2

6 0 0
                                    

Alle ogen kijken mijn kant op. Ik probeer zelfverzekerd te lijken. Wat ik totaal niet ben. Ik ben altijd zelfverzekerd meisje geweest wat veel gehaat werd maar toch was ik zelfverzekerd. En nu lijkt het alsof dat meisje niet bestaat. 'Ga zitten Lucie, daar is nog een plekje vrij', zegt de leraar wiskunde. Ik neem plaats op de aangewezen plaats. Iedereen blijft me maar aan staren. Ik ben misschien nieuw maar dat betekend niet dat je moet aanstaren alsof ik een alien ben. 'We gaan veder waar we gebleven waren.' Alle ogen gaan nu naar de leraar toe. Eindelijk geen gestaar meer dacht ik totdat ik de jongen naast mij zag. Die me maar bleef aanstaren. Dit is best wel angstaanjagend. Ik probeer het een beetje te negeren maar het is best wel frustrerend. 'Kijk je iedereen altijd zo aan?', vraag ik behoorlijk geërgerd. Ik kijk recht in zijn mooie ogen. Ze zijn donker bruin. We staren elkaar een tijdje aan. Waar ik wel heel zenuwachtig van word. 'Ik heb mijn rare gewoontes', antwoordt hij. Ik zucht. 'Zwaar leven?', vraagt hij alsof hij weet dat ik niet het beste leven heb. Ik schud nee omdat ik niet weet wat ik moet antwoorden. 'Trouwens, ik ben Jeremy.' 'Lucie', zeg ik. Hij geeft mij een hand. Jeremy heeft bruin haar waar geen gel in zit. Het zit gewoon warrig door elkaar maar het staat hem best goed. Als ik eerlijk ben is hij best knap.
**
Eindelijk thuis. Mijn eerste schooldag was wel oké. Niet echt vrienden gemaakt en ook geen vijanden. Maar wie verwacht nou dat ik vrienden zou krijgen. Misschien zou Jeremy mijn vriend kunnen worden. Nee nee nee! Hij was gewoon een beetje met me aan het spelen. Doet hij vast bij iedereen. Ik had vandaag 3 lessen met hem. Elke les die ik met hem had ging die naast me zitten en me aanstaren. Het was zwaar irritant. Soms had ik echt zin om hem een klap te geven. Dat heb ik maar niet gedaan, gelukkig. Als ik dat had gedaan, was ik het agressieve kind van de school. Dat hoef ik niet weer te zijn. In Nederland had ik keer een meisje een klap gegeven omdat ze stomme opmerkingen zei over mijn kleren. Iedereen had medelijden met haar en had de pik op mij. Sinds toen was ik het agressieve meisje. Later heb ik iemand een bloed neus geslagen omdat hij tegen iedereen zei, dat ik hem
verkering had gevraagd. Het was helemaal niet waar!
**
Na een tijdje op mijn bed liggen, besluit ik om een rondje te gaan lopen door New York. Ik doe snel mijn versleten schoenen aan. Eigenlijk moet ik nieuwe schoenen kopen maar ze zitten zo lekker.

Buiten schijnt de zon vel op mijn gezicht. Hier kan ik van genieten. Ik sluit mijn ogen en concentreer me op de geluiden om me heen. Ik hoor de auto's, de wind die heel zacht blaast en als je goed luistert hoor je  de vogeltjes fluiten. Mijn rust wordt verstoord als iemand mijn naam roept. 'Lucie!' Ik doe mijn ogen weer open en zie Jeremy voor mij staan. Zijn bruine haar zit een beetje door de war door de wind. Het zat al door de war maar nu nog erger. Ik glimlach naar hem. 'Hoi buurmeisje', zegt Jeremy. Het duurt even voordat ik besef wat hij zegt. 'Buurmeisje?' Vraag ik hem verbaasd. 'We wonen in het zelfde gebouw', zegt hij enthousiast. Nee dit meen je niet! Ik sla me zelf op mijn kop. Jeremy kijkt mij raar aan. 'Vind je het niet leuk?' Vraagt hij. 'Jawel', lieg ik. Ik vind het hartstikke stom en ik heb geen idee waarom. Ik hou van een beetje privacy en als hij de  hele tijd  in de buurt is dan heb ik geen moment voor mezelf. Ik heb mijn eigen
Appartement maar met mijn vader de hele tijd in de buurt ga ik vaak even weg uit het appartement. 'Waarom sla je je zelf dan op je hoofd?' Vraagt hij niet begrijpend. 'Ik heb mijn rare gewoontes', citeer ik hem op wat hij eerder zei. Hij lacht even. 'Hoe bevalt New York?' Vraagt hij. Moet ik eerlijk zijn of moet ik het antwoord geven wat hij wilt horen? Ik besluit om beide te doen. 'Vroeger wou ik altijd al naar New York en hier ben ik dan, maar ik weet niet als ik het hier leuk ga vinden. De stad daar is niks mis mee. Het is de mooiste stad van de wereld.' Hij knikt begrijpend. 'Mis je Nederland?' 'Nee totaal niet', zeg ik zonder na te denken. 'Ik bedoel het is daar koud en een lelijk land', zeg ik snel voordat Jeremy meer vragen gaat stellen. Als antwoord van hem staart hij me aan. Daar gaan we weer. Ik staar hem terug aan en kijk weer in zijn bruine ogen. Het enige wat ik kan denken is, dam hij is hot. Ik word gered door Jeremy's mobiel die afgaat. Hij neemt op. 'Yo man', zegt hij stoer tegen de andere persoon. 'Gast niet nu!' Ik wacht tot hij klaar is. 'Je belt echt op verkeerd moment!' Ik vraag me af met wie hij belt. 'Gozer ik bel straks terug.' Hij hangt op. 'Wie was dat?' Vraag ik. 'Mijn moeder', antwoord hij. Daar geloof ik niks van. Je noemt je moeder niet zomaar gozer en gast. Zonder er veel over na te denken ga ik eindelijk een rondje lopen.

My Life In BrooklynWhere stories live. Discover now