53 6 0
                                    

De nacht was begonnen.  Papa en mama waren nog wakker en zaten tv te kijken.

Mijn gedachtes raasde rond,  niet wetend wanneer ze moesten stoppen.

Teveel indrukwekkende dingen gezien,  te veel nieuwe informatie.  Over een verleden die ik niet eens wist te hebben. 

Ik ging meteen in foto albums kijken,  zoeken naar echte jeugdfotos,  opzoek naar antwoorden die ik nu niet had.

Maar ik kon niks vinden. Wat me wel opviel was dat ik pas foto's had van toen ik een jaar of zeven was. En niet van eerder.

Dit alles voelde allemaal zo raar in mijn buik.

Ik sloot mijn ogen,  beelden flitste weer voorbij,  ander soort beelden.  Druppels, een verdrietig iemand,  een sleutel. 

Meteen stond ik op. Genoeg gezien.

Met grote passen beende ik naar beneden.  Ik wil antwoorden en wel nu.

Papa en mama zat naast elkaar op de bank.  Ze keken verbaasd op.  "Kun je niet slapen liefje?" vroeg mam bezorgd. "Mijn gedachten." begon ik.  "Kom maar hier." mama klopte op de bank naast haar.

"Ben ik van jullie?" vroeg ik uit het niets.  Ze keken me allebei raar aan.  "Waarom vraag je dat!?" vroeg papa.  Hij keek een beetje treurig erbij.  "Ik bekeek de foto albums.  Maar ik heb geen foto's van toen ik een baby was,  of vijf jaar.

Hoe kan dat?" mama keek naar papa.  Ze wisten niet goed wat te doen.

Ik voelde de verwarrende emoties. Verdriet,  de kleuren om hen heen werd sterker.

Nog steeds keek ik ze aan.

"Laten we beginnen bij het begin,  maar onthou wel dat we van je houden." begon mam.

Pap pakte haar hand. "We waren twee zorgloze tieners.  We deden van alles,  lol maken,  dingen doen die we zouden moeten hebben gedaan.  Gereisd.

En uiteindelijk kwamen we hier terecht.

We gingen hier wonen,  het was een leuk huis.  We knapte het huis op en maakte het op.

Er bleef een kamer over. Die hielden we leeg,  voor het geval dat.

We waren weken bezig todat het huis eindelijk echt af was.

Trots op ons zelf gingen we tv kijken,  tegen elkaar leunend.

Het werd laat dus we gingen naar bed.

We waren moe van de laatste paar weken dus vielen in slaap.  Ineens om twaalf uur s nachts bonkte er iemand hard tegen de deur.  We schoten beide overeind en deden het licht aan.

Voorzichtig liepen we de trap af,  niet wetend wat we te zien zouden komen.

Het geklopt bleef doorgaan.  Ik opende de deur,  daar stond een gedaante met een cape om zich heen.

In de armen had het een vast van zeven jaar.  Het was een meisje,  ze lag zo mooi vredig. 

Haar krullen sierde haar gezicht zo mooi.

Het leek wel een wonder,  wij mochten haar hebben.  Wij zouden de trotse ouders zijn van dit kind,  zonder de verleden te weten van haar.

Maar we stonden nog steeds naar haar te kijken. "Pas op dit kind,  zolang het kan.  Later kan ze weer terug."  sprak een mannestem. "Maar, waarom?" begon papa. "Het moet." hij overhandigde haar. Aan mij en papa.

We namen het aan.  Ze voelde zo vertrouwd aan,  alsof het ons eigen kind was.  "Maar. Wat is haar naam?"  vroeg ik snel.  "Silver." antwoordde hij.  "Silver." papa en ik keken trots naar jou.

Toen we hem wilde bedanken was hij weg.

We namen je naar binnen en legde je op ons bed,  je lag zo lief te slapen.

Nu wisten we wat we met de lege kamer moesten doen,  het klaarmaken voor jou.

De kamer wachtte op jou." sprak mam.

Ik keek ze versteld aan.  "Dus ik heb andere ouders ?"  kwam ik tot conclusie.  Ze knikte. "Toen je hier kwam had je ook een ketting om ofzo."  zei papa fronzend.

"Wat zat er aan? " Stel je voor,  dat het straks de ketting is die  Jacelyn van Estelle heeft.

"Het was iets blauws? Iets doorzichtigs,  de vorm weet ik niet meer." zuchtte pap.  "Hebben we die ergens nog?" vroeg ik nieuwsgierig. "Vast wel,  ergens op zolder ofzo." zei mama.

Ik holde meteen naar boven, straks is het de ketting.

Ik opende de deur en liep op de trap die naar de older leidde.  Het was erg donker.  Tastend in het duister zocht ik naar het lichtknopje. Het licht sprong aan.

Overal lagen dozen,  spullen, doeken. Er lag van alles wat.  Dit was een onbegonnen klus.

Ik begon bij een doos. Het was een verhuis doos,  in de doos zelf zaten allemaal oude boeken.

De volgende doos was aan de beurt.

Niks.

"Hulp nodig? " Ross stond tegen een houten kist aan geleund. Hij keek me triomfantelijk aan. "Ja. Als dat lukt."  ik blies wat haren uit mijn gezicht.

Met zn tweeën zochten we naar de ketting.  We hadden van alles gehad, in de ene doos zaten boeken,  de andere kleren,  speelgoed van vroeger,  spulletjes voor in het huis,  beelden.  Noem maar op.

Er bleef een klein kistje over.  Het was een houten kistje. Het had een gouden opening.  Ik pakte het kistje op en blies er op.  Al het stof vloog eraf. Ik veegde het laatste stof eraf,  er kwam een blaadje tevoorschijn.

Het kistje werd warm en er begon een blauwe gloed omheen te komen. "Dat is het."  Ross keek me doordringend aan.  "Hoe weet je dat?"  vroeg ik hem.  "Dat voel ik,  jij niet?" ik haalde mijn schouders op.  Met kriebels in mijn buik opende ik het kistje.  Vanbinnen was het met rood fluwelen stof bekleed.

In het kistje lag een zilveren ketting.

Ik pakte de ketting,  er hing een hanger aan.  Het was druppelvormig.

Silver LiningWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu