Klaarmaken voor vertrek

441 33 0
                                    

De volgende dag.

Ik ben net uit de douche. Vlug wikkel ik mij in een handdoek. Mijn rug doet nog steeds zeer en ik heb al die tijd op mijn lip moeten bijten om niet te klagen en ik was gister avond zo moe van de wolven te begraven en wat te kuisen dat ik niet meer heb gekeken naar mijn wonde. Ik kijk naar mijzelf in de spiegel, ik zie er niet uit, ik voel me zwak en uitgeput. Ik laat mijn handdoek wat zakken zodat de helft van mijn rug bloot is. Dan draai ik mijn rug naar de spiegel. Mijn ogen worden zo groot als schoteltjes. De wonde. Het is rood en blauw en het ettert. Het is echt een vies boeltje en dat heb ik dan maar van de nagels van die vieze tovenaar. Ik moet de wonde dringend laten verzorgen.

Vlug neem ik mijn kleren die op de stoel liggen. Ik trek een broek aan en een losse T-shirt. Ik kam mijn haar wat. Dan neem ik een rekker en doe mijn haar in een hoge paardenstaart. Ik die mijn schoenen aan en loop dan mijn kamer uit. Het is ondertussen al tien uur 's ochtends. Dus er zullen zeker al mensen wakker zijn. Ik loop de grote trap af. Pppff ligt het aan mij of is wandelen lastiger geworden. Mijn conditie is echt slecht. oh Selina stop toch met mopperen over je conditie. Zeg ik tegen mijzelf. Waar zouden de meiden zijn? Misschien zijn ze aan het ontbijten.

Ik loop naar de deur waar we altijd eten. Hij staat wat op een kier. Ik duw de deur open en loop naar binnen. Daar zie ik Lief, Megan en Rozelina zitten. De rest van de meiden zijn waarschijnlijk nog op hun kamer.

"Goede morgen Selina. Heb je slecht geslapen?" Vraagt Lief.

"Eigenlijk niet." Zeg ik aan hun terwijl ik tegen de muur leun.

"Euhm meiden ik heb een wonde op mijn rug en ik denk wel dat hij verzorgt moet worden." Zeg ik met een flauwe lag.

"Laat mij eens kijken." Zegt Rozelina. Ik knik eens. Rozelina staat recht en loopt op mij af. Ik draai mij met mijn rug naar haar en trek mijn T-shirt wat omhoog.

"Van waar heb je deze wonde." Vraagt ze.

"Van Kentlos, hij heeft zijn nagels in mijn rug geduwd."

"Wat, waarom zeg je dat niet eerder. Het is helemaal ontstoken. Daarom zie je er zo moe uit. Als de wonde niet snel zal verzorgt worden, zal je ernstig verzwakken doordat het van 1 van de tovenaars is, maar je gaat er niet aan dood." Rozelina dat mijn T-shirt weer naar beneden. Ik draai mij om.

"Kom we gaan naar de ziekenzaal."

Ik zie dat Lief en Megan ook rechtstaan en naar Rozelina en ik lopen.

Rozeline neemt mijn linker arm vast en Megan mijn rechter arm, zodat ik wat kan steunen. We lopen traag naar de ziekenzaal die wat verderop is.

Als we voor de ziekenzaal staan komt er een verpleger en een verpleegster.

"Wat is er gebeurd?" Vraagt de ene verpleegster die wat groter dan mij is en een bruine paardenstaart heeft.

"Ze heeft een wonde op haar rug die helemaal ontstoken is."

"Breng haar naar het bed, we gaan het verzorgen." Zegt de mannelijke verpleger.

Megan en Rozelina brengen mij naar het bed. Als ik op het bed zit doet de verpleegster mijn T-shirt omhoog.

"We moeten het schoonmaken." Zegt ze tegen de mannelijke verpleger. De verpleger loopt naar een tafel waar er allemaal spullen liggen. Hij neemt wat spullen mee en komt dan terug.

"Dank je." Zegt de vrouwelijke verpleegster.

Ik voel iets koud op mij rug en dan een brandende pijn. Ik schreeuw het uit van de pijn.

"Rustig het is zo voorbij." zegt de vrouw.

Megan neemt mijn hand vast en troost me wat want ik heb al wat tranen in mijn ogen.

"Zo het is klaar. Ik heb er ook en zalfje opgesmeerd dat het minder pijn doet en snel geneest."

Ik knik eens. Ik voel me wat opgelucht want de pijn is al een stuk minder en ik voel mij minder zwak.

"Morgen zal je genezen zijn." Zegt de vrouwelijke verpleegster.

Ik kijk haar aan en lach eens naar haar.

"Bedankt."

Opeens haar ik mijn buik luid grommen. Ik kijk Rozelina en Megan aan en we schieten dan in lachen uit.

"Jij bent ook snel blij." Zegt Megan met een lachje.

"Kom we gaan iets eten." Zegt Rozelina

Tijdens het eten is iedereen stil. Ondertussen zijn de andere meiden ook al aan het eten. Ik begin terug te denken aan gisteren wat Kentlos zij ' als je je niet overgeeft zal ik het middeltje vernietigen en je leven tot een hel maken.' terwijl ik er aan denk krijg ik rillingen over mijn rug. Maar ik vindt het raar dat iedereen middeltje zegt want eigenlijk is het middeltje een tulp die op de berg der afschuw staat, misschien gaan ze van de tulp een drankje ofzo maken. Denk ik.

"Wat gaan we nu doen? Gaan we achter het middeltje?" Vraag ik aan de meiden.

"Ja, we moeten er achter gaan en zo snel mogelijk voor de tovenaars het in handen krijgen." Zegt Rozelina. Ik knik eens.

"We kunnen het best nu in de ochtend vertrekken." Zegt Mai. Rozelina kijkt Mai aan.

"Ja, overdag is het wat veiliger dan 's nachts, zolang je maar op je hoede bent." Rozelina kijkt mij aan.

"Is iedereen klaar met eten?" Vraag Rozelina terwijl ze de tafel rond kijkt.

"Ja." Zegt Lief en Fleur.

"Kom dan vertrekken we, doe andere kleren aan en dan zie ik jullie buiten." Zegt Rozelina terwijl ze rechtstaat en ons allemaal aankijkt. Iedereen knikt eens naar haar en we staan dan allemaal op en gaan naar onze kamer.

Als ik op mijn kamer ben loop ik naar mijn kleerkast. Ik kijk eens in het rond. Het moeten makkelijke kleren zijn. Zeg ik tegen mijzelf. Ik neem een broek die wat uittrekbaar is en neem een gewone T-shirt met een nog een vestje er over. Ik loop naar mijn schoenen en neem een soort van sportschoenen die mij er makkelijk uitzien. Zo, ik ben klaar. Ik loop naar mijn raam en kijk naar buiten als het weer mooi is want meestal schijnt de zon hier. Maar vandaag is het helemaal bewolk. Sinds ik hier ben is het nog nooit bewolkt geweest. Behalve dan bij het kasteel van de tovenaars, maar dat telt niet mee. Zeg ik met een lach op mijn gezicht.

Opeens moet ik denken aan pap. Hij zal zich waarschijnlijk zorgen maken van waar ik zit. Ik zit al ongeveer 2 weken weg en ik kan mijn vrienden of pap niet bellen waar ik zit. Ze zullen waarschijnlijk al een zoekactie begonnen zijn. Ik zucht eens en plof dan op mijn bed. Ik mis thuis, Ik mis pap en mijn vrienden. Ik hoop dat ik zo rap mogelijk terug naar huis kan om hen gerust te stellen dat alles goed gaat.

Ik loop weer naar mijn raam en zie dat de meiden buiten al staan te wachten op mij.

Vlug loop ik mijn kamer uit naar buiten.

The Missing Fairy  Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu