot het mes contact maakte me haar huid en een klein, ondiep sneetje maakte.
'Wat is er, Alpha? Kun je er niet tegen als ik je lieve, kleine mate pijn doe?' Nathiël schok me een kwaadaardige blik.
'Laat haar gaan,' zei ik op een meer smekende toon dan dat ik eigenlijk van plan was. Het koste me steeds meer moeite om mijn kaak niet te laten trillen en mijn wolf onder controle te houden. Hij was aan het huilen en probeerde naar buiten te komen, maar als dat zou gebeuren zouden ze Samantha direct vermoorden. 'Alsjeblieft, doe haar geen pijn. Ik smeek het je.'
'Je smeekt me? Dat had ik niet verwacht. Zie je nou wat het effect van een mate heeft? Zelfs een van de machtigste Alpha's ter wereld breekt als zijn mate pijn heeft.' Nathiël drukte het mes strakker tegen haar hals. 'Ze maakt je zwak, Hunter. Het is beter voor iedereen als ze er niet meer is en het is maar goed ook dat ik daar de juiste manier voor heb.'
Samantha keek me aan, haar ogen waren groot, maar er was geen sprankje angst in te zien. Ze waren net zo helder als normaal. Er kroop een zwak glimlachje over haar gezicht toen ze doorhad dat ik haar aan het bestuderen was. De schattigste lach die ik ooit had gezien bij een meisje, maar de lach veranderde te snel in een geschrokken uitdrukking. Haar ademhaling haperde hoorbaar, zelfs van deze afstand, en haar kaak trilde.
Mijn blik schoot van Sam naar Nathiël en weer terug naar Sam. 'Samantha zal sterven,' zei Nathiël met een vleugje zelfvoldaanheid. 'De kracht die de Maan Godin aan haar gaf zal uit haar lichaam verdwijnen en zonder die kracht zal ze niet kunnen leven. De krachten zullen terug keren naar de Maan Godin en de Maan Godin zal weer sterker worden. De Dochter van de Maan zal niet meer bestaan, alleen de Maan Godin zal overblijven zoals het altijd hoorde te zijn.'
'Sam,' fluisterde ik. Haar ogen, inmiddels dof en bijna kleurloos, schoten omhoog om de mijne te ontmoeten. Ze glimlachte weer zwakjes voor haar ogen dicht zakten en ze als een lappenpop in Nathiëls armen lag.
"Waarom doe je niets! Ze gaat dood! Help haar!" schreeuwde mijn wolf, maar ik stond als aan de grond genageld. "Help haar! Ze is je mate! Onze mate! We raken haar kwijt! Sukkel! Oelewapper! Nutteloos iets!"
'Maak hem los,' hoorde ik Nathiël fluisteren tegen een van de Hybrides. De Hybride liep naar me toe, terwijl Nathiël door zijn knieën boog en Samantha op de grond legde. 'Het heeft geen zin om te proberen haar te redden, Alpha. Ze zal sterven, hoe goed je je best ook doet om haar in leven te houden. Ze redt het niet zonder de krachten van de Maan Godin.' Nathiël boog zijn hoofd kort voor hij de kamer verliet. De Hybrides volgden hem alsof ze zijn honden waren.
Voor een lange tijd stond ik doodstil naar Sam te kijken, ik had zelf nog niet doorgehad dat de Hybride die naar me toe liep de kettingen had losgemaakt. Langzaam strompelde ik naar Sam toe en knielde bij haar neer. De grijze stof van haar vest was donker gekleurd met bloed. Zonder ook maar een seconde naar te denken ritste ik haar vest los en trok mijn trui uit om er een prop stof van te maken en die op de wond te drukken.
Er ontsnapte een geschrokken en gepijnigde piep uit haar mond en haar ogen schoten open. 'Hun-ter,' zei ze happend naar adem door de pijn.
'Stil, het komt goed. Alles komt goed.' Ik hield met mijn ene hand de prop stof op de wond en trok met mijn andere hand Sam een stukje omhoog tot ze op mijn schoot lag. Haar gezicht vertrok kort voor ze me weer aankeek.
'Ben je gewond?' vroeg ze zachtjes. Ik schudde snel mijn hoofd wat me een glimlachje opleverde. 'Dan is het goed.'
Mijn wolf huilde bij het zien van onze mate. Hij deed nog steeds zijn best om eruit te komen, maar ik wist hem nog steeds onder controle te houden. 'Houd vol. We komen hier beide levend uit.'
Ze sloot haar ogen en ademde diep, maar haperend, in en uit.

Dat gebeurde vier dagen geleden. Leden van mijn roedel hadden ons gevonden door Ashton. Hij had via Mindlink verteld waar we waren en ze waren direct gekomen. Ik weet niet alles meer van wat er is gebeurt. Alles ging in een waas van woede, angst en verdriet aan me voorbij. Het enige wat ik nog weet is dat mijn moeder me uit de bunker hielp. Ik stond te wankelen op mijn benen en probeerde te praten, maar de woorden kwamen niet verder dan mijn hoofd en bleven in mijn keel steken.
Samantha was niet meer wakker geworden en iedereen zei dat ze nooit meer wakker zou worden, maar ik wilde niet naar ze luisteren. Ze kon niet dood zijn, dat mocht niet. Ik was haar nodig. Haar familie was haar nodig. Adrian was haar nodig.
Ik had die vier dagen niet geslapen en ik had de roedel verwaarloosd. Sams ouders waren hierheen gegaan en ik had al een paar klappen gekregen van Joshua, ik had zijn zusje pijn gedaan.
Alpha Zacharias had me de afgelopen dagen proberen te helpen met het reoganiseren van de roedel, maar ik was er nooit bij met mijn hoofd. Ik zat iedere keer, iedere seconde van de dag, met mijn hoofd bij Sam.
Zou dit de straf zijn voor hoe ik haar heb behandeld? Had de Maan Godin misschien bedacht dat ik geen mate verdiende? Had -
'Alpha Hunter.' De stem van Alpha Zacharias haalde me uit gedachten. 'Het heeft geen zin dit te doen als je niet oplet. Ik snap dat je het moeilijk hebt, iedereen snapt dat. We zijn haar allemaal verloren -'
'Ze is niet dood,' mompelde ik, terwijl ik mijn voorhoofd van de tafel tilde. 'Ze leeft nog. Ik voel haar hartslag. Ik voel haar ademhaling.'
Alpha Zacharias zuchtte. 'Hunter, de kans dat ze wakker wordt is nihil. Ze is nu al vier dagen niet meer bij bewustzijn geweest. Ik snap hoe zeer je wilt dat ze wakker wordt, dat willen we allemaal, maar we moeten reëel blijven.'
'Reëel?' Ik stond op en zette mijn handen met veel kracht op de tafel. 'Dit zijn geen roedel zaken! Dit gaat om het leven van mijn mate! Uw bloedeigen dochter! Wilt u dat ze sterft? Is dat het? Wilt u dat ze nooit meer wakker wordt? Dat u een begrafenis moet regelen voor uw eigen dochter?'
'Alpha Hunter, ik verzoek u nu naar uw kamer te gaan en even tot rust te komen. U bent slaap nodig,' zei Alpha Zacharias op formele toon.
'Dit is mijn roedel, mijn huis, mijn kantoor. U gaat maar weg.' Ik ademde diep in en uit om mezelf te kalmeren, niet dat het veel hielp. 'Ik weet dat u me wilt helpen, maar ik heb daar nu geen baat bij. U kunt het beste terug naar uw vrouw en zoon gaan. Zij zijn uw harder nodig dan ik.' Ik draaide me om en liep mijn kantoor uit.
De deur was nog maar net open of ik werd vast gegrepen. Ashton.
'Laat me los,' gromde ik.
'Sorry, Hunter, dat zal niet gaan. Ik moet met je praten. Zonder luistervinken.' Ashton sleepte me mee de trappen op en naar mijn kamer. Hij sloot de deur achter zich en draaide hem op slot. 'De leden van de roedel willen een andere leider. Ze zeggen dat een Alpha die zo met de dood van zijn mate -'
'Ze is niet dood.'
'Juist, ze slaapt.' De sarcasme was duidelijk te horen in zijn stem te horen en ik gromde weer. 'Denk na, Hunter. Ze wordt niet meer wakker.'
'Ze wordt wel wakker. Ik weet het zeker. Ik voel het.' Met een ruk trok ik mijn arm los. 'Ga iemand anders lastig vallen en laat mij met rust. Bovendien is het jouw schuld dat Samantha gewond raakte.' Mijn kaak verstrakte. 'Jij had haar tegen moeten houden. Als jij je best nou een keer deed en haar niet maar de oude bunker had laten gaan, was dit allemaal niet gebeurt. Dan was ze nu wakker geweest.'
'En was jij waarschijnlijk dood geweest, dat snap je toch wel? Nathiël had je vermoord als Samantha niet was gekomen.'
Ik greep de kraag van zijn trui vast en pinde hem tegen de muur. 'Ik was liever zelf doodgegaan dan dat ik haar pijn zien lijden. Zij verdient dit niet. Ze verdiende dit nooit. Ze verdient een goede mate, niet mij.' Ik liet hem los en draaide me om. 'Ga mijn kamer uit en blijf uit mijn buurt.'
Ashton zuchtte. 'Ik ga al. Als je me nodig bent, ben ik in de televisie kamer, Frozen kijken met de kleintjes. Die zijn tenminste wel blij als ik er ben.' De deur ging open en niet veel later viel hij ook weer dicht.
Bevend van angst en woede ramde ik met mijn vuist tegen het tafelblad aan, en ik zweer da ik mijn vingers hoorde kraken, voor ik mezelf op de grond liet zakken en mijn voorhoofd op de koele tafel legde.
Mijn wolf was weer tegen me aan het schreeuwen en grommen en ik kreeg er koppijn van. Iedere seconde van de dag zei hij het. Ze zou doodgaan doordat ik haar niet beschermde, omdat ik mezelf gevangen liet nemen en verstijfd was van angst toen Nathiël haar neer had gestoken en dan was die klootzak nog ontsnapt ook.
Ik kreunde terwijl ik me omdraaide en mijn telefoon van tafel pakte. Zeven gemiste oproepen van Lydia. Met een klap legde ik mijn telefoon terug op tafel. Als het belangrijk was kwam ze maar hierheen. Nog geen seconde later ging mijn telefoon opnieuw. Lydia's naam kwam weer in beeld. Met een zucht pakte ik mijn telefoon weer op en drukte op opnemen. 'Wat?'
'Hunter, met Lydia.'
'Dat snap ik. Waarom bel je voor de achtste keer?'
'Het is Samantha.' Er klonk een korte stilte. 'Je moet hierheen komen.'
Zonder te twijfelen rende ik, met mijn telefoon nog steeds in mijn hand geklemd, door de gangen en beukte ik iedereen die in de weg stond aan de kant. De kamer waar Samantha lag was in het zelfde gedeelte als de ziekenzaal en de tijdelijke kamers van haar ouders en haar broer.
Sommigen riepen me wat na, zoals sukkel of idioot, maar boden hun excuses aan wanneer ze zagen dat ik het was.
Ik stormde de kamer in en keek rond. Mijn wolf gromde bij het zien van Joshua, die me de gebruikelijke doodsblik gaf, maar mijn blik ging al snel naar Lydia die naast het bed stond en ook naar...
'Sam,' fluisterde ik vol ongeloof.
Haar hoofd draaide mijn kant op en haar mond viel open. 'Hunter.' Ze sprong van het bed af en rende in mijn richting. Mijn wolf huilde van blijdschap toen haar armen om me heen lagen. Ze drukte haar gezicht in mijn trui en mompelde hoe het haar speet en dat het allemaal haar schuld was. De woorden bleven maar komen, dus ik deed het eerste wat in me opkwam om haar stil te krijgen.
Ik pakte haar gezicht met beide handen vast en tilde hem omhoog voor ik mijn lippen op de hare drukte. Haar lichaam verstijfde in mijn armen, maar al snel ontspande ze weer. Het was spijtig dat ze zich al zo snel weer terug trok.
Haar groene ogen boorden zich in de mijne en haar stem was niets meer dan een zacht gefluister. 'Je... Je hebt mijn leven gered. Voor de tweede keer.' Ze drukte haar gezicht weer in mijn trui.
Mijn wolf stopte met huilen en begon als een gek één woord te herhalen. "Mate, mate, mate, mate -"
"Houd je kop," gromde ik hem toe. "Ik krijg koppijn van je." Ik legde mijn wang op de bovenkant van haar hoofd en haar haar kriebelde tegen mijn gezicht. 'Wat had ik anders moeten doen?'
'Oke, klaar met dat kleffe gedoe.' Joshua's stem weerklonk door de kamer, de jaloerse ondertoon was luid en duidelijk te horen. 'Het wordt tijd dat we naar huis gaan.'
'Ik ben bang dat dat niet kan. Samantha is net wakker. We moeten eerst weten of alles goed met haar is. De wond kan dan wel genezen zijn, het kan nog wel steeds problemen opleveren.' Lydia keek streng naar Joshua, die zijn ogen rolde. Het verbaasde me nog steeds dat die twee mates waren. Ze waren totaal verschillend. Lydia was rustig, meestal dan, en zorgzaam en Joshua... alles behalve dat. Gelukkig voor iedereen vullen ze elkaar aan. Lydia kalmeerde Joshua tijdens een woedeaanval en Joshua wist Lydia te introduceren in hun eigen roedel, terwijl ze dat niet wilde.
Niet lang na de uitspraak van Lydia brak er een ruzie uit tussen het vier dagen oude koppel. Niet hun eerste ruzie in die korte periode. Het leek wel een getrouwd stel, ze hadden om het minste of geringste ruzie.
Joshua ging rechtop staan. 'Het kan me niet schelen wat jij vindt. Ze gaat met one mee naar huis. Ze is mijn kleine zusje en o-'
'Klopt, jij bent haar grote broer. Je zou je zorgen om haar moeten maken en niet iedereen lopen rond commanderen.' Lydia kreeg een boze blik op haar gezicht. 'Het slaat nergens op hoe bazig je doet tegen iedereen. Dit is niet eens jouw roedel en toch geef je iedereen bevelen, waaronder mij.'
'Het spijt me,' was zijn antwoord simpel weg.
'Denk je dat je er zo gemakkelijk vanaf komt? Dat dacht ik dan weer even niet. Hier kom je niet zomaar onder uit.'
Ik schraapte mijn keel en alle ogen waren op mij gericht. 'Denken jullie niet dat Samantha dit hoort te beslissen?'
'W-wat?' Sam keek me verrast aan, haar ogen groot en met een kleine opening tussen haar lippen. Het was zo schattig als ze stotterde. 'Moet ik kiezen?'
Lydia en Joshua wisselden blikken uit en uiteindelijk zuchtte Joshua. 'Als je wilt mag je hier blijven. Ik denk dat pap en mam het niet zo erg vinden.'
'Pap en mam,' fluisterde Sam. 'Waar zijn ze?'
'In het huis, maar -' Voor ik mijn zin af kon maken wurmde ze zich uit mijn armen en rende de kamer uit. 'Sam!' Ik rende achter haar aan en had haar na een paar seconden al weer ingehaald, waarna ik haar tot stilstand bracht. 'De kamer van je ouders is de andere kant op,' zei ik toen ze verder probeerde te rennen.
Ze zuchtte. 'Had je dat niet eerder kunnen zeggen?'
Ik pakte haar hand. 'Als je het nou had gevraagd voor je er vandoor was gegaan, wist je waar ze waren. Volg mij maar.'
'Hunter?'
'Hm.'
'Zijn Lydia en Joshua...'
'Ja.'
'En wat zijn wij?'
Verrast keek ik haar aan. 'Wij?' Ze keek blozend naar beneden. 'Wat zijn wij?' Ik deed alsof ik diep nadacht. 'Daar kom ik later nog op terug.' Ze reageerde niet en bleef naast me lopen. Er kroop een lach over mijn gezicht. Als ze alleen al wist wat ik van plan was.
Ik stopte voor de deur waar haar ouders de laatste dagen verbleven en klopte op de deur. Het duurde niet lang voor de deur open werd gedaan door Samantha's moeder. 'Ik ben buiten als je me zoekt,' fluisterde ik in haar oor voor ik haar hand los liet en weg liep.

Het duurde iets meer uur voordat Samantha eindelijk naar buiten kwam. Ik bleef in het gras liggen met mijn handen onder mijn hoofd gevouwen en keek toe hoe ze op me af liep. 'En?' vroeg ik toen ze voor me stond.
'En wat?'
'En heb je al een keuze gemaakt?'
Ze knikte en ging naast me zitten, haar handen in haar schoot gevouwen. 'Ik ga met mijn ouders mee naar huis om me voor te bereiden op de taak van Alpha. Dit is natuurlijk niet het antwoord dat je wilt horen, dat snap ik heel goed, maar het is mijn keuze. Het spijt me, Hunter.'
Ik beet op mijn lip. Dit was inderdaad niet het antwoord wat ik wilde horen en ook niet waar ik op had gehoopt of wat ik had verwacht.
Ze legde een hand op mijn arm, een lachje speelde rond haar lippen. 'Ik heb wel een plannetje, maar niet iedereen zal er blij mee zijn.'

_________________

Hey guys!
Sorry dat het zo lang duurde de update, maar ik had het heel druk met school en werk en klaarmaken voor vakantie etc, maar dat is geen goed excuus. Dit *wijst naar het hoofdstuk* heeft bijna letterlijk bloed, zweet en tranen gekocht. Man o man, wat ben ik er lang mee bezig geweest.
En nog even een mededeling: dit is een van de laatste hoofdstukken van Child of the Moon. :'(
MAAR niet getreurd! Er komt een deel twee, ik heb nog geen titel, maar wel een verhaallijn (soort van). Ik heb geen idee wanneer het op Wattpad komt te staan, aangezien ik niet weet hoeveel hoofdstukken van CotM er nog komen. Ik hoop nog in de zomervakantie, met de nadruk op hoop. Er wordt niets belooft!

Daarom zeg ik ook dat ik hoop dat ik voor de 17de van deze maand nog wat kan updaten, omdat ik daarna twee weken in Italië zit. Go Ca'Pasquali! Er bestaat een kleine kans dat ik vanaf de camping wat update, als ik tijd heb en goede internet verbinding. Nogmaals ik beloof niets!

See y'all!

~ WriterGirlXXX

Dochter van de Maan #Netties2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu