vijfentwintig

52 3 1
                                    

Ik stapte vastbesloten naar buiten en zag dat er al een paar mensen ook buiten voor hun tent stonden. Ook Calli stond al buiten. Ze had een vioolkist in haar handen. Tuurlijk! Zij speelde viool. Dat was ik helemaal vergeten. De vier magister magussen stonden ook al klaar. Hun tent was al helemaal weg. Gi en Apulia waren met elkaar in gesprek. Valère en Anemos waren iets aan het overleggen met elkaar. Zenuwachtig tikte ik met mijn voet tegen de grond. Even later stond iedereen voor zijn of haar tent. Valére telde de mensen. "Ok ik zie dat iedereen aanwezig is", begon hij. "Het verplaatsten doen we niet voet of met een voertuig. Nee wij gaan raptaqueren. Dit hebben jullie allemaal al gedaan helemaal in het begin van dit kamp", iedereen knikte instemmend. Ook ik was het beklemmende gevoel nog niet vergeten toen ik plots was verdwenen uit Londen. "We doen het op dezelfde manier. Anemos zal eerst naar de locatie gaan. Wij zullen jullie één per één raptaqueren. Dit kan een tijdje duren dus wees geduldig. Ok wie wil eerst?", het bleef stil. Ik keek eens rond. Ik raapte al mijn moed bijeen. "Ik ga wel", zei ik. "Ah Mira ok ga maar bij Apulia staan en neem haar arm goed vast. Voorzichtig liep ik naar Apulia. Ik mimde snel naar Arden "tot straks". Hij knikte als teken dat hij het begrepen had. Ik greep de arm van Apulia vast. Ik zwaaide nog snel naar Calli en toen voelde ik me heel licht in mijn hoofd en begon mijn buik te protesteren. Ik had het gevoel dat ik door een dunne buis geduwd werd. Ik kneep mijn ogen stijfdicht.

Toen het beklemmend gevoel voorbij was opende ik voorzichtig mijn ogen. Ik keek eens rond. Ik stond op een soort hele grote plate ondergrond van steen die de helft van een meer innam. Er was een hangbrug die het stuk vasteland met het vaste land verbindde. Vlak voor mij stond een groot huis. Ik vermoedde dat we niet meer met tenten werkten en dat we in dat huis zouden slapen en wonen. Het meer was omgeven door bergen en een stuk bos "Als je wil kun je je spullen al in je kamer gaan leggen. Je deelt een kamer samen met nog een ander meisjes. Jij hebt kamer 13. Ik moet weer doorgaan ze zullen wel afvragen waar ik blijf", zei Apullia ze gaf me nog een klein sleuteltje en toen verdween ze.

Ik liep het huis binnen. Ik keek eens rond. Het was een mooi huis. Het was redelijk modern. Ik stond in de hal en vlak voor mij stond een trap die naar de eerste verdieping ging. Er hing ook een bord met daarop de plattegrond van het huis. De kamers van de jongens lag aan de rechterkant van de eerste verdieping. Die van de meisjes aan de linkerkant. Beneden was er nog een eetzaal, een keuken, een chillplaats en een hele grote kamer zonder opschrift. Op de tweede verdieping sliepen de magister magussen. Er was ook nog een zolder. Ik liep de houten trap op. Het was doodstil in het huis. Ik keek naar de linkerkant van de eerste verdieping en zocht naar nummer 13. Maar er was geen nummer 13... Ok nee grapje. Ik liep naar de deur waar in het groot 13 ingekrast was. Ik deed de deur open en liep naar binnen. Er was een stapelbed dat in de hoek stond. De muren waren in het lichtblauw behangen. Er stonden twee grote kleerkachten tegen een muur. Er was ook nog een badkamer met een douche, lavabo, toilet en een grote spiegel. Voorzichtig liep ik naar de spiegel. Ik had mezelf nauwelijks gezien sinds ik hier was. Ik was een stuk bruiner geworden. Mijn haar leek ook wat lichter. En dan zag ik het. Mijn blauwe ogen waren nog nooit zo fel geweest. En de gouden spikkels straalden.

BENG. Geschrokken keek ik op. Wat was dat? Nieuwsgierig stak ik mijn hoofd uit het raam. Oh, er was nog iemand toegekomen. Het was Calli. Ze keek eens rond en leek een beetje gedesoriënteerd. Ze keek eens naar de sleutel in haar hand en liep toen vastberaden het huis binnen. Even later zat ze bij mij op de kamer. We hadden ontdekt dat zij bij mij sliep. We hadden even een soort ruzie over wie het bovenste stapelbed mocht krijgen. Na lang discusiëren had zij gewonnen en had haar bed opgemaakt. Toen ze klaar was ging ik bij haar op haar bed zitten. "Arden wou na jou gaan . maar Apulia zei dat ze eerst de meisjes ging doen. Hij was behoorlijk pissed", vertelde ze en ik grinnikte. "Calli", begon ik en ik nam een grote hap adem "mijn ogen doen raar", zei ik. Calli keek me raar aan. "Zo zijn ze toch altijd geweest?", vroeg ze verbaasd. Ik schud mijn hoofd. "Nee ik keek daarnet in de spiegel en ik weet niet ze stralen meer dan normaal. Veel meer". Calli keek diep in mijn ogen en plots sloeg ze haar handen voor haar gezicht. "Mira je ogen... Ze zijn helemaal zwart!"

sorry dat ik dit weekend niet heb kunnen uploaden mar druk druk druk. Oja een cliffhanger mwuahahahahahahah!

Love

Londen

Kamp MenuraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu