Hoofdstuk 2

178 13 5
                                    

Heidi pov

Ik word wakker, niet van mijn wekker, maar van gestommel op de gang. Het zal mijn vader wel weer zijn.

Ik merk dat ik naar de wc moet dus ik stap uit bed en loop naar de badkamer. Ik trek een vies gezicht als ik zie wat er gebeurt is. Mijn vader heeft naast de wc gekotst en hij heeft het niet opgeruimd. Snel maak ik de vloer schoon en loop terug naar mijn kamer. Ik hoef toch niet meer naar het toilet.

Ik ga weer in bed liggen. Maar het lukt niet echt meer om in slaap te vallen. Ik kijk op mijn telefoon en zie dat het half 3 is. Ik zucht diep. Het heeft geen zin om wakker te blijven. Ik draai me nog een paar keer om en uiteindelijk val ik toch weer in slaap.

Ik word 's ochtends weer  wakker door mijn wekker. Ik loop weer naar mijn kast, pak een zwarte ripped skinny jeans, een Green Day trui en mijn zwarte beanie (Ik heb eigenlijk altijd mijn beanie op. Je ziet me bijna nooit zonder)

Ik loop naar beneden. Het is echt een grote rommel. Overal liggen lege flessen en onbetaalde rekeningen. De rekeningen worden wel altijd geopend, maar niet gelezen. Als mijn vader zo door gaat dan worden we straks uit huis gezet. Ik hoop niet dat dat gaat gebeuren.

Ik loop door naar de keuken en maak een ontbijt en een lunch. Snel eet ik het ontbijt op, doe mijn schoenen aan en loop naar de schuur. Ik pak mijn fiets en rij weg.

Na een tijdje kom ik weer bij school, alleen Angela is er nog niet. Ik loop wel vast de school binnen, misschien is ze al naar het lokaal gelopen. Ik loop naar het geschiedenis lokaal, maar daar is Angela ook niet. Ze zal wel ziek zijn. Dan is deze dag moeilijk te overleven. Angela is mijn enige vriendin hier op school...eigenlijk ook buiten school. Ze is de enige die een beetje begrijpt dat ze niet bij mij thuis kan komen, ookal heb ik haar mijn geheim nooit verteld.

Ik ga in mijn eentje achterin de klas zitten, waarschijnlijk komt er niemand naast me zitten, want iedereen vind me raar. Ik ben heel vaak stil, ik praat alleen maar met Angela eigenlijk. Ja, het is wel als iemand wat vraagt dat ik dan antwoord geef, maar ik stap niet zelf op iemand af om een praatje te maken.

De les begint, ik pak mijn boeken en probeer op te letten. Het lukt alleen niet echt. Ik begin me zorgen te maken over het huis. Straks worden we uit het huis gezet, waar moet ik dan heen? Moet ik dan op straat gaan wonen?

Ik zit de hele dag met die gedachten in mijn hoofd. Het heeft geen zin om met mijn vader te gaan praten, hij wordt toch weer boos. Ik ga het thuis denk ik toch proberen, dan weet hij tenminste dat ik er mee zit.

Als de school afgelopen is, loop ik naar buiten, pak mijn fiets en ga naar huis. Ik ben eigenlijk best wel zenuwachtig om het aan mijn vader te vertellen. Ik ben echt bang dat hij boos wordt.

Ik kom thuis aan en zet mijn fiets in de schuur. Ik zucht een keer diep en doe langzaam de deur open. Ik zie mijn vader op de bank zitten. Ik kan aan zijn houding zien dat hij weer gedronken heeft, shit...

'Pap, ik moet even wat zeggen' zeg ik. Hij kijkt me aan en ik zie in zijn blik dat hij al geïrriteerd is. 'Uhm...misschien is het beter als je al die brieven eens gaat lezen en de belasting weer gaat betalen, anders worden we waarschijnlijk uit dit huis gezet.' zeg ik voorzichtig. Ik zie de woede in zijn ogen flikkeren. Hij komt dreigend op me af lopen  'BEMOEI JE EENS MET JE EIGEN ZAKEN.' zegt hij. 's-sorry' stotter ik en hou mijn handen beschermend voor mijn hoofd. Ik weet nu al dat hij me weer gaat slaan. En ja... Ik krijg weer een klap tegen mijn wang en voel dat ik een stomp krijg in mijn buik, waardoor ik op de grond val. Er komt een schreeuw van pijn uit mijn mond. Ik krijg ook nog een schop tegen mijn schenen. De tranen stromen nu over mijn wangen. 'H-hou op alsjeblieft' smeek ik. Gelukkig stopt hij ook. Hij loopt weg, ik denk naar boven.

Met moeite lukt het om op de staan. Er gaat een steek pijn door mijn scheen, ik trek een pijnlijk gezicht. Ik ga weer naar buiten ik wil even frisse lucht. Mijn buik doet pijn, maar ik negeer het.

Ik loop richting het park vlakbij mijn huis. Het is er vaak rustig en ik ga er veel naar toe als ik even alleen wil zijn. Er staat een bankje onder een boom. Ik loop er naartoe en ga erop zitten. Ik trek mijn benen op, leg mijn handen op de pijnlijke plekken op mijn schenen en verstop mijn ogen achter mijn knieën. Ik voel mijn ogen nat worden. Waarom doet mijn vader me zoveel pijn? Wat heb ik fout gedaan?

'Hey, gaat het wel?' hoor ik een stem zeggen. 'Nee, wil je alsjeblieft weggaan' zeg ik zonder op te kijken. Ik wil niet dat diegene mijn betraande ogen ziet. 'Nee, sorry ik ga niet weg. Ik wil je helpen' Ik kijk langzaam op. Voor me staat een jongen. Ik schat hem iets ouder dan ik. Hij heeft donkerblond (lichtbruin) haar en hazelbruine ogen. 'Wat is er?' vraagt hij. 'Euhm dat kan ik niet vertellen' zeg ik. 'Wat is er met je wang  gebeurt, hij is helemaal rood!' zegt hij. Snel hou ik mijn hand voor mijn wang. 'Er is niks.' zeg ik. 'Mag ik weten wie je bent?'

'Natuurlijk mag dat, Ik ben Ashton, maar je mag me ook Ash noemen. Ik zit op dezelfde school als jij, alleen dan een klas hoger.' zegt hij. 'oh, oke' zeg ik. 'Wat is jou naam als ik vragen mag?' vraagt hij. 'Ik ehm...heet Heidi.' zeg ik. 'Mooie naam' glimlacht hij. Ik geef een zwakke glimlach terug.

'Ik moet gaan' zeg ik. Ik sta op en loop snel weg. Ik voel Ashton zijn ogen in mijn rug prikken, maar ik kijk niet om. Wat wilde hij van me? Ik ken hem niet, maar hij wilde toch weten wat er aan de hand was. Waarom?

Ik loop naar huis. Als ik aankom, loop ik naar de keuken. Ik moet eten koken. Ik ben blij dat mijn moeder me vroeger al een beetje heeft geleerd om eten te koken, anders at ik nu alleen maar kant en klare maaltijden. Ik maak spaghetti.

Als het klaar is zet ik een bord op de kleine tafel, die dicht bij de bank staat waar mijn vader op ligt. Hij ligt te slapen, maar ik maak hem niet wakker. Dan zou hij weer boos worden. Ik neem mijn eigen bord mee naar mijn kamer. Ik ga op bed zitten en ga eten.

Als ik het op heb, zet ik mijn bord op m'n bureau. Ik schuif mijn broekspijp omhoog en kijk naar mijn scheen. Hij is helemaal blauw. Er rolt weer een traan over mijn wang.

Dan bedenk ik dat ik nog huiswerk moet maken. Ik pak mijn agenda en kijk wat ik allemaal moet maken. Het is best veel. Ik heb er soms best veel moeite mee. Angela helpt me vaak met het huiswerk. Dat vind ik echt fijn. Ze is echt een goede vriendin.

Ik hoop dat ze morgen weer op school is. Ik heb haar nodig...

Catch fire - Ashton IrwinWhere stories live. Discover now