Hoofdstuk 3, 'Hard times will always reveal true friends'.

111 7 0
                                    

''Ik denk dat ze zo wel wakker wordt.'' Hoorde ik een stem zeggen. De stem drong langzaam tot me door maar ik kon niet bedenken van wie de stem was. Voorzichtig opende ik mijn rechter oog. Direct volgde er een steek door mijn hoofd. Ik lag met mijn rug op een bed en ik herkende het plafond niet meteen. Voorzichtig opende ik mijn linkeroog, gevolgd door nog een steek door mijn hoofd. Inmiddels besefte ik me dat ik me in een ziekenhuiskamer bevond. Naast mijn bed zag ik Victoria, Adelaide en mijn vader zitten. Victoria sprong vrijwel direct op me toen ze zag dat mijn ogen geopend waren. ''Je bent wakker! Welkom terug Pen!'' Ze knuffelde me en verbaast antwoorde ik op haar knuffel. '''Wat is er gebeurd?'' vroeg ik zachtjes. Adelaide schraapte haar keel. ''Je was gister je telefoon bij mij vergeten dus die wou ik naar je toe brengen. Ik reed met Nolan naar je huis en toen trof ik je halverwege aan. Je lag bewusteloos langs de weg en Reece lag verderop in het bos. Hij zat onder het bloed. Nolan en ik hebben de ambulance gebeld en zijn met je hier heen gereden. Ik had geen idee wat er was gebeurd. Pen ik was echt heel erg geschrokken,'' ratelde Adelaide. Halverwege haar  verhaal drukte ze een kus op mijn wang. Ik ging iets rechterop zitten en probeerde me te realiseren wat Adelaide me net allemaal vertelde. ''Hoe gaat het met Reece?'' riep ik. Mijn vader mompelde dat ik moest blijven liggen. ''Hij ligt een paar kamers verderop.'' De zon scheen door een spleetje van de gordijnen. Ik hoorde mezelf vragen of Reece dood was. ''Nee lieverd.'' Opgelucht haalde ik adem. Ondertussen was er ook een verpleegster binnen gekomen. Ze onderzocht me maar ik besteedde er geen aandacht aan. ''Kan je je iets herinneren?'' vroeg mijn zus voorzichtig. Ik kwam voorzichtig nog meer overeind, mijn vader ondersteunde me dit keer en hield me niet tegen. Ik knikte. ''Een ongeluk en een wolf..'' Er schoot een beeld van een stel starende blauwe ogen door mijn hoofd. Ik knikte opnieuw. ''Ik kan me kleine dingetjes herinneren.'' De drie haalde opgelucht adem. ''Weten Reece zijn ouders het al?'' Adelaide knikte. ''Ze zijn vanacht direct gekomen. Ik heb ze nog gezien in het ziekenhuis.'' ''Ben je hier de hele nacht geweest?'' Weer knikte ze. ''Je vader en Vic zijn ook meteen gekomen.'' ''Kan ik naar Reece toe?'' Wild schudde mijn vader zijn hoofd. ''Jij blijft vandaag nog in bed. Je hebt een zware hersenschudding.'' ''Weten de anderen het al?'' vroeg ik aan Adelaide. ''Ik heb ze gebericht. Ze wensen je allemaal beterschap en ze wilden vanmiddag langskomen.'' ''En Nolan?'' Adelaide keek me verbaast aan. Ik vertel haar dat ik vandaag iets met hem zou gaan doen. Gelukkig vroeg ze niet door. ''Hij was erbij toen ik je vond. Hij is net een uurtje weg hier. Hij is kleren voor me halen.'' Ik sloot mijn ogen en droomde weer weg. 

------

''Reece Martin,'' vertelde Adelaide aan de receptioniste. Het was drie dagen later en ik had eindelijk een nacht thuis geslapen. Ik was in het ziekenhuis met Nolan en Adelaide om Reece te bezoeken. Het ging goed met hem en hij zou later die dag naar huis mogen. ''G102, de G-vleugel, 1e etage, 2e kamer.'' Adelaide bedankte de receptioniste en we begaven ons naar de lift. ''Lief dat je ons wilde brengen,'' bedankte ik Nolan terwijl we op de lift stonden te wachten. ''Geen dank.'' Hij keek me niet aan. De lift kwam snel en we stapten in. ''Wat wilden jullie samen gaan doen de dag na het ongeluk?'' mompelde Adelaide zonder ons aan te kijken. Er viel een ongemakkelijke stilte. ''Ik zou haar meenemen naar Nathan om haar laatste spullen op te halen,'' loog Nolan. Adelaide knikte, ze geloofde hem. Haar donker rode haren waren in een lange vlecht gebonden. Haar haar leek plotseling erg donker. Adelaide was ontzettend lief geweest sinds de avond in de club en ik was haar er erg dankbaar voor. Het waren nou niet bepaald mijn beste dagen. De liftdeuren gingen open en we stapten de gang in. Adelaide liep voor Nolan en mij uit naar Reece zijn kamer. ''Ben je er klaar voor?'' vroeg Adelaide zachtjes. Ik knikte. 

Het was muisstil in de kamer. Er was geen visite en zijn ouders waren ook nergens te bekennen. Reece lag er eenzaam bij. Helemaal alleen in het grote ziekenhuis bed. Het maakte me verdrietig. Hij zorgde er voor dat zijn bed recht op ging staan. ''Adelaide? Penelope?'' schor sprak hij onze namen uit. Er zaten schrammen op zijn gezicht en in zijn nek maar het viel me nog mee. Adelaide drukte een kus op zijn voorhoofd. Ze liep om zijn bed heen, vulde de lege vaas met water en zette haar bosje bloemen in de was. Tevreden ging ze in de vensterbank zitten. Ik drukte een zoen op Reece zijn wang en  bekeek hem opgelucht. ''Fijn om je te zien.'' Hij sloeg zijn armen om mijn nek en drukte zijn gezicht in mijn nek. Ik had door dat hij begon te huilen. ''Het spijt me heel erg Penelope. Ik ben echt heel erg geschrokken!'' ''Ik ook Reece maar het is niet jouw schuld!'' Ik liet hem weer los en ging op de rand van het bed zitten. Nolan begroette hem met een vriendelijke hand. ''Goed om je te zien gozer,'' mompelde Nolan. Een uur lang waren we bij Reece. Zijn ouders hadden hem alles verteld, zelf wist hij niks meer. 

bite me (nederlands)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu