Proloog

20 0 0
                                    

Proloog

Ik word geleid naar een donkere kamer met mijn handen op mijn rug. Uitbundig wordt mij verteld dat ik plaats moet nemen op een -bijna uit elkaar vallende, oude- stoel. Het moment dat mijn lichaam de stoel raakt, schijnen er lampen in mijn gezicht alsof het contact iets met elkaar te maken heeft. Een agent loopt mijn kant op. Hij ziet er erg ongezond uit; een stoppelbaard, zijn ogen zien er dood uit en zijn overhemd hangt half uit zijn broek. Hij neemt plaats en kijkt mij met een keurende blik aan. Zijn lippen beginnen te bewegen, hij praat maar wat hij precies zegt kan ik niet helemaal bevatten. 'Ik heb wat onderzoek gedaan en het schijnt dat u een kinderwens had die maar moeilijk in vervulling kon gaan', zegt hij met een grauwe stem. Die zin komt hard aan. Even staar ik, niet wetend wat ik moet zeggen. Het is beter dat ik zwijg. Het is erg moeilijk te bevatten dat die man het zo erg gemakkelijk zijn mond uit krijgt. Mijn ogen glijden de kamer rond, rechts van mij bevindt zich een bureau. Met daarboven een foto met de tekst 'Gezocht'. Ik herken dat gezicht uit duizenden. Dat ben ik.

Help, JenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu