4. Queeste

22 4 15
                                        

Hoog boven hun hoofden dansten de gelobde, groene bladeren van de eik. Dunne straaltjes zonlicht scheen er doorheen en wierp zijn licht op de overwoekerde ondergrond. Met elke stap die de groep zette, moesten ze opletten voor de uitstekende wortelen en de overgroeide bosjes met brandnetels. Alle sporen duiden erop dat het bos niet vaak meer betreden werd.

Misha voelde zich thuis in dit gebied en kon niet helemaal plaatsen waar het gevoel vandaan kwam. Het feit dat ze twee keer in deze wereld terecht was gekomen en wakker was geworden met een heftige variant van dementie, hielp daar ook niet bij. Ze streelde met haar handen langs de bladeren van de bomen en glimlachte gelukzalig. Het was haar moment om weer aan de groep te laten zien wat voor krachten ze in zich had.

Gestaag werden de haren op haar armen en benen dikker en voller. Haar rug kromde met een akelig, krakend geluid en niet veel later was zij volledig tot een grote viervoeter getransformeerd. Ze stak haar korte snuit naar de grond, om deze zorgvuldig af te snuffelen, en spitste haar kleine oren. Gebruikelijke bosgeuren als de geur van vochtig mos en natte boomstammen trok haar neusgaten binnen. Er was alleen ook een geur die met name haar aandacht kreeg. De penetrante geur van een recent gepasseerde roedel wolven gemixt met de geur van dood en verderf dat zij achtergelaten hadden.

Misha voelde maagzuur opkomen. Ze legde haar poot op haar snuit in de hoop daarmee de geuren te dempen en staarde met haar vervormde gouden ogen naar de groep. Het oogcontact duurde enkele seconden, waarna Misha abrupt aangetrokken werd naar de bomen en haar gouden ogen erop fixeerde. Haar zintuigen werden opnieuw aangescherpt door het geluid van voetstappen en gehuil. Geluiden die op een hoog tempo dichterbij kwamen.

De groep realiseerde zich wat er gaande was en volgde de blik van de reusachtige wolf om tussen de hangende bladeren door het naderende gevaar in hun bloeddorstige ogen te kijken.

Een groep van reuzenwolven sprintte op hen af en omsingelden de avonturiers zo snel als ze konden. Op de rug van de middelste en grootste wolf zat een klein meisje, een geniepige glimlach sierde haar gezicht. Door de vaart stonden haar blonde staartjes kaarsrecht naar achteren. Groen magisch licht danste om de kleine vingertjes heen die vooruit gestrekt stonden en richting de groep wezen. Dezelfde gloed glooide net rond de ogen van de wolven, wat duidde op dat zij door het kleine meisje in een trans zaten en zonder tegenspraak haar bevelen volgden.

Er hing iets duisters over het meisje heen. Haar ogen zaten volledig weggerold in hun kassen, waardoor alleen wit te zien was. Bloed stroomde als tranen over haar lijkbleke huid, langs haar sproetjes en haar kin naar beneden. Haar lichaam schokte oncontroleerbaar en alle tekenen leken te wijzen op één ding: het meisje was bezeten.

De vacht van de reuzenwolven zat nog onder de bloedsporen van de rooftocht waar ze net uit gerend waren en ze leken niet terug te deinzen voor een volgend gevecht.

Misha hoopte gebruik te kunnen maken van het feit dat zij nog hetzelfde gedaante had als de viervoeters die hen aanvielen en poogde dichterbij het jonge meisje te komen.

Het jonge meisje zag de grote reuzenwolf op haar af komen en als reactie gingen haar lippen razendsnel op en neer. Misha voelde hoe een spreuk probeerde macht te krijgen over haar zelfbeheersing. Helaas voor het jonge meisje ging het niet op haar werken. Hoewel haar gedaante nu hetzelfde was als dat van een wolf, had ze nog haar menselijke rationale die spreuken voor dieren automatisch blokkeerde. Toch besloot ze voor nu afstand te bewaren en te doen alsof ze ook tegen haar teamgenoten was, in de hoop het meisje te misleiden en later een betere opening te vinden om toe te slaan.

Durin sprong naar achteren, wetende dat afstand bewaren zijn meest strategische zet was in dit soort conflict. Om zijn grote gerimpelde hand dansten gouden vonkjes. Hij verafschuwde het aanzicht. Het paste niet bij wie hij was als persoon, maar toch waardeerde hij het gevoel dat hij ervan kreeg. Het maakte hem machtig. De gouden vonkjes vervormen zich tot een intense, felle, fonkelende straal en schoot uit de duergar zijn hand, in de richting van de meest linker reuzenwolf. De wolf kermde geschrokken van de pijn en een deel van zijn vacht ging op in stof.

Gevallen pacifistWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu