01

883 25 0
                                    

'Ik zal zo water naar je toe brengen, geen probleem'

De jongen met de blauwe ogen knikte en verdween naar het buitengedeelte. Snel leegde ik mijn blaas en wierp een blik in de spiegel. Na deze snelle check vertrok ik naar de drukte van de lounge. 

'Bas, mag ik een glas water van je?'

Bas reikte naar een fles Chaudfointaine en schonk dit in een glas wat hij vervolgens aan mij gaf. 

De jongen met de blauwe ogen stond met zijn rug naar me toe te staren in de verte. Snel tikte ik hem aan en stak hem het glas toe. 

'Bedankt. Sorry voor het storen net' 

Ik haalde mijn schouders op en glimlachte naar hem. 

'Geen probleem hoor. Daar ben ik voor vanavond'

Hij grinnikte en zette het glas aan zijn lippen. Vervolgens klokte hij het glas achterover en stak het lege glas naar me uit. 

'Pardon?'

'Je gaat weer terug naar binnen toch?'

 Verward schudde ik mijn hoofd. 

'Eh ja, natuurlijk. Geef maar.'

Tot half 11 's avonds liep ik rond met volle dienbladen die snel leeggeroofd werden door voornamelijk de staf van Ajax. Hierna had ik de verlossende woorden van Bas gekregen dat ik naar huis kon gaan. Zo snel als ik maar kon trok ik de nette kleding van JMW uit en schoot in mijn spijkershort, witte shirtje en legergroene colbertje. Mijn zwarte allstars vond ik onderin mijn rugzak. De kleding van JMW ritste ik in de kledinghoes welke ik op het kantoor van mijn vader hing. Terwijl ik mijn rugzak op mijn rug hees graaide ik mijn iPhone uit mijn kontzak. 

Demi van der Sar: Bo-tje, ik ben klaar! Ben je nog in de stad?

In de lounge vond ik mijn vader en moeder die stonden te praten met Frank en Helen.

'He Demi schat, hoe is het met je?'

Ik glimlachte en drukte een kus op Helens wang. Even wisselde we beleefdheden uit waarna ik mezelf tot mijn vader wende. Een vaderskindje was ik zeker. Al snel merkte ik dat hij misschien iets te veel champagne had gedronken vandaag en deelde voor de zekerheid mijn moeder ook maar mee dat ik mijn kleren op het kantoor had laten liggen, ik nu naar de stad ging en daarna naar huis. Edwin knuffelde me, vertelde dat hij van me hield en dat ik voorzichtig moest doen. Annemarie deed hetzelfde. 

Bo Hendrikx: Ja zeker ben ik nog in de stad! Ben bij Njoy, tot zo :)

Gniffelend was ik aangekomen bij de fietsenstalling waar ik mijn fiets neer had gezet maar hem toch echt niet meer terug kon vinden. 

'He verdorie, waar ben je dan'

Tegen beter weten in liep ik nog een extra rondje langs de fietsen en zag mijn afgrijselijk roze fiets toch echt nergens staan. Ongeduldig liep ik het terrein af en pakte mijn telefoon om een taxi te bellen. Mijn ouders hadden een aantal keer laten vallen dat ze heel veel zin hadden in deze avond en daarom vond ik het zonde ze te moeten storen. 

'Taxicentrale Amsterdam, goedenavond'

'Hi, goedenavond. Kunt u een taxi sturen naar de-'

Er stopte een zwarte Mercedes naast me waarbij het raampje aan de passagierskant naar beneden ging. Achter het stuur zat de jongen met de mooie blauwe ogen. 

'Hulp nodig?'

'Waarom denk je dat ik hulp nodig heb?'

'Je loopt richting Amsterdam, wat nog wel een stukje lopen is. Oh en ik hoorde je nog net het woord taxi zeggen'

Ik haalde mijn schouders op. 

'Ik moet toevallig precies die kant op'

'Je weet helemaal niet waar ik moet zijn'

Nu zag ik hem zijn schouders ophalen. 

'Graag of niet'

Even overwoog ik de taxicentrale nogmaals te bellen en ze te vragen een taxi te sturen. Het kon dan nog zeker wel 10 minuten duren voordat ze hier waren en het scheelde me toch heel wat geld als ik de taxi niet hoefde te betalen. Na deze conclusie knikte ik langzaam met mijn hoofd en zag de deur opengaan. Vermoeid liet ik mezelf vallen in het comfortabele leer van de Mercedes. 

'Moe?'

Ik knikte terwijl ik heel even mijn ogen sloot. 

'Ik heb ook best een leuke avond gehad hoor, thanks for asking'

'Gelukkig maar'

Hij zuchtte.

'Waar kan ik je afzetten?'

'Maakt me niet uit. Je mag me ook afzetten waar jij moet zijn dan loop ik het laatste stuk wel'

Resoluut schudde hij zijn hoofd.

'Ik red je niet van een wandeling naar Amsterdam om je dan vervolgens weer te laten lopen. Nou hup, waar moet ik je afzetten?'

'Kerkstraat 259, omdat je zo aandringt'

Ik zag een glimlach om zijn lippen spelen.

'Zeg slaapkop, je bent er'

Verschrikt werd ik wakker en keek gedesoriënteerd om me heen. Ik moest in slaap zijn gevallen. En dat terwijl de rit van de ArenA naar huis maar een kwartier was. Misschien was het toch geen goed idee om nog naar de stad te gaan.

'Sorry. Normaal ben ik een stuk gezelliger hoor'

Hij glimlachte weer terwijl ik hem hoorde zeggen dat hij dat wel hoopte.

'Ik wil je best op een drankje in de stad trakteren om te bewijzen dat ik over het algemeen best aardig ben. Uiteraard ook omdat je me net heel veel geld bespaard hebt'

Na een vluchtige blik op zijn horloge knikte hij terwijl hij de auto parkeerde. 

'Maar dan moet je jezelf wel eerst voorstellen. Ik herken je gezicht maar ik kan er geen naam bij plaatsen, sorry. Oh en ik vind het trouwens vreselijk om met mensen om te moeten gaan die ik niet bij naam ken. Dus..'

Hij stak zijn hand uit, die ik aanpakte. Hij gaf een stevige hand. Gelukkig maar want ik had een hekel aan van die slappe handjes. Een nog grotere hekel aan slappe handjes wanneer het een man was die mij zo'n hand gaf. 

'Viktor'

Hij lachte zijn kaarsrechte tanden bloot en zijn helderblauwe ogen schitterden. 


OpkomstOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz