27

318 28 1
                                    

Heb je ook wel eens dat de terugweg korter lijkt? Nou dat had ik nu ook, alleen was dit echt korter.

Delano kwam er even achter dat er misschien een portaal-oproeper, volgems mij noemde hij het zo, in mijn heup tasje zou kunnen zitten. Wat zat er in? Juist het portaal-oproep ding, dus we riepen een portaal op en brachten Grump thuis, zodat hij zich deze laatste dag kon klaar maken voor wat er ging komen. En toen gingen we zelf ook naar huis.

Bij de draken grot hadden we nog geslapen, toen we de uit de grot kwamen bleek het al donker te zijn.

Nu liepen we door de gang van het kasteel, om de koning en koningin uit te leggen dat we niet met de draak zijn gekomen. Toen de deuren open werden gedaan, keken ze ons hoopvol aan, terwijl ik teleurgesteld terug keek. Ik wist niet wat Delano deed maar ik beelde me in dat hij dat ook deed.

De koning gebaarde dat ik voor zijn benen moest gaan zitten. Ik liep naar hem toe en keek even naar Delano die met me mee liep.

'hebben jullie hem gevonden?' vroeg de koning hoopvol.

Ik keek hem schuldig aan 'ja...' begon ik met een smekende toon in mijn stem.

De koning klapte wild met zijn handen 'waar is hij? Ik wil hem zien, of komt hij pas vlak voor de oorlog zodat de Nenomed hem nog niet ziet en verast is?'

'hij komt... niet' zei ik.

Zijn blik veranderde van blij naar vragend, hij begon zenuwachtig te lachen, alsof hij niet zeker wist of het een grapje was 'hoe bedoel je "hij komt niet"?'

'ik heb hem geprobeerd over te halen, maar hij vond dat het onze strijd was en hij vond dat wij het best wel zelf konden redden... '

De koning keek met een mengeling van gevleidheid en belediging voor zich uit, hij was duidelijk boos 'hij vind ons dus onbelangrijk...'

Ik besloot daar niet op te raegeren omdat het niet echt een vraag was, meer een bevestiging.

'dan... Ehh... Dan doen we het zelf...' hij beet nadenkend op zijn lip 'ehh... Iedere man... Ehh... Iedere man van dit rijk gaat met ons vechten, en allr vrouwen gaan met hun kinderen in de schuilkelder'

Ik keek hem een beetje beledigd aan 'ik wil ook vechten' zei ik.

Hij knikte 'ja... Ja, Delano ga met haar oefenen, nadat jullie even hebben geslapen...' hij wuifde met zijn hand en keek nadenkend voor zich uit.

Een paar bediende namen mij en Delano mee, Delano de andere kant op dan ik.

Na een uurtje geslapen te hebben, kreeg ik nieuwe kleding, en werd ik naar Delano gebracht. Echt uitgerust was ik niet, ik had niet eens echt geslapen. Morgen was het zover. Zonder de draak waaren we echt tot de dood veroordeeld. We wilde dat alleen niet geloven.

De training met Delano ging goed, het was lang, maar het ging goed. Ik heb geleerd hoe ik mijn messen het beste kan gebruiken, en waar de zwakke plekken van de Demonen zitten. Als je ze ik hun nek steekt, dan vallen ze gelijk dood neer, dus dat ging ik proberen te doen.

Van Delano moest ik tijdens de aanval dicht bij hem blijven,dat klonk echt heel schattig toen hij het zei.

Ik lag alweer in bed en ik kon niet slapen, volgens de voorspelling kwam de Nenomed morgen,tijdens de zonsverduistering.

Ik draaide me op mijn rug en keek naar het witte plafond.

Waarom ik? Spookte er door mijn hoofd waarom moest ik nou weer anders zijn?

Ik dacht aan thuis, hoe zou het met mama gaan? En met Remco? En met mijn vader?

Tranen welde op in mijn ogen toen ik aan hun dacht, en toen stroomde het zoute water over mijn wangen. Wat als ik niet terug kan? Zouden ze me dan missen? Zouden ze me nu al missen..?

Op mijn kussen begon zich een natte plek te vormen van mijn tranen.

Ik sloeg mijn benen over de rand van mijn bed en ging zitten; ik zou toch niet kunnen slapen. Ik stond op en liep weg naar mijn slaapkamer deur, heel voorzichtig trok ik hem open en liep ik naar buiten.

Wat ging ik eigenlijk doen?

Ik liep door de gang met allemaal deuren tot ik aan het einde was. En nu? Wat ging ik nu doen?

Over mijn schouder keek ik terug, de gang door. Mijn deur was de eenige die open stond. Niet die aan de kop van de gang, dat was die van de koning en koningin,die gene aan de rechterkant kant daar voor.

Ik besloot weer terug naar voor te kijken en sloeg rechtsaf, weer een gang. Aan het einde van deze gang stond een nachtwaker, hij boog voor me toen ik voor hem bleef stil staan. Ik boog ook 'hoi, kan je mij vertellen waar de kamer van Delano is?' vroeg ik voordat ik er erg in had, dit zou vast heel raar lijken voor de wachter 'ik moet hem namelijk nog wat dingen vragen voor de oorlog van morgen snap je...'

Hij knikte 'loopt U maar mee mevrouw' zei hij met een vreselijk bekakte stem, die butlers in films ook altijd hebben.

Ik liep achter hem aan, trrug naar waar ik vandaan was gekomen, maar inplaats van dr gang in te gaan was mijn slaapkamer was, liepen we door. Helemaal tot aan het einde.

Aan het einde liep een klein gangetje naar links, met allemaal deuren, de wachter liep het gangetje in en stopte bij één van de eerste deuren.

Van zijn riem af haalde hij een sleutelbos, één van de sleutels die er aan hingen stopte hij in het sleutelgat van de deur, hij draaide de sleutel om en met een klik ging de deur open. 'gaat Uw gang mevrouw'

Ik knikte naar de man 'dank je'

De wachter liep zonder verder iets te zeggen weg en ik liep de kamer van Delano binnen. Het was overdreven netjes, er lag niets op de grond en zijn bureau was ook harstikke netjes. Voor zover ik voor nu kon had zijn kamer witte muren en een king-sized bed waar Delano in opgerold lag.

Wat schattig!

Hij had zijn deken over zijn hoofd getrokken en hij knuffelde met zijn kussen.

Ik bleef naar hem kijken en toen begon hij stuiptrekkingen te maken 'nee... Nee niet doen... Demi...' zei hij. Ik constateerde dat hij over iets naars droomde.

Zei hij nou mijn naam? Ik begon te grijnzen.

Hij had mijn naam gezecht op een beschermende toon, wat lief.

Ik liep nog dichter naar zijn bed en ging er naast staan, op zijn gezicht zat een grimas en toen vlogen zijn ogen open.

Ik schrok. Hij ook, tot hij me herkende. 'wat doe je hier?' vroeg hij, en toen veranderde de uitdrukking op zijn gezicht naar bezorgd. Hij ging zitten en keeke bezorgd aan 'w-wat is er? W-waarom huil je?'

Ik? Huilen? Ik huilde niet... Meer. Waarschijnlijk had ik nog rode ogen en opgedroogde tranen op mijn wangen. 'i-ik kan niet sla-pen, mijn h-hoofd wilt niet rus-tig worden' hakkelde mijn stem huilerig.

'oke, en waarom benje dan nu hier..?' vroeg hij vermoeid.

Een antwoord op de vraag kon ik niet bedenken. Waarom was ik eigenlijk hier heen gegaan?

'weet ik niet... Eigenlijk...' ik beet op mijn lip 'i-ik denk omdat jij eigenlijk de enige bent die ik ken...'

Hij keek me met opgetrokken wenkbrauwen aan.

'ik denk dat ik gewoon even naar een veilige haven wilde... Snap je..?' ik keek hem smekend aan, maar ik wist niet waarom.

Hij rolde met zijn ogen, maar aan zijn gezicht zag ik dat hij zich een beetje gevleid voelde. Hij sloeg de deken open en gebaarde dat ik moest komen liggen, aarzelend ging ik liggen met mijn rug naar hem toe.

Ik probeerde mijn hoofd onopvallend comfortabel neer te leggen. Hij lag met zijn rug ook naar mij toe, en raar genoeg ging er een vlaag van gerustheid door mij heen. En ik was niet bang meer.

xsamx
Read
Comment
Vote

De laatste draak (voltooid) Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu