Hoofdstuk 6

739 44 2
                                    

Als ik thuis ben ga ik meteen achter mijn bureau zitten en dan begin ik aan mijn huiswerk Voor Engels moet ik een gedicht maken, en dat moet ik morgen voorlezen. Ik pak mijn liedjesboekje, en ik scheur een pagina uit die is goed vind. Ik leg het zonder te lezen in mijn agenda en ik ga verder met mijn andere huiswerk.

TS Volgende ochtend.

Ik doe mijn kluisje dicht en ik zie opeens Jayson naast me staan. Ik schrik en ik zie een glimlach op zijn gezicht groeien. Ik schiet automatisch in de lach. 'Ik heb je toch geen hartaanval bezorgd?' vraagt hij spottend. 'Oh geloof me, dat heb je zovaak gedaan.' zeg ik spottend terug. Hij zet een ammuserende glimlach en ik geef hem een knipoog en ik loop naar mijn volgende les. Als ik ga zitten komt Jayson opeens naar binnen. Huh?We zitten toch niet samen met Engels? Zeg ik tegen mezelf. Ik kijk hem met een vragende blik aan en hij kijkt weg. Als iedereen stil is dan gaat Jayson naast de docent staan. 'Jayson is verplaatst naar mijn Engelse klas, want hij heeft problemen gehad met de andere docent dus ik ben blij dat ik hem met open armen kan ontvangen en ik denk dat jullie onze quatreback al kennen.' zegt ze met een glimlach. Hij gaat gaat zitten en ik geeft me een gemene glimlach. Ik rol met mijn ogen en ik kijk weer naar de docent. 'Emily, jij mag alvast beginnen met je zelfgeschreven poezie stukje.' zegt ze. Ik knik en ik pak mijn papiertje uit mijn agenda en ik ga voor de klas staan. Ik adem rustig in en dan weer uit. 'Het gaf haar een lege gevoel alsof ze iemand nodig had om dat leegte te vullen. Niemand die om haar gaf en niemand die er voor haar was.' Ik stop even met lezen en ik kijk naar het blaadje. Volgensmij heb ik niet de goede blaadje gepakt die ik nodig had. De jufvrouw schraapt haar keel, dat een teken geeft dat ik door moet gaan. 'Niemand die haar heeft opgevangen toen ze viel, en niemand die haar omhelste...toen ze haar..tranen liet vallen.' Ik stop met lezen en ik slik met moeite de brok in mijn keel in. Ik probeer mijn tranen in tehouden en ik hou het blaadje strakker vast. Alle ogen van de klas zijn op mij gericht, en het voelt alsof hun ogen messen zijn die me steken. Ik kijk naar de deur en zonder een twijfel ren ik de klas uit. Ik sluit mezelf in de wc hok en ik stort op de grond. Ik leg mijn gezicht in mijn handen. Het gedicht heb ik geschreven toen ik depressief was. De gedachtes die mij hebben gekwelt, de depressie die mij helemaal heeft overgenomen en niemand had iets door. Ik heb Natasha niks verteld, want dat heb ik nooit gedurft. Mijn ouders ook niet, want die waren bijna nooit thuis. Mijn broer kon ik alles vertellen, maar over mijn depressie heb ik nooit gedurft. ik haat het als mensen medeleiden met me hebben. Ik ben niet onzeker, nouja dat ben ik wel een beetje maar ik voelde me en nu nogsteeds alleen. Ik voel me alleen, en ik word nooit verliefd. Omdat ik bang ben dat mijn hart word gebroken en daar heb ik totaal geen behoefte en zin in.

'Emily?' hoor ik iemand roepen. De deur hoor ik open zwaaien en diegene roept nog een keer mijn naam. Nu kan ik de stem beter horen en het is de stem die ik al te goed ken en de stem die mijn hart een sprongetje liet doen en kokhalsen tergelijkertijd. Je raad het al, Jayson! Ik bijt op mijn lip en ik sta op. Ik adem diep in en adem rustig uit. Ik doe de deur open en ik zie mezelf in de spiegel en dan merk ik dat ik heb gehuild. 'Emily?' ik kijk naast me en ik zie Jayson met een bezorgde gezicht kijken. 'Ja?' snauw ik. 'Gaat het?' vraagt hij. 'Alsof het jou kan schelen.' snauw ik. Ik loop weg en Jayson pakt me bij mijn arm 'Laat me los.' schreeuw ik. 'Emily, wat is er aan de hand?' vraagt hij. 'Het gaat je niks aan!' zeg ik boos. Hij laat mijn arm los en ik wrijf erover want hij heeft me wel hard vast gepakt. Ik draai om en ik voel mijn tranen weer opkomen. Ik doe even mijn ogen dicht en als ik ze open sla dan staat Jayson dichterbij me. Hij gaat met zijn hand over mijn wang, en ik voel mijn hele lichaam trillen. Mijn hart maakt een sprongetje van zijn zachte handen op mijn wang. Zijn adem die ik voel op mijn huid en zijn aanwezigheid die me helemaal gek maakt. Eerst is hij altijd een arrogante kwal, iemand die ik alleen de dood toe wenste, maar nu doet hij lief. Er is iets wat me naar hem toetrekt, er is iets aan hem dat me een raar gevoel geeft dat goed maar ook slecht ik. Verliefdheid?Nee dat kan niet. Of toch wel?

'Je weet als er iets is, ik ben er voor je.' fluisterd hij dicht bij mijn oor. 'Wat wil je Jayson?Ik ga NIET met je in bed.' zeg ik met een nadruk op 'NIET'. 'Sorry, wat?' zegt hij lachend. 'Eerst ben je zo'n arrogante kwal die me altijd maar moest kwetsen, irriteren. Nu doe je opeens lief en dat het je iets kan schelen. Ik ken je trucjes wel, meneer Henderson wilt dat Alle meisjes op hem zijn en dat ze met hun hersenloze hoofd met je in bed duiken!Een jongen die zich voor niks schaamt,een jongen die leuk vind om met gevoelens en emoties experimenteren en het leuk vind om mensen kapot te maken!' schreeuw ik. 'Denk je echt dat ik zo ben?' zegt hij kalm 'Ja?' snauw ik. Hij kijkt me aan met zijn ogen die mij vanbinnen kapot maakt, ik merk dat ik hem met mijn woorden hard heb geraakt maar dat kan me niks schelen. Dit heeft hij verdient! Hij glimlacht emotieloos en hij schudt met zijn hoofd. 'Zo ben ik niet.' zegt hij. 'Oh?' lach ik. 'Zo ben je wel.' sis ik. Ik ren de wc uit en ik loop naar mijn kluisje. Ik voel mijn telefoon trillen en ik pak hem uit mijn zak en ik zie datik een smsje heb gekregen van een onbekend nummer.

- Het komt wel goed met je, nouja nee niet echt. Ik zie je snel snoesje. -

Ik kijk om me heen en ik zie een gestalte staan die ik herken. Ik zie zijn gezicht nogsteeds niet goed maar als hij opeens dichterbij komt lopen dan blijf ik stokstijf staan. Ik ren weg en als ik buiten ben en naar achter kijk zie ik hem niet meer staan. Ik beheers mijn ademhaling en ik kijk weer naar het smsje. Wie is die gast? Of meisje?

My dilemmaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu