~Hoofdstuk 12~

71 8 4
                                    

Met een krakend geluid opent de deur bovenaan de trap zich. Chemal komt de trap af in heel andere kleren als vanmiddag. Ze zijn veel stoerder, hij ziet er nu echt uit als een bad boy.

"Vertrouw hem niet Malia!"

Hetgeen wat Lola vannacht tegen mij zei galmt door mijn hoofd. Ik was ervan uit gegaan dat ze het over Damon had, maar nu besef ik pas dat ze Chemal bedoelt moet hebben. Ze moet op een of andere manier geweten hebben dat hij dit van plan was. 

Van het lange zitten op de grond is mijn hele lichaam verkrampt. Ook heb ik geen besef meer van tijd. Een door de tape gesmoorde kreun ontsnapt uit mijn mond wanneer hij mijn hoofd omhoog tilt en me recht in mijn ogen aankijkt. Ik hoor zijn hart kloppen en het bloed door zijn aderen stromen. Het welbekende suizende geluid verspreid zich weer door mijn hoofd. Fuck, in al die tijd dat ik hier al zit zijn die pillen natuurlijk al aan het uitwerken.

"Wil je dit soms?" Chemal zwaait mijn pillen doosje voor mijn ogen heen en weer. Ik knik woest van ja. Hij knielt voor mij neer en trekt langzaam de tape van mijn lippen, die nu droog en broos aanvoelen.

"Geef, alsjeblieft." Ik voel hoe een drang zich in mij aanzwelt die ik nog nooit gevoelt heb. Ik buig dichter naar Chemal toe en kijk hem recht in de ogen aan.

"Geef mij nu die pillen." Mijn stem klinkt hypnotiserend en dwingend.

Chemal staat op en stoot een gemeen lachje uit. 

"Oh oh, lieve ontschuldige Malia denkt dat dat kleine vampieren trucje op mij werkt. Nou dat heb je dan goed fout, ik ben aan de Vervain dus ik ben immuun voor gedachtebeheersing."

Gedachtebeheersing? Ik herinner me meteen die dag weer met dat meisje die Damon had laten vergeten dat ik haar had aangevallen. Toen had hij ook haar gedachten beheerst. Ik wist niet eens dat ik dat ook kon, ik heb het nog nooit geprobeerd. Nu ging het gewoon vanzelf als een instinct.

"Maar," Chemal legt zijn hand op mijn schouder, nu hoor ik nog duidelijker zijn bloed rondpompen. "Ik heb een deal voor je, jij belt Damon dat hij hier heen moet komen en dan krijg jij je pillen."

Ik wil Damon niet betrekken hierbij, maar ik wil echt graag mijn pillen. Ik heb geen idee of Chemal weet dat hij ook een vampier is en wat hij met hem van plan is, maar ik kan de dorst die door mijn lichaam suist niet langer hebben.

"Okey, geef me maar mijn telefoon."

Ik zie hoe Chemal mijn mobiel uit zijn zak pakt en opzoek gaat naar Damons nummer. Jammer hij laat me dat dus niet zelf doen door een van mijn handen los te maken. Hij houdt mijn mobiel naast mijn oor, ik hoor de overgaan toon.

"Met Damon."

"Heey met Malia, ik wou je iets vragen." Ik probeer mijn stem zo normaal mogelijk te laten klinken.

"Okey, wat is er?"

"Ik vroeg me af of je wilt afspreken?"

"Lijkt me leuk." Zijn stem klinkt enthousiast hij zou eens moeten weten.

"Ik sms je het adres wel."

"Zie je zo."

"Tot zo," fluister ik bijna, in de hoop dat hij niet zal komen, maar ik weet wel beter.

Chemal drukt op het ophangknopje en blijft nog even tikken op mijn beeldscherm. Sws verstuurt hij nu het adres naar Damon. Dan draait hij de dop van het pillendoosje en pakt er een uit.

"Mondje open," zegt Chemal op een bazige toon.

Ik open mijn mond. Hij legt de pil op mijn tong. Ik moet me inhouden om niet in zijn hand te bijten, gelukkig schept de pil gelijk verlichting wanneer hij op mijn tong smelt. De hoektanden die net nog in mijn mond prijkte trekken langzaam weg. Chemal moet ze ook gezien hebben, maar hij lijkt alles behalve bang te zijn.

"Zo nu kunnen we even praten terwijl we op Damons gezelschap wachten."

"Waarom doe je me dit aan?" vraag ik kalm, de boosheid die ik net nog voelde ebt weg nu de honger weggezakt is in de diepe krochten waar het vandaan kwam.

"Omdat dat nou eenmaal is wat ik doe, op vampieren jagen. Het is een familie dingetje weetje. Al generaties lang zijn we een familie die jacht maakt op zulke monsters zoals jij en dat vriendje van je."

"Hoe wist je dat...." Ik kan niet eens mijn zin afmaken als Chemal alweer begint te praten.

"Simpel. Ik zag je op dat feest en opeens viel je op. Uit het niks was je bloedmooi geworden. Je was altijd een grijze muis geweest, voor dat feest kende ik je niet eens ondanks dat we lessen samen hebben. Ik regelde met de scheikunde leraar dat ik jouw practicumpartner werd, wat geld al niet kan doen. Toen ik die pillen zag, wist ik het bijna zeker dat je een Inblood bent." Chemal pauzeert even om te kijken wat mijn reactie is, maar ik hou mijn gezicht in een plooi. "Mijn volgende stap was het regelen van een date met jouw zodat ik je nader kon onderzoeken, maar je werd ziek. Ondertussen was ik er ook al achter dat iets niet klopt met dat vriendje van je. Toen kwam die Biologie les met de bloedtest. Beide O negatief, wat een toeval toch? Dacht het niet, vampieren hebben altijd O negatief als test resultaat omdat ze van iedere bloedgroep kunnen ontvangen, maar niet geven."

"Hij is niet mijn vriendje," zeg ik aarzelend. De informatie die Chemal mij verteld lijkt zich op te hopen in mijn hoofd. Al die tijd was hij me gewoon in de gaten aan het houden en ik maar denken dat hij mij opeens wel zag staan.

"Dat zal wel, ik zie toch hoe jullie naar elkaar kijken." Ondanks de hardheid van zijn stem meen ik toch een vleugje jaloezie te horen.

De deurbel onderbreekt gelukkig dit ongemakkelijke gesprek. Alhoewel gelukkig, het zal wel Damon zijn die regelrecht in Chemal's val loopt. Chemal loopt naar de grote eiken vitrinekast en pakt een zwaar uitziend geweer eruit. Voordat hij de kelderdeur uitloopt, plakt hij eerst een weer een stuk tape op mijn mond. Gaat hij Damon neerschieten?  Het is dat vampiers onsterfelijk zijn, want anders zou ik nu heel erg bang worden.

~

Tien minuten later komt Chemal weer binnen, achter hem aan sleept hij het bewegingsloze lichaam van Damon. In zijn zij zit een schotgat waaruit doorzichtige vloeistof sijpelt. Chemal ziet mij kijken en zegt.

"Beetje Vervain om hem rustig te houden."

Nou dit is wel erg rustig. Chemal houdt halt naast mij en maakt Damon's polsen net zoals de mijne vast in handboeien die aan de muur vast zitten. Dan loopt hij weg en zet het licht in de kelder weer uit.

"Damon?"

Geen reactie, hij zal nog wel out zijn. Ik ben dus helemaal alleen. Ik wil weer huilen, maar er is geen kracht meer over in mijn lichaam voor tranen. Ik strek mijn vingers richting Damons hand. Als mijn vingertoppen zijn huid raken voel ik een vlaag van kracht door mijn lichaam trekken. Ik denk terug aan die onbezorgde dag op het veld waarin we gingen jagen op konijnen. Ik had dat fantastisch gevonden. Ik wou dat we daar weer konden zijn in plaats van deze muffige kelder.

Ik sluit mijn ogen. Opeens voel ik wind om mij heen. Wat er gebeurt weet ik niet, maar ik wil het liefst mijn ogen weer opendoen. Ik heb plots geen idee meer wat boven en onder is en al mijn spieren lijken te zijn verdwenen.

Mijn maag begint te draaien. 

Ik begin te draaien. 

Alles begint te draaien.

Dan kan ik opeens wel mijn ogen openen, Damon is omgevallen en ligt op mijn schoot. Het is opeens super licht, alsof ik in het daglicht zit. Een brandend gevoel verspreid zich over mijn huid, is dit echt de zon? Mijn ogen beginnen te wennen aan het zonlicht en dan zie ik het, we zitten op het veld midden in het bos. Hoe zijn we hier ooit terecht gekomen? 

Dit is onmogelijk, ik moet wel dromen.

Maar het voelt zo echt.

Dit is ook echt.

Mogelijk.

InBloodWhere stories live. Discover now