Courage ✔ [Nederlandse versi...

Venomis tarafından

1.2K 62 16

Alyssae is een jonge elf die gevangen zit in de kerkers van de aardmannen. Omdat zij van Koninklijke komaf is... Daha Fazla

Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Hoofdstuk 18
Hoofdstuk 19
Hoofdstuk 20
Hoofdstuk 21
Hoofdstuk 22
Hoofdstuk 23
Hoofdstuk 24

Hoofdstuk 4

51 2 0
Venomis tarafından

Ze hadden zich rondom een klein vuurtje verschanst, bovenop een grote rots waar de adelaars hen voorzichtig hadden neergelaten. Een smal kronkelpaadje leidde naar beneden, maar de orks zouden nooit ongemerkt naar boven kunnen komen.

Mithrandir had zich om hun wonden bekommerd en zodoende zaten Thorin en Alyssae ondanks hun pijn nog steeds rechtop.

De sfeer was bedrukt. Niemand zei iets en het was vooral het geluid van het knapperende vuur en de zware ademhaling van Bombur die ervoor zorgden dat het niet doodstil was.

Alyssae zat maar een paar meter bij Thorin vandaan, maar de spanning tussen hen was te snijden. Thorin had het ten dele aan haar te danken dat hij nog leefde en dat was andersom eveneens het geval. Ze wist dat hij degene was die de bloedende warg bij haar gezicht had weggeduwd.

Beiden waren te trots om een blijk van dank te uiten en daardoor staarden ze allebei een andere kant uit. Alyssae hield zich voor dat ze elkaar niet écht gered hadden. Hun reddingspogingen zouden vruchteloos zijn geweest als de adelaars hen niet te hulp waren geschoten.

Het was uiteindelijk Thorin die het zwijgen verbrak. Wie zou het ook anders moeten doen?

'Onze inbreker heeft dus het leven gelaten?'

Ondanks zijn zwakte en vermoeidheid klonk zijn stem even rotsvast als het voorheen gedaan had.

'Is hij er niet gewoon tussenuit geknepen?'

Alyssae schudde haar hoofd. 'Nee. Azog heeft zijn arm verbrijzeld. Hij is doodgebloed.'

Thorin keek haar recht aan en ze moest haar best doen haar blik niet neer te slaan.

Ze was een elfenprinses. Ze deed niet voor een dwerg onder.

'Kan iemand dat bevestigen?'

Hij keek de kring rond, alsof Alyssaes inbreng er eigenlijk niet toe deed.

'Een elf van huichelarij beschuldigen zou onverstandig zijn,' luidde Mithrandirs antwoord.

Thorin keek haar nors aan en snoof toen laatdunkend. Alyssae had het gevoel te verschrompelen onder zijn blik en dacht eraan om de ring om haar vinger te schuiven, zodat ze aan zijn zicht onttrokken werd. Ze zag er echter van af; het was haar enige troef. Ze wilde haar ontdekking met niemand delen.

'Waar hebben jullie een inbreker voor nodig?' vroeg Alyssae op haar hoede. Ze kon haar nieuwsgierigheid nauwelijks bedwingen. Ze wilde maar al te graag weten wat die dwergen hier uitvoerden, zo ver bij hun thuisland vandaan.

'Een dwerg geeft nooit zijn geheimen prijs. Zeker niet aan elfen.'

Natuurlijk had ze een antwoord als dit verwacht, maar ze had gehoopt dat hij iets milder zou zijn.

'Ik wil jullie graag helpen.'

Na die woorden viel er een doodse stilte. De meningen van de dwergen weerkaatsten in hun ogen en het was duidelijk dat het wantrouwen wedijverde met een broos beginsel van hoop.

Thorins oordeel was echter onverbiddelijk. 'Ik peins er niet over.'

Alyssae geloofde niet dat ze ver was gekomen als Mithrandir niet zo'n grote inbreng had gehad.

'Weet je dat zeker? Je weet dat elfen lichtvoetig zijn. Bovendien is Smaug geen elfengeur gewend.'

Haar wenkbrauwen fronsten lichtjes. 'Smaug?'

Ze groef in haar geheugen. Ze herinnerde zich een dwergenstad met een bezitterige koning, die uiteindelijk door een nog gieriger wezen werd verjaagd. Een draak.

'Zijn jullie op zoek naar de gouden stad?'

Thorins wenkbrauwen vormden een diepe V. Zijn gelaat kleurde rood van woede en Alyssae was bang dat hij ieder moment kon ontploffen. De andere dwergen hielden nerveus hun adem in, maar Mithrandir leek zich van geen kwaad bewust.

'Ze is een élf.'

'Warempel? Nou, dat was me nog niet opgevallen.'

Het sarcasme droop van zijn stem en Alyssae kon hem wel omhelzen. Hij leek de enige te zijn die haar niet verafschuwde.

'Waarom zou ze ons willen helpen?' klonk Balins aarzelende stem. 'Het is lang geleden dat elfen en dwergen vreedzaam met elkaar omgingen.'

Alyssae wilde opspringen om te zeggen dat ze er ook nog was, gezien de dwerg net deed alsof dat niet het geval was, maar ze bewaarde haar kalmte.

'Jullie hebben mijn leven gered. Wat kan ik anders doen dan jullie te hulp schieten?'

Thorin keek haar recht aan en het zweet brak haar uit.

'Zodat ik na afloop een dolk in mijn rug kan verwachten?'

Alyssae sloeg haar ogen neer. Het kwetste haar dat hij zo over haar dacht.

'Ik blijf erbij dat ze jullie goed van dienst kan zijn bij de herovering van jullie thuisland.'

'Net zoals de vorige keer?' snauwde Thorin en hij kwam wankel overeind. Zijn ogen brandden als kooltjes. 'Die hobbit is ons ook alleen maar tot last geweest! Je hebt nog geen nuttig aandeel geleverd, tovenaar!'

'Wel heb je ooit!' reageerde de oude man verontwaardigd. 'Als ik mij niet over je ontfermd had, was je dood geweest! Je zou er goed aan doen hulp te aanvaarden in plaats van alles af te wijzen!'

Thorin snoof. Hij wilde blijkbaar geen water bij de wijn doen. 'Kíli en Bofur mogen haar naar huis escorteren. Het is hun schuld dat ze hier is.'

Alyssae voelde tranen van verontwaardiging in haar ogen prikken. Had hij haar liever in dat aardmannennest achtergelaten?

'Waarom heb je me dan gered?' fluisterde ze.

Thorin keek haar kort aan. Die opmerking leek alles alleen maar erger te maken. Zijn lange, warrige haren hingen voor zijn ogen, maar toch kon ze zijn furie zien doorschemeren.

Hij zei niets, alsof hij zelf niet wist waarom hij dat had gedaan.

Alyssae stond op. Haar gezicht was dicht bij het zijne en ze kon zijn geur opsnuiven, die haar om een of andere reden razend maakte.

'Je bent een ondankbare hond. Bilbo gaf zijn leven om jou te redden, maar je kunt alleen maar beledigend over hem spreken! Zelfs ik, een vreselijke elf, heb een poging ondernomen om Azog bij je weg te houden en het is ons nog gelukt ook! Was je liever gestorven dan dat je nu met een gekrenkt ego moet rondlopen? Een heel groot gekrenkt ego?' Ze was in staat om hem een klap in zijn gezicht te geven. 'Je zoekt het maar uit. Ik hoop dat Smaug je tot op het bot doet zwart blakeren!'

Sommige dwergen waren opgestaan en sloegen de conversatie aarzelend gade, alsof ze niet wisten of ze hun leider moesten bijvallen of niet. Ergens sloeg Alyssae vast de spijker op zijn kop.

Met grote, boze passen beende ze bij het stel vandaan, richting het slingerweggetje. Ze ademde woest in en uit en raakte een beetje in paniek toen er zwarte vlekken voor haar ogen dansten.

Ze was natuurlijk nauwelijks hersteld! Net toen ze bedacht dat ze haar zwakte niet wilde tonen tegenover de dwergen, zakte ze door haar knieën en ze stortte ze op het stoffige paadje neer.

. . .

Alyssae had geen flauw idee waar ze was toen ze haar ogen opende. De sterrenhemel schitterde boven haar hoofd en een milde motregen daalde op haar gezicht neer, hoewel ze het er niet koud van kreeg.

Zodra ze in beweging kwam, voelde ze een bonzende pijn in haar schouder. Ze verbeet zich zodat ze kon zitten en blikte rondom haar. Ze zag een groot aantal dwergen, dat op de grond lag en totaal van de wereld was. Langzaamaan dreven de herinneringen weer boven: haar bevrijding uit de krocht waar de aardmannen haar vasthielden, de orks die jacht op hen maakten, Bilbo die het leven liet en Thorin en zij, die zwaargewond raakten. Ze blikte even op de dwerg, die net als zij rechtop zat. Zijn donkere ogen waren strak op haar gericht, alsof hij erop gebrand was haar op een misdaad te betrappen.

Ze herinnerde zich de laatste woorden die tussen hen gevallen waren en de boosheid die haar daarna overviel, waardoor ze was weggelopen. Erg ver was ze blijkbaar niet gekomen.

Toen ze na een tijdje opnieuw een voorzichtige blik op Thorin wierp, was zijn ondoorgrondelijke blik nog steeds op haar gericht en ze voelde zich er ongemakkelijk onder. Ze blikte even om zich heen, maar er was niets waarachter ze zich kon verbergen om even aan zijn veroordelende oogopslag te kunnen ontsnappen.

Uiteindelijk strompelde ze naar de rand van het plateau waarop ze zich bevonden, waar ze met haar rug naar hem toe neerzakte en in de verte staarde, waar de hemel al begon te verkleuren.

Hoe moest het nu verder? Ze wist dat er dwergen bereid waren om haar naar huis te vergezellen, maar om een of andere reden wilde ze dat niet. Ze kon niet goed benoemen waarom. Haar ouders en verloofde waren doodongerust. Toch kreeg dat haar niet over de streep. Voor haar lag een wereld open, die ze maar al te graag wilde verkennen. Zeker omdat ze wist dat niemand haar de komende era nog uit de gemeenschap zou laten vertrekken, bang dat ze weer voor een lange tijd zou verdwijnen. Daarnaast had ze ook het gevoel dat ze Bilbo's rol moest overnemen. Hij had haar een ring gegeven waarmee ze onzichtbaar kon worden. Ze betwijfelde of iemand daarvan wist en ze wilde zijn geheimen leren kennen voordat haar vader de ring van haar zou afnemen.

Tot slot wilde ze de dwergen, die van hun thuisland beroofd waren, helpen. Wat haar betrof mocht Thorin in zijn eigen trots stikken, maar sommige van zijn soortgenoten, zoals Kíli en Bofur, vond ze sympathiek en ze gunde hun een plaats waar ze vredig konden leven.

. . .

Toen de motregen bleef aanhouden, werden ook de anderen wakker. Alyssaes spieren raakten op den duur verkleumd en ze was blij toen Thorin — ook al was hij het — voorstelde om verder te gaan.

Ze kwam van de natte grond overeind en voelde zich energieker dan ze voor mogelijk had gehouden. De slaap had haar goed gedaan.

Tijdens hun tocht naar beneden werd er niet gesproken over Alyssaes lot. In feite waren de dwergen opmerkelijk stil, hoewel sommigen klaagden over honger. De schrik van gisteren zat er nog goed in: alle dwergen waren van Thorins bijna-dood ervaring getuigen geweest en Alyssae vermoedde dat ze hun eigen lafheid betwistten. In wezen waren de enige twee niet-dwergen hem te hulp geschoten, iets wat Thorin ook niet ontgaan was, al vermoedde Alyssae dat hij het liever in zijn eentje had uitgevochten. Hij geloofde vast dat het hem dan wél gelukt was om Azog te verslaan.

Naarmate de tijd vorderde, werd de regenval zwaarder en uiteindelijk zochten ze beschutting in een schuurtje dat ze passeerden. Het stonk er naar paardenuitwerpselen, maar er was niemand die er iets over zei. Ze lieten zich in het stro zakken en staarden naar de uitgang, hopend dat het weer snel zou opklaren.

Het wachten maakte de lippen weer wat losser. Hier en daar werden wat voorzichtige grapjes gemaakt. Een enkeling deelde zijn zorgen met de ander en Dwalin en Gloín besloten de regen te trotseren om wat wild te vangen.

'Hoe gaat het met je wond?' klonk Fíli's stem naast haar.

Ze glimlachte voorzichtig. Net als zijn broer was hij wat jonger dan de andere dwergen, waardoor ze zich bij hem iets meer op haar gemak voelde. Waarschijnlijk was ze ouder dan hen allemaal, maar toch waren de jonge dwergen meer open dan hun oudere soortgenoten.

'Het gaat wel.'

In wezen prikte het venijnig, maar Alyssae was allang blij dat ze weer kon lopen zonder het bewustzijn te verliezen.

Er viel even een stilte, die niet zo opviel omdat de andere dwergen ook met elkaar in gesprek waren geraakt.

'Je bent moedig, Alyssae.' Het compliment was voorzichtig en Fíli leek het niet graag toe te geven. Ze zag zijn wangen een beetje roodkleuren. 'Thorin zal het nooit toegeven, maar hij ...'

'Genoeg!'

De stem van Thorin overstemde alle andere geluiden en Fíli boog beschaamd zijn hoofd en zweeg.

Alyssae keek de dwergenhoofdman vragend aan, maar hij keek nukkig een andere kant uit.

De sfeer veranderde direct weer en Alyssae vroeg zich af of ze zo'n naargeestig samenzijn langer dan een dag zou volhouden. Ze had altijd gedacht dat dwergen vrolijke wezens waren, maar Thorins stemming overschaduwde het gemoed van iedere aanwezige.

Een collectieve opgeluchte zucht weergalmde door het kleine vertrek toen Dwalin en Gloín terugkeerden met ieder een fors hert. Het vooruitzicht van eten toverde direct een glimlach op ieders gezicht. Zelfs Thorin liet zich erdoor vermurwen en toonde een zeldzame lach. Bij het zien daarvan voelde Alyssae zich merkwaardig genoeg ook een stuk beter.

. . .

Alyssae veegde met de rug van haar hand langs haar mondhoeken. Haar gevangenschap had ervoor gezorgd dat haar tafelmanieren verdwenen waren, hoewel het geboer en gesmak van de dwergen om haar heen en de paardenmest waarin ze gezeten was haar ook niet attendeerden op de geleerde etiquette.

Met een voldaan gevoel legde ze een hand op haar buik. Na het eten van dit simpele, doch heerlijke maal voelde ze zich een stuk beter. Het was onbeschrijfelijk wat voor effect een stuk vlees op een groep wezens kon hebben.

De dwergen vingen een lied aan, verhalend over een zoektocht naar het grootste zwijn van Midden Aarde. Vanuit haar ooghoeken gluurde Alyssae naar Thorin, maar hij was de enige die niet meezong. Zelfs de tovenaar, die bij de ingang van de stal zat, neuriede vrolijk mee.

Nog voordat het lied afgelopen was, kwam Thorin overeind en wankelde naar buiten. Heel even leek de sfeer te bedrukken, maar Bombur en Dori vingen al gauw het refrein aan, waardoor ieders aandacht weer naar het lied werd toegetrokken.

Het werd een gezellige avond. De dwergen haalden een reeks aan dwergensaga's uit de oude doos, die Alyssae zowel vermakelijk als leerzaam vond. De tradities en geschiedenissen van andere volkeren hadden haar altijd al geïnteresseerd en ze wist zeker dat ze na deze avond meer van dwergen wist dan welke elf dan ook, ongeacht zijn leeftijd.

Toen de duisternis de wereld veroverde, was Alyssae bedwelmd door de verhalen die ze gehoord had. Ze hadden het verlangen naar avontuur opnieuw aangewakkerd en ze wilde de dwergen maar wat graag vergezellen op hun tocht. De sfeer was gezellig en het enige dat er volgens de dwergen ontbrak, was een pint bier. De mannen kropen dicht tegen elkaar aan en verscheidene monden openden zich om eens flink te gapen. Een voor een zakten hun hoofden naar beneden en werden ze door de slaap overmand. De enige die alert bij de uitgang zat, was Balin. Hij staarde naar buiten, waar het licht van het vuurtje zichtbaar was dat ze hadden gestookt om het vlees boven te braden.

Alyssae kwam overeind. Haar spieren protesteerden toen ze die beweging maakte, maar dat gaf haar juist de bevestiging dat ze even moest bewegen. Haar blik kruiste die van Balin toen ze hem passeerde en hij glimlachte een beetje triest.

Toen ze de deur door was, haalde ze diep adem en snoof ze de frisse lucht op. Ze was een beetje gewend geraakt aan de mestgeur die in de stal hing, maar het was toch een welkome verademing.

Haar blik bleef op Thorin hangen, die op zijn hurken voor het vuur zat en erin staarde. Een tijdje keek ze naar hem, maar hij stond zo bewegingloos dat ze even bang was dat hij was versteend.

'Het is onbeleefd om naar iemand te staren,' klonk zijn barse stem.

Alyssae wilde de opmerking maken dat ze niet verwachtte beleefd te hoeven zijn tegen iemand die haar ook als stront behandelde, maar slikte die opmerking in en besloot het eens over een andere boeg te gooien. Constant op elkaar vitten had geen zin en zou er zeker niet aan bijdragen dat ze mee mocht naar de Eenzame Berg.

'Je hebt gelijk. Het spijt me.'

Ze liep ook naar het vuur toe en warmde haar handen erboven.

Thorins blik was ingespannen op het vuur gericht, alsof hij de vlammen ertoe aan probeerde te zetten haar te verslinden.

Alyssae zocht naar woorden. De stilte was om te snijden en ze vroeg zich af wat ze zichzelf in vredesnaam aan deed. Binnen in de stal mocht het dan wel stinken, maar ze had zich daar eindelijk op haar gemak gevoeld.

'Ik wil je nog bedanken.'

De woorden waren eruit voordat ze er erg in had en haar wangen kleurden een beetje, hoewel Thorin gelukkig niet naar haar keek.

'Zonder jouw hulp was ik gestikt. Een zeer oneervolle dood.'

Even vreesde ze dat hij haar woorden botweg zou negeren, maar uiteindelijk hoorde ze toch wat onsamenhangend gemompel, dat ze echter niet kon verstaan.

Zijn irissen schoten even opzij, maar toen keek hij weer voor zich.

Alyssae vroeg maar niet wat hij gezegd had, want uit zijn houding kon ze opmaken dat het geen neerbuigende opmerking was geweest.

Plotseling werden ze opgeschrikt door gehuil. Thorins hoofd schoot omhoog en zijn voorhoofd vertoonde een diepe rimpel. Zijn blik rustte in de duisternis voor hen.

Een rilling bekroop Alyssae en ze sloeg haar armen om zich heen. 'Zijn dat de wargs weer?' fluisterde ze.

Ze voelde zich een beetje beschaamd toen ze hoorde hoe angstig en kinderlijk ze klonk, maar ze kon er niets aan doen dat haar wonden weer pijnlijk begonnen te bonzen.

Eindelijk keerde Thorin zijn gezicht naar haar toe. 'Ze zijn nog ver weg.'

Het waren de eerste neutrale woorden die hij tegen haar sprak en er zat een berustende toon in. Toch kon ze in zijn ogen zien dat hij deze nacht ook niet zonder vrees zou doorbrengen.

'Laten we naar binnen gaan.'

Alyssae knikte aarzelend. Ze maakten samen het vuur uit en gingen de stal binnen. Thorin wisselde een paar woorden met Mithrandir en Balin en er werden twee wachten uitgezet. Thorin en Alyssae zouden echter niet onder hun nachtrust uit komen, want beide oudsten stonden erop dat zij hun rust namen.

Okumaya devam et

Bunları da Beğeneceksin

2.9K 40 16
Wie is de lover van Emma en wat gebeurd er als Emma haar lover heeft gevonden? Wat groeit er tussen de bz en Emma? Dat kom je hier te weten!
1.1M 17K 88
**VOLTOOID** "They say all good boys go to heaven, but bad boys brings heaven to you." Mijn eerste stap op het schoolplein van mijn nieuwe school is...
13.6K 1.6K 96
Emily wordt wakker in het mysterieuze dorp Mystic Valley en kan zich niets meer herinneren. Al snel blijkt het meer dan een normaal dorp. De vijftig...
866K 45.8K 76
MOMENTEEL HERSCHREVEN TOT CHAPTER 15. - Hoe zou ze nog verder kunnen met haar leven na een afschuwelijke, traumatische ervaring? Hoe zou ze überhaupt...