Verrassend rustige, koele en natte dagen passeerden, terwijl de avonturiers hun overtocht naar de rest van Aestra maakten. Nadat ze eenmaal bij de oever aangekomen waren, zagen ze niet veel anders dan bomen, struikgewassen en rotsachtige kliffen. Al volstrekt uitgeput van de lange reis op het water en snakkend naar rust, zetten ze hun reis naar de bewoonde wereld voort. Af en toe deden ze een dutje, maar de nachten in de buitenwereld werden met elke dag en al hun natte vieze kleding meer en meer oncomfortabel en de spookachtige, mysterieuze geluiden die ze hoorden maakten dat ze het niet aandurfden om lang buiten bewustzijn te blijven.
Als een stel sloddervossen liepen ze uiteindelijk de poort van de eerste stad op hun route binnen.
''Halt!'' riep een luidde mannenstem en twee jonge mannen, gehuld in gouden harnas, keek minachtend op hen neer.
Misha's ogen vielen op de grote gouden Y die gegraveerd stond op hun pantsers. Waar had ze dit eerder gezien?
''Jullie weten dondersgoed dat jullie soort niet hoort binnen de rijke delen van Elypson.'' De twee mannen hielden hun speren gekruist. ''Ga terug naar je eigen volk.''
Verbouwereerd tuimelden Cyntha, Durin en Misha naar achteren. Claire liet het minder makkelijk over zichzelf heen gaan.
''Jullie soort?'' bromde ze verbaasd en lichtelijk geïrriteerd. De half-elf was het inmiddels spuugzat dat ze werd behandeld als straatvuil en stond op het punt deze in haar ogen nietige wachters een lesje te leren in manieren. Haar handen gloeiden geel en haar lippen vormden zachtjes woorden.
Onweer stond op het gezicht van de twee mannen. Ze waren normaliter tegenspraak van de andere bevolking van Elypson niet gewend. Hun vingers knelden strakker om de speren heen en ze klemden hun kaken op elkaar.
Voordat de hel los kon barsten, werd de incantatie van Claire net op tijd door een hand op haar schouder onderbroken.
Misha keek met haar gouden ogen de half-elf indringend aan en schudde haar hoofd. ''Geweld gaat niets oplossen.'' Ze wendde zich tot de wachters en boog zich eerbiedig voorover. ''Excuses voor mijn metgezel. We hebben een lange reis achter de rug en zijn niet bekend in de omgeving. Kunnen jullie ons wijzen naar waar we welkom zijn?''
Een van de wachters tikte met zijn voeten op de grond, rolde met zijn ogen en balde zijn vuisten. De ander was iets geduldiger.
''Als jullie de muur volgen, zullen jullie uiteindelijk een andere poort vinden. Daar kunnen jullie armoedzaaiers terecht.'' Terwijl hij sprak, bewoog hij nonchalant zijn arm omhoog en wuifde de juiste richting op.
De half-elf had vuur in haar ogen staan en stoom uit haar oren lopen. Met gebalde vuisten bulderde ze nog woorden naar de wachters terwijl ze door Misha meegetrokken werd.
''Viel jullie dat logo ook op?'' vroeg Cyntha zodra ze uit het gehoorbereik van de wachters waren. ''Hij kwam zo bekend voor.''
''Klopt,'' zei Durin nuchter. ''Op het schilderij bij de burgemeester van Inn.''
Cyntha keek de duergar met grote ogen aan. ''Bedoel je die met de burgemeester en die andere man ernaast? Die ene die er adellijk uitzag?''
''Ja.''
Cynha slikte en stopte abrupt met vliegen. ''Dan zullen we misschien vanaf nu extra goed op onze acties moeten letten, voor het geval de twee nog contact met elkaar hebben. Misschien is er al informatie over ons gedeeld en zijn we ook niet meer veilig hier.'' Schichtig keek ze heen en weer.
''Geen zorgen,'' opperde Misha, ''als inmiddels hier ook bekend was dat we berucht zijn in Inn, dan waren de wachters heel anders met ons omgegaan."
Cyntha ontspande haar spieren en fladderde rustig door.

JE LEEST
Gevallen pacifist
FantasyWanneer Misha van haar godin een tweede kans krijgt in het leven, besluit zij dit ten volste te benutten. Samen met de groep waarmee zij rondreist, wordt zij op avonturen gejaagd in de voor hen nog onbekende wereld Aestra. Maar wanneer Misha met haa...