4

35 4 0
                                    

Kool is de zwarte stof die ontstaat na het volledig opbranden van een organische stof. Cole was een afkorting van de naam Colton. Ik weet niet wat Colton betekent. Az heeft het me vast ooit verteld.

Az is een afkorting van de naam Azraël. Toen Az daar achter kwam, was hij negen. Ik was erbij. We waren in zijn huis. Maria was boodschappen aan het doen en had ons alleen achtergelaten. Daar waren we wel oud genoeg voor. Haar mooie jongens. Maria, maagd van God. Meer hun moeder dan hun eigen ouders.

Als we alleen thuis waren, renden we de kamers door. We speelden verstoppertje met geheimen. Alles wat verstopt was, konden we vinden. Ik kon hem later niet meer vinden. Hij wist teveel verstopplekken, toen hij wekenlang weg ging. Hij had het vast geleerd van zijn ouders. Het houden van geheimen.

In een kastje van zijn moeders bureau vonden we zijn paspoort. Az klapte hem gretig open. Hij had het ding nooit eerder gezien. Ze gingen niet op reis. Het paspoort was ongebruikt, onnodig eigenlijk.

Azraël had nooit zijn eigen naam gehoord. Zijn ouders hadden hem altijd Az genoemd. Hij had het vast wel een aantal keer gezien, dat kon niet anders. Az, het was ook een rare naam. Waar stond het voor? Niemand wist het.

Azraël werd woedend toen hij zijn naam zag. Het was de eerste keer dat ik hem ooit woedend had gezien. Az, Azraël. Hij keek heel lang naar dat paspoort. Misschien waren het maar een paar minuten, maar het kan net zo goed een uur zijn geweest. Ik weet het niet.

Toen ging hij op zijn moeders stoel zitten. Hij moest erop klimmen. We waren negen. Hij ging pas echt groeien toen we elf waren. Ik was tot die tijd groter dan hem, maar hij liet me al snel weten hoe dominant hij was, door groter te worden.

Hij ontgrendelde de computer die dat stond, alsof hij het vaker deed. Hij wist het wachtwoord. Ik vroeg me af hoe vaak hij zonder mij verstoppertje speelde. Hoe veel geheimen hij wel wist en ik niet. Hij ging op avontuur zonder mij. Ik vond het niet leuk, maar ik kon niets tegen hem zeggen. Hij was zo boos.

Nog steeds had hij zijn paspoort in zijn hand, een lege blik in zijn ogen. Hij tikte de letters in. A-Z-R-A-E-L.

Het eerste wat opkwam was een Wikipedia pagina. Die zei genoeg. Ik zie het nog steeds voor me. Ik kon die kleine lettertjes vanaf mijn standpunt niet lezen, maar Az' gezicht zei genoeg. Hij rende de kamer uit en voor het eerst rende ik hem niet achteraan. Hij was op een avontuur gegaan zonder mij, had zonder mij verstoppertje gespeeld. Ik kon dat ook.

Ik ging op de stoel zitten. Mijn tenen raakten de vloer net aan. Ik zwierde de stoel een beetje naar rechts, zodat ik het beeldscherm net goed kon zien. Twee maanden later kreeg ik een bril. Mijn blik bleek slecht te zijn. Az pestte me ermee, zei dat ik de wereld nooit goed zou kennen, omdat ik hem niet goed kon zien.

Ik las de Wikipedia pagina met moeite, maar ik las hem wel. Na die dag mocht alleen ik hem nog Az noemen. De rest noemde hem El. Ik weet nog dat Eva aan me vroeg waarom iedereen hem El noemde. Wat zijn echtte naam was. Az was woedend toen ik haar het verhaal had verteld. Hij verdween weer. Zoals hij vaker deed.

Later las ik een interview met zijn moeder. Die vrouw deed alsof ze hem kende. Hij kon net zo goed een vreemde zijn geweest. Ze vertelde over die dag, de dag dat Az zijn naam koos. Ze vertelde over hoe woedend hij op haar was, hoe ze hem nog nooit zo boos had gezien. Het bleek een familienaam te zijn. Haar overgrootvader had hem gehad, maar had hem daarna niet doorgegeven. Toen ze in de stamboom ging kijken voor namen vond ze Azraël heel mooi. Ze was een leugenaar, die moeder van hem. Dat had Az hem wel vaak genoeg verteld.

Az vertelde hem ook verhalen over El. Over wat de naam allemaal betekende. Het was de afkorting van de naam Ellen. Eerst vond hij dat nog stom, want Ellen was een meisjesnaam, maar later accepteerde hij het als mensen dachten dat hij Ellen heette. Ellen betekent fakkel. Dat vond hij wel goed.

Maar hij bleef altijd El. El was een god ergens, een van velen. Hij was een oppergod, een schepper. Azraël was nooit El voor mij, voor mij was hij Az. Ik was de enige die hem zo mocht noemen.

Misschien is Az zich naar zijn naam gaan gedragen, welke van de twee hij ook gekozen heeft. Zo deed hij in ieder geval wel. De oppergod, de engel. Een van de twee heeft hij gekozen. Ik weet nog steeds niet welke.

R

AsregenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu