achttien

57 4 0
                                    

Ik stapte zelfverzekerd naar buiten richting het bos. Het was onbezonnen en onverstandig dat had ik later ook door maar op dat moment leek het de meest logishe beslissing. Ik had geen idee waar te zoeken maar ik moest gewoon op weg ik kon toch niet in de tent blijven wachten terwijl ik wist dat daar buiten Calli ergens zat. Ik stapte door het donkere bos en hoe verder ik stapte hoe meer ik begon te denken dat dit een dom idee was. Maar ik bleef doorstappen alsof mijn voeten niet gehoorzaamden aan mijn hersenen en ze gewoon verder bleven stappen. Na een tijdje was ik helemaal uitgeput.

Plots hoorde ik stemmen in de buurt snel kroop ik in de dichtsbijzijnde struik. "Wat wil je nu met haar gaan doen?", hoorde ik een zware mannenstem dichtbij zeggen. "We kunnen ze zo niet naar HAAR brengen we weten niet eens zeker of ze wel bij hen hoort", hoorde ik een andere heel hoge mannenstem zeggen. "Wel het was jouw idee om dit meisje mee te nemen dus je moet nu niet tegen mij zitten zeggen dat we dat niet zeker zijn!", bromde de lage stem. Het was even stil. "We kunnen haar proberen kwaad maken en misschien.." "DAT HEBBEN WE AL GEPROBEERD TOR DENK EENS LOGISCH NA", kapte de zware mannenstem Tors zin af af. "We gingen geen namen gebruiken", zei Tor kalm. "HET KAN ME NIET SCHELEN TOR. DOOR JOU ZITTEN WE OPGESCHEEPT MET EEN MEISJE DIE MISSCHIEN HELEMAAL NIKS KAN", brulde de zware mannenstem weer. Het was weer stil. "Ik weet nog één iets. Maar het is heel gevaarlijk... En ik weet niet... "We doen het Tor kan me niet schelen of het misschien niet werkt we moeten het maar proberen".

Ik hoorde dat ze weggingen en ik stak mijn hoofd door de struik. Niemand te zien. Ik keek eens naar de grond en zag twee soorten voetsporen. De eerste soort waren mini voetjes zo klein als dat van een baby en de tweede waren mega grote voetstappen als van een beer ofzo. Ik volgde de voetstappen heel voorzichtig en ik keek steeds achter mij om zeker te zijn dat ik niet werd gevolgd. Bij elk geluid sprong ik direct in een struik of verschool ik me achter de dichtsbijzijnde boom. Plots zag ik door de bomen een vuur branden. Ik liep nog een heel klein beetje dichter zodat ik wat beter kon zien.

Bij het vuur zaten twee wezens. De ene was heel klein en leek op een elf met een spitse neus en grote oren, kleine pootjes en lange slungelige armen, het lijfje was omwikkeld in een gewaad van bladeren. Het andere wezen was juist heel groot. Het had iets weg van een kruising tussen een wolf, beer en reus. Ze zaten rustig aan het vuur en ze waren iets tegen elkaar aan het zeggen maar ik kon niet horen wat. Ik keek nog eens rond en toen zag ik het. Beter gezegd haar.

Ik wou roepen want Calli zat daar een paar meter verder met een groot stuk tape op haar mond en touwen rond haar middel. Maar iemand sloeg zijn hand voor mijn mond. "Sssht ze mogen je niet horen", hoorde ik Arden fluisteren in mijn oor en ik werd op slag kalm. Hij deed zijn hand van mijn mond en ik keek hem in zijn ogen. "Hoe durf je zomaar weg te lopen zonder iets te zeggen?!", siste hij. Oja, dat was ik even vergeten. "Sorry, ik wist niet wat me bezielde...", probeerde ik het goed te maken. Zijn ogen veranderden van kwaad naar bezorgd. "Het is al goed. Ik ben blij dat ik achter je aan ben gegaan. Wie weet wat er anders gebeurd zou zijn...". Ik voelde me een beetje schuldig dat ik zomaar was weggelopen. "Vertel eens wat weet je al?", vroeg hij terwijl hij nieuwsgierig naar de wezens keek. Ik vertelde mijn verhaal hoe ik de wezens had horen praten en hun voetstappen was gevolgd en hoe ik hier was gekomen en Calli had gezien. Hij luisterde aandachtig en zei toen: "Het is tijd voor een plan".

Eerst en vooral: ik moest eigenlijk dit weekend updaten sorry sorry sorry. Maar om het goed te maken een eits langer stukje :) I hope you all like it :)
Love
Londen

Kamp MenuraWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu